metropolis m

Hij is een webdesigner die net zo graag sculpturen maakt.

Een internetkunstenaar wordt de in Amsterdam wonende Harm van den Dorpel (1981) vaak genoemd. Zelf ziet hij zich als een kunstenaar die het midden houdt tussen een webdesigner en een beeldhouwer. Ambiguïteit is het hoofdthema in het werk van Van den Dorpel, die opereert op het snijvlak van tegenstrijdige elementen als concept en expressie, software en materie.

Van den Dorpel heeft zich breed ontwikkeld. De kunstenaar programmeert al vanaf zijn twaalfde en studeerde een paar jaar kunstmatige intelligentie voordat hij naar de Rietveld Academie ging, die hij in 2006 afrondde aan de afdeling audiovisueel. Het werken met computers is voor hem heel vanzelfsprekend. Hoewel zijn werk uit die tijd zich vooral laat lezen in de context van het internet, houdt zijn achtergrond geen onvoorwaardelijke keuze voor technologie in. Integendeel, al in een vroeg stadium van zijn studie kunstmatige intelligentie groeide zijn ongeloof in dit veld.

Dat zijn huidige werk zich meer afspeelt in het geïnstitutionaliseerde kunstveld is geen ideologische keuze, maar meer een kwestie van zich aanpassen aan zijn omgeving. Als gevolg van de groeiende belangstelling vanuit instellingen en galeries moest Van den Dorpel met andere media gaan werken. Zijn internetwerk ziet hij namelijk liefst waar het voor hem hoort: op internet. Virtuele installaties van hem zul je niet snel aantreffen in kunststellingen. Daar exposeert hij werk van onder andere epoxy, karton en beton.

Waar het overstappen van virtueel naar fysiek als een breuk in zijn oeuvre kan worden gezien, is het niet meer dan een logische voortzetting. Het onderwerp van zijn werk is niet veranderd. Het lijkt er zelfs op dat Van den Dorpel tegenwoordig zijn thema scherper in beeld heeft. Hij concentreert zich op formele studies van kleuren en vormen, die zich kenmerken door een hoge mate van anti-esthetiek, alsof er met opzet gebroken wordt met heersende ideeën van goede smaak.

Van den Dorpel valt graag terug op werk van anderen, zowel in zijn fysieke als digitale werk. Hij verandert de betekenis door het te manipuleren. Of het nu beelden van internet betreft of werk van zijn avant-gardistische voorgangers, het is voor hem allemaal even bruikbaar. Dit verklaart ook zijn groeiende interesse voor het maken van tentoonstellingen. Dit voorjaar was Van den Dorpel curator (en deelnemer) van de tentoonstelling Rhododendron in W139, waarvoor hij het werk van een aantal geestverwanten verzamelde. Tentoonstellingen maken, zelf kunst maken, of het werk van anderen bewerken – het is hem allemaal even lief.

Dit geeft zijn op formele gronden uiterst divers werk een interessante overkoepelende factor. Zijn collages bijvoorbeeld ogen vooral als experimenten met vorm en kleur, die naadloos in de kunsthistorische traditie passen. De serie Redux (2010) toont een overeenkomst met de vormentaal van laatmoderne abstracte kunst uit de jaren zestig en zeventig, zij het gestopt in een cyberjasje, on acid, kun je ook zeggen. Het zijn in werkelijkheid onherkenbaar gemaakte filmposters, van onder andere Jurassic Park en Cloverfield.

Volgens Van den Dorpel is het distribueren van mediabeelden een van de belangrijkste functies van internet. In de serie Redux incorporeert hij het internet in zijn materiële kunst. Hoewel de collages op uiterlijke gronden lijken op sommige werken uit de avant-garde van de twintigste eeuw, heeft het inhoudelijk zijn wortels vooral in de virtuele wereld. Uit de selectie spreekt het contrast tussen het menselijk handelen (dat altijd een vorm van betekenis heeft) en ‘domme’ mathematische willekeur, dat hier tot onderwerp wordt gemaakt. De serie ondergraaft in zekere zin het idee van serialiteit, waar het tegelijkertijd expliciet aan refereert.

Net zo gering als zijn geloof in technologie, is zijn geloof in de esthetiek. Van den Dorpel beschrijft dit als een vaak falend systeem, vanwege het contextafhankelijke karakter van schoonheid waardoor, zoals hij zegt, ‘ideologie een stijl kan worden’. Als voorbeeld noemt hij de anti-esthetische werken van dada-kunstenaars, die ooit geruchtmakend en schokkend waren, maar nu als visueel aantrekkelijk ervaren worden. Van den Dorpel probeert grip te krijgen op de systemen die aan deze smaakvorming ten grondslag liggen. Hij gaat in zijn werk op zoek naar een nieuwe esthetiek. En opnieuw zit er een wederkerig element in: de anti-esthetiek van Van den Dorpel bepaalt ook haar schoonheid.

Sanneke Huisman is student kunstgeschiedenis aan de Vrije Universtiteit, Amsterdam

Rhododendron IISPACE Project Space, Londen

September 2011

Sanneke Huisman

Recente artikelen