metropolis m

Jake&Dinos Chapman
Post-controversieel

Het is jammer voor het Groninger Museum, maar het werk van Jake en Dinos Chapman heeft zijn provocerende betekenis verloren, als het die ooit heeft gehad. Er zal geen bezoeker geweest zijn die aanstoot heeft genomen aan de massaal geënsceneerde vernietigingskampen op modelspoorschaal en de talloze meisjespoppen met stijve penissen en anussen op de plaats van neuzen en monden. In de plaats van de morele verontwaardiging komt de kunstzinnige genieting. De poppen, etsen, schilderijen en miniaturen zijn, zoals dat volgens een oud kunstzinnig criterium heet, knap gemaakt. Voor de revolutie moet je ergens anders zijn.

Als je kennis neemt van de ronkende publiciteit die het Groninger Museum rond deze tentoonstelling had gemaakt, zou je anders verwachten. Jake en Dinos zouden onze toch al zo geplaagde natie nog eens extra op de proef komen stellen. De tentoonstelling zou een regelrechte morele shock teweeg brengen en ons confronteren met de grenzen van ons geweten. Directeur Van Twist verheugde zich al op boze ingezonden stukken in het Nieuwsblad van het Noorden en had, om de stemming er alvast in te brengen, in de hal wat pisfoto’s opgehangen van die andere schandaalkunstenaar die het museum ooit had gebracht: Andres Serrano. Ten overvloede werd de slechte verstaander er in de eerste de beste zaaltekst ook nog eens op gewezen dat wat men tegemoet zou gaan wel eens als shockerend ervaren zou kunnen worden. Een gewaarschuwd mens telt tenslotte voor twee.

Helaas, de werkelijkheid was anders. Het Groninger Museum speelde Het Schandaal bij gebrek aan echte controverse. Het museum deed in feite de Chapmans zelf na, die je ook dolgraag willen doen geloven dat hun gewelddadige en seksuele fantasieën perverser zijn dan die van Dr Mengele, zonder, al was het maar een moment, de toeschouwer daar werkelijk van te overtuigen. Chapmans engagement met Het Kwaad reikt niet verder dan dat van de gemiddelde gamer. Het is het geweld van het computerspel waarop de toeschouwer wordt getrakteerd, en dat is eerder onderhoudend dan confronterend. Laat staan dat er morele dilemma’s door opgeroepen worden. Het miniatuurvernietigingskamp, onder de titel Hell, vol duizenden elkaar afslachtende Ariërs in een zoetsappig Märklinn-landschap en met subtiele doorkijkjes naar op palen gespieste schedels, galgen en brandstapels, biedt vele minuten kijkgenot, zonder dat iemand zich een moment schuldig zal hebben gevoeld bij het zien ervan. Laat staan dat men zich de wreedheid van de Holocaust memoreerde. Hell was fun like hell, in dit geval.

Hoe anders was dat op de Documenta11, waar aangrijpende documentaires de toeschouwers direct confronteerden met het lastige morele conflict tussen de welvarende kunsttoerist in het rijke westen en de strijd op leven en dood aan de andere kant van de wereld. In feite stond men in Kassel oog in oog met de onrechtvaardige verdeling in de maatschappij en was het aan iedere toeschouwer daarmee klaar te komen, of niet. De les in Groningen ging niet verder dan het voorspelbare gereutel dat de mens tot niet veel goeds in staat is, de nazi’s voorop, met McDonalds (het kapitalisme/globalisme) als goede tweede. En dat men moet waken niet te snel te oordelen, want de slachtoffers van vandaag zijn de daders van morgen. Ja, ja ik weet het, gaap, gaap.

Echter, het moralistische gereutel daargelaten, bieden de broertjes een hoop amusement. Dinos en Jake zijn de kwaadaardige jongere broertjes van Jeff Koons: even virtuoos, even mediageniek, even hysterisch, even onecht. Koons is al jaren geschiedenis, de Chapmans zijn dat inmiddels bijna ook. Maar net als bij Koons werkt hun erfenis door en zijn er nog weinigen die even hilarisch seks en geweld aan de orde kunnen stellen. De Young British Art, waarvan de Chapmans smaakmakers waren, is toegetreden tot het Nederlandse museale domein (zie ook Tracey Emin in het Stedelijk Museum Amsterdam) en dat is gezien de snelheid waarmee de Nederlandse musea tegenwoordig trends oppikken het voorland van totale vergetelheid. Nog even kunnen de broertjes zich als onhebbelijke kunstpubers gedragen, een swastikaatje links en rechts neerkalkend, wat lullen en kutten tekenend op het behang en godverdomme roepend in de microfoon. Het Nederlandse kunstpubliek speelt vervolgens dat het verontwaardigd achterblijft. Van Twist voorop.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen