metropolis m

Afdekken, blootleggen
Alexandra Bircken

In afwachting van Alexandra Birckens tentoonstelling in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam bezocht Anja Nathan-Dorn haar atelier in Keulen, om met haar te spreken over haar complexe, zinnelijke werk. ‘Het is duidelijk dat het bij mij altijd over het lichaam gaat en een vorm van huid die rond het lichaam zit’.

Aan het begin van het gesprek vertelt Alexandra Bircken dat haar presentatie in Rotterdam parallel loopt aan de tentoonstelling over Man Ray, Constantin Brancusi en Medardo Rosso die op hetzelfde moment in het museum te zien is. Ze is er nog volop mee bezig en experimenteert met een serie zwarte objecten. Een van deze werken, een groot, mollig, fallusachtig object in haar atelier, is het uitgangspunt van het interview. Het doet denken aan een dreigende raket en is opgebouwd uit in latex ondergedompelde panty’s.

Anja Dorn

Door de zwarte overschildering zijn de gebruikte materialen nauwelijks herkenbaar.

Alexandra Bircken

‘Als je een reeks dingen in het zwart bekijkt, gaat het niet zozeer over de eigenheid van de afzonderlijke objecten of hun onderlinge afwijkingen, maar om hun uniformiteit. De individuele details van hun oppervlaktestructuur doen een stapje terug, alsof ze een uniform krijgen aangemeten, er een knellend deksel op gaat. De objecten zijn als lichaamsdelen die worden geschematiseerd en daardoor abstract overkomen. Het zwart versterkt dit effect, het bemoeilijkt de driedimensionale waarneming van het geheel. Ook de oppervlakkige details verdwijnen uit het zicht. De objecten worden in zekere zin gedematerialiseerd, gereduceerd tot louter idee en omtrek.’

Anja Dorn

Het werk heeft iets van minimal art, met name door het menselijke formaat en het daaruit sprekende respect voor het lichaam.

Alexandra Bircken

‘Zelfs bij de kunstenaars van de Arte Povera was er dit besef, omdat de werken door mensen gemaakt werden. Zodra je iets met de hand maakt wordt je waarneming door je lichaam bepaald: jij staat in verhouding met je omgeving, jij verhoudt je tot de ruimte. Daartegenover staat een werk als Uknit (2011), een breiwerk van staal gemaakt voor de Bönner Kunstverein, waarvan de individuele schakels machinaal zijn geproduceerd en dus los van de omstandigheden eindeloos herhaaldkunnen worden.’

Anja Dorn

Je tentoonstelling in de Kölnischer Kunstverein, die ik in 2009 samen met Kathrin Jentjens heb samengesteld, deed me denken aan een oude sculpturengalerie, zoals in Wilhelmshöhe in Kassel, omdat ook hier de sculpturen hun menselijk formaat behielden en als figuren in de vrije ruimte stonden. Ze waren bovendien figuratief. In jouw tentoonstelling in de Galerie BQ (voorjaar 2013) was het onderwerp van de tentoonstelling daarentegen de fetisj, zoals bleek bij de doorgezaagde motorfiets en de afgegoten en opgespannen pornopoppen. Het kwam op mij over als een ingreep op voorwerpen, op apparaten die een wens te vervullen hebben, noem het apparaten die mensen een andere wereld binnenvoeren.

Alexandra Bircken

‘Ik kijk er anders tegenaan. Voor mij ging die tentoonstelling over kwetsbaarheid en letsel. Startpunt is het na een crash opgespannen en uitgerekte motorpak, dat erbij ligt als een dierenhuid. Deze pakken zijn gemaakt van leer en dienen als een tweede huid. Het “gewonde” leer vertegenwoordigt de beschadigde huid, maar heeft ook iets van een jachttrofee. De motor zelf is inderdaad een soort paard, een opengesneden lichaam dat wordt ontleed. Er zijn ook wassen beelden waarin kleding verwerkt is en die als bij een anatomische preparatie worden opengesneden . De snijdsels bieden een ongewone, abstracte vormentaal, die men niet noodzakelijkerwijs met de lichamen in verband brengt. Wat mij ook interesseert is de visie op het vrouwelijk lichaam in de porno-industrie. Geen vrouw is gebouwd als een opblaaspop. Geslachtskenmerken zoals de schaamlippen worden slechts aangeduid met een lijn. De achterkant van mijn poppen hebben de vorm van een grote buste. Het heeft niets te maken met het vrouwelijk lichaam, is totaal absurd, maar toch zeer ondubbelzinnig.’

Anja Dorn

Waarom zaag je je creaties doormidden?

Alexandra Bircken

‘De motor is als een paard, het lichaam als machine. Als je iets uiteensnijdt en weer samenvoegt blijft er een litteken. In de tentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam (2008) heb ik voor het eerst met zulke snijvlakken gewerkt. Er was in een van de grote units in plakjes gesneden montageschuim opgenomen. Ik wil graag de binnenkant van iets blootleggen, ergens een blik op werpen, op iets wat nog niemand gezien heeft. Het is een soort fictieve medische blik. Geneeskunde, vooral chirurgie, heeft me altijd gefascineerd.’

Anja Dorn

Maar het ‘lichaam’ van een motorfiets heeft ook een pop-culturele basis. Je vormt je werken rond een leegte die jij eraan geeft.

Alexandra Bircken

‘Die pop-culturele referenties verdwijnen in de nieuwe zwarte werken meer naar de achtergrond. Daar wordt het oppervlak door de zwarte verf teniet gedaan.’

Anja Dorn

De surrealistische kwaliteit van je eerdere werk door de merkwaardige combinatie van verschillende materialen – bijvoorbeeld knopen, wol en een hobbelpaard – ontlenen hun nieuwigheid vooral aan de mate waarin ze van het ene object in een ander veranderen, en in de daarin besloten erotiek.

Alexandra Bircken

‘Misschien. Het is vooral belangrijk voor het werk met de panty. Toen ik deze panty’s op de muur vastprikte fungeerden ze ook als een tweede huid.’

Anja Dorn

Ze zijn ook enigszins weerzinwekkend. Je zou ze ‘abject’ kunnen noemen.

Alexandra Bircken

‘Ze hebben iets van een afgestoten slangenhuid.’

Anja Dorn

Je studeerde Fashion Design aan St. Martins College in Londen en werkte daarna als modeontwerper.

Alexandra Bircken

‘Ik had een aantal jaren een eigen label in Londen: Faridi. De eerste collectie was gebaseerd op mijn laatste collectie voor de universiteit, met eenvoudige jurkjes in geometrische patronen. Er zaten verwijzingen naar het Russisch constructivisme in en naar ontwerpen uit de jaren zestig en zeventig. In principe waren het uniformen. Wat mij altijd aantrok in de mode was deze krankzinnige speelruimte voor identiteit, zelfbeeld en expressie. De overgang naar de kunst verliep langzaam. Mijn werk evolueerde van functionele kleding naar objecten die slechts verborgen functies hadden. Ik had het toen nog niet over kunst; anderen plaatsen me in die context. Omgekeerd sluit ik niet uit dat ik me nog eens met mode ga bezighouden. Niet dat ik nu een collectie wil gaan maken, maar het is duidelijk dat het bij mij altijd over het lichaam gaat en een vorm van huid die rond het lichaam zit.’

Anja Dorn

Mij lijkt de puristische scheiding tussen design en kunst volkomen achterhaald. Binnen het constructivisme en Bauhaus waren design en kunst al gelijkwaardig en werden verschillende activiteiten over en weer toegelaten. Kunstenaars als László Moholy-Nagy hebben ons geleerd dat design ook een esthetische ervaring oplevert.

Alexandra Bircken

‘Maar dat zegt niets over de mode-industrie waar je onderdeel van bent als modeontwerper. Je moet verkopen in winkels en een productieketen aan de gang zien te houden om te overleven. Dat trok ik op een gegeven moment niet meer. Als je een kledingstuk maakt en dat in een galerie ophangt wordt het uiteraard als kunst gezien, vanwege die andere context.’

Anja Dorn

Ik heb de indruk dat je relatie met mode en kunst is geëvolueerd vanuit de jeugdcultuur waarvan je onderdeel uitmaakte. Ik zag jou althans voor het eerst op vroege foto’s van Wolfgang Tillmans. Dat vond ik best spannend. Je komt net als ik uit een stad in het Bergische Land, tussen Keulen en Düsseldorf in…

Alexandra Bircken

‘Ik heb Wolfgang Tillmans op mijn vijftiende ontmoet op school in Remscheid. Mijn vriend Lutz en Wolfgang waren ongelooflijke Boy George fans. Ik kwam uit de Schwäbische provincie en moest eerst mijn weg zien te vinden. Onze vriendschap was daar de perfecte voedingsbodem voor. Bij ons overheerste het gevoel dat alles mogelijk was, dat niets taboe was. In het weekend naaiden we extreem gedetailleerde outfits om daarin vervolgens naar een club te gaan. Dat was de basis van mijn mode-ervaring.’

Anja Dorn

Ik vond de eerste fotoseries van Wolfgang nogal verontrustend, vanwege de seksuele vrijheid die eruit sprak, maar ook door jullie korte haren en legerkistjes. Ik dacht toen: wat willen ze met die combat boots?

Alexandra Bircken

‘We maakten ons daar niet zo druk om. We wilden daar juist bovenuit stijgen. Begin jaren negentig wilden we loskomen van de jaren tachtig, geen designkleren meer dragen, geen zaken die voor carrière en geld stonden. Wij zaten heel dicht op de werkelijkheid – geen fake, geen glam. We gaven tweedehands troep een wild aanzien.’

Anja Dorn

Het rondlopen in combat boots heeft een interessante link met je werk Blondie (2010), dat je maakte met de muzikant en kunstenaar Thomas Brinkmann. Het bestond onder andere uit blond haar in stukken, extensions die je in Afrikaanse speciaalzaken had gekocht.

Alexandra Bircken

‘Achteraf stoor ik me aan de titel. Het leidt tot misverstanden. De hond van Hitler heette Blondie. Maar ook hier was het niet de bedoeling om me met het cliché te bezig te houden, maar om er bovenuit te stijgen.’

Anja Dorn

De werken zijn abstract en bestaan uit veel verschillende materialen. Ik moest aan Debbie Harry denken; het heeft iets van een ingebeelde seksuele transformatie. Terwijl Hitlers Duitse herder diende als een symbool van de Arische vrouw, gaat het bij de connotatie met Debbie Harry om een meer emancipatoir potentieel. Ik vind de titel wel toegankelijk.

Alexandra Bircken

‘Aan het begin van de jaren negentig (tijdens de opleving van neo-nazi’s, red.) mag het schokkend geweest zijn om legerschoenen te dragen, tegenwoordig is het totaal geen punt meer. Het is moeilijk om daar nog een persoonlijk standpunt aan te ontlenen. Als ik terugdenk aan de periode met Lutz en Wolfgang, was het voor ons heel belangrijk dat Lutz en ik ons altijd heel androgyn voelden. We stonden daar met jeans en T-shirts en we waren volkomen een. Het kan ook gemengd worden, man en vrouw.’

Anja Dorn

Er is ook een foto waarop je hem vastpakt. Het is als een moderne Adam en Eva, de seksuele verwijzingen zijn onduidelijk. Het heeft iets…

Alexandra Bircken

‘…opwindends, maar de lichaamshouding laat dat niet zien. Die is heel rustig, heel close. Zonder de seksuele lading die normaal aanwezig is wanneer een vrouw een man bij zijn pik pakt. Dit werd niet gespeeld. Het gebeurde gewoon want het was een uitdrukking van onze relatie. Het kwam voort uit een houding waarin schaamte geen rol speelde. Evenmin ging het om het tonen van mijn vrouwelijkheid tegenover Lutz’ mannelijkheid, in relatie tot Wolfgang achter de camera. Alles is heel erg genivelleerd, een maximale vrijheid.’
Dit is ook de aard van de seksualiteit in mijn werk. Ook bij de sekspop gaat het in wezen om het tonen van lichamelijkheid zonder bijbetekenis, met maximale openheid. Ik heb er een hekel aan dat mensen alles altijd zo in hokjes plaatsen. Ik zou willen dat mijn objecten die openheid over eigen lichamelijkheid ook zo zouden kunnen overdragen, maar blijft een lastig iets.’

Anja Nathan-Dorn is curator en momenteel professor aan de kunstacademie van Karlsruhe

Anja Nathan-Dorn is curator en momenteel professor aan de kunstacademie van Karlsruhe

Alexandra BirckenMuseum Boijmans Van Beuningen

Alexandra BirckenMuseum Boijmans Van Beuningen

22 februari t/m 1 juni

22 februari t/m 1 juni

Anja Nathan-Dorn

Recente artikelen