metropolis m

Francis Alÿs
Lotgevallen van een grootstedelijk slaapwandelaar

De Belgische kunstenaar Francis Alÿs (1959) woont al dertien jaar in Mexico-Stad. Sinds 1991 presenteert hij een ongrijpbare verzameling van samenwerkingsprojecten, wandelingen en performances, schilderijen, video’s, sculpturen en foto’s. Het zijn fragmenten uit het leven in de grote stad, zoals waargenomen door een buitenstaander.

Toen ik een jaar geleden een tentoonstelling met hem wilde maken, zocht ik via een e-mailtje contact met de kunstenaar die ik in Venetië met een halve tuba had zien lopen, op zoek naar zijn wederhelft. De uitnodiging van Francis Alÿs liet aan duidelijkheid niets te wensen over: ‘Kom naar Mexico’. En dat deed ik, om die essentiële veelvormigheid van zijn werk te leren kennen, en ook om de achterliggende gedachten beter te leren begrijpen.

Francis Alÿs is vooral bekend vanwege twee soorten werken. Aan de ene kant schilderijen die tot stand zijn gekomen in samenwerking met reclamebordmakers uit Mexico-stad, en aan de andere kant zijn ‘paseos’, een serie moeilijk te definiëren optredens die misschien het beste omschreven kunnen worden als performance of artistiek spektakel. Uitgaande van deze twee groepen werken, maakt Alÿs variaties waardoor de interpretatie van zijn artistieke arbeid nog veel moeilijker wordt en zelfs raakt aan de grenzen van de zichtbaarheid ervan, ja bijna van het bestaan ervan.

Tegenpool

Mexico-stad ligt aan de basis van veel van de beslissingen die Francis Alÿs neemt als kunstenaar. Om daar een idee van te krijgen, is het zaak goed voor ogen te houden dat wat men in steden als Mexico onder de normale gang van zaken verstaat, in andere plaatsen, zoals bijvoorbeeld Nederland, als totaal onwezenlijk beschouwt. In de eerste plaats omdat Mexico-stad zo ongeveer de tegenpool van Nederland is. Dat wil zeggen, Mexico-stad ligt duizenden meters boven de zeespiegel, zodat de reiziger die niet gewaarschuwd is, er een gevoel van verstikking krijgt, omdat ademen moeilijk gaat. Vanwege dat gebrek aan zuurstof, dat ook gevolgen heeft voor het gezichtsvermogen, wordt hij geconfronteerd met de manier waarop de ogen functioneren. Verder zijn er natuurlijk de karakteristieke kenmerken van de bevolking, hun taal en tongval, hun eeuwenoude tradities, de economie en de politiek, dromen en nachtmerries.

Begin jaren negentig gaat Alÿs experimenteren met het maken van schilderijen volgens een methode waarbij een reeks handarbeiders betrokken is. Het gaat om mensen die voor hun brood reclameborden vervaardigen waarmee de straten van Mexico volhangen. Deze ambachtelijk werkende schilders zijn gezichtsbepalend voor de lokale reclame. Een unieke vorm van reclame, handgemaakt en speciaal ontworpen voor elke winkel of elk product – en dat in het tijdperk van globalisering. Welnu, Alÿs maakt gebruik van deze ambachtslieden door één van hen een schildering te geven die hij zelf heeft ontworpen uitgaande van een motief, een op straat waargenomen gebeurtenis, een anekdote, een min of meer schokkend beeld. ‘Schokkend’ moet hier op een heel subjectieve manier verstaan worden, aangezien het grootste deel van de dagelijkse dingen die de kunstenaar omgeven op zichzelf doodnormaal zijn. Deze eerste handwerksman krijgt de opdracht dat motief te kopiëren – vaak gaat het om een menselijk figuur of delen ervan, meubelstukken, nutteloze voorwerpen – en het volgens de techniek die hij gewend is te gebruiken voor de reclameborden over te brengen op een metalen ondergrond. Deze kopie kan worden doorgegeven aan een tweede ambachtsman, die de afbeelding op zijn beurt kopieert; het resultaat hiervan gaat weer naar een derde, enzovoort. Orgineel en kopie, of de opeenvolgende kopieën, raken zo vermengd en komen terecht in een langzaam toenemende stroom van al dan niet bewust toegevoegde interpretaties en variaties. Het resultaat van dit proces, dat een tussenvorm is tussen ambachtelijke en industriële productiemethode – een fabriek van handenarbeid – komt ten slotte terecht in het kunstcircuit om te worden geëxposeerd in galeries en te worden verkocht voor een prijs die afhangt van de grootte of de uren die in de productie ervan zijn geïnvesteerd. Bij deze werken is de interpretatie van het motief minder belangrijk dan de interpretatie van het begrip auteurschap. Tegenover het sacrale dogma van originaliteit stelt Alÿs kopie en variatie. Tegenover persoonlijke stijl, de anonimiteit van de volkskunst. Tegenover uniciteit, de in potentie oneindige reproductie van zijn objecten.

Vluchtig

Waarschijnlijk omdat hij zich de gevangene voelde van het succes van zijn eigen systeem, besloot Francis Alÿs plotseling de methode, het zo consequent georganiseerde materiaal, vaarwel te zeggen. Sindsdien brengt de waarneming van de werkelijkheid, die hem stimuleert om door te gaan met het maken van kunst, hem ertoe zijn werk steeds meer te ‘dematerialiseren’. De perceptie van de straat, van het dagelijkse en schijnbaar doelloze ronddolen van mensen, dieren en dingen, brengt hem tot het stimuleren van deze ervaringen, bijvoorbeeld via voorgeschreven wandelingen onder invloed van drugs. De ‘paseos’ die zijn gepresenteerd tijdens heel wat exposities in de meest uiteenlopende steden, zetten hem aan om manieren te zoeken om zich van nieuw materiaal te voorzien binnen en buiten de afgesleten conventies van een inmiddels door haar vergaande internationalisering uitgewrongen kunst. Het resultaat of de neerslag van de ‘paseos’ is moeilijk te definiëren. Ansichtkaarten die worden verspreid door kunstinstellingen, musea en andere organisaties zijn vaak nog het enige middel dat de productieve kunstenaar identificeert als onderdeel van het kunstbedrijf. Ze mogen dan enigszins magrittiaans zijn, de thema’s van Alÿs, zijn optredens, zijn korte tekenfilms of zijn huidige samenwerking met straatmuzikanten, waar het in het centrum van Mexico-stad van wemelt, toch hebben ze niets surrealistisch. Sterker nog, ze hebben iets hyperrealistisch, van een continu op en neer reizen tussen de kunstenaar, de artistieke scene en de werkelijke wereld.

Mijn lezing van het oeuvre van Alÿs, dat ik nooit in zijn totaliteit gezien had, hoewel ik er wel vaak een vermoeden van heb gehad en me er vaak over verteld is – de vertelling als bouwsteen voor zijn werk komt overigens frequent voor – leidt tot deze conclusie: ik vind het de meest politiek geëngageerde kunst die ik sinds lang heb gezien. Het gaat om een politiek die voortspruit uit de poëtica van het individu, dat zijn plaats zoekt in de wereld tussen zijn onderling verschillende medemensen en die zich niet meer neerlegt bij de zelfgenoegzaamheid veroorzaakt door de inertie van de cultuur noch bij die van de kunst.

Bartomeu Marí

Recente artikelen