metropolis m

Ze bevinden zich vaak op onconventioneel terrein voor grafisch ontwerpers. Vinca Kruk (1980) en Daniel van der Velden (1971), beter bekend onder de naam van het door hen opgerichte ontwerpbureau Metahaven, gaan met hun onlangs verschenen publicatie Uncorporate Identity in op kwesties als geopolitiek, de opkomende macht van sociale netwerken, de standaardisering van de cultuur als gevolg van de globalisering en het postmoderne karakter van de architectuur onder totalitaire regimes. Het zeshonderd pagina’s tellende boekwerk, dat mede is samengesteld door Marina Vishmidt, omvat bijdragen van gerenommeerde auteurs als Boris Groys, Dieter Lesage, Chantal Mouffe en Pier Vittorio Aureli.

Al vanaf 2004, toen ze beiden verbonden waren aan de Jan van Eyck Academie, zetten Kruk en Van der Velden hun ontwerppraktijk in voor artistiek onderzoek, sinds 2006 onder de naam Metahaven. De laatste jaren doen ze dat steeds vaker in een museale omgeving. In 2008 maakten ze voor CACP, het museum voor hedendaagse kunst in Bordeaux, de affichetentoonstelling Affiche Frontière, in 2009 voor het Künstlerhaus Stuttgart en Casco uit Utrecht het omvangrijke project Stadtstaat, en op uitnodiging van Manifesta 8, dat in oktober opent, hebben ze de netwerkstructuur en de bedrijvigheid van de regionale fruittelers rond de Spaanse stad Murcia in kaart gebracht. Door steeds vaker in deze artistieke context te opereren, lijken ze het designdiscours enigszins te verlaten, maar zelf zien ze dit anders. Als ik hen er in een gesprek op aanspreek, menen ze zich nog steeds nadrukkelijk te profileren als grafisch ontwerpers.

Leen Bedaux

Daniël, je schreef in 2006 voor METROPOLIS M het artikel Research & Destroy (N°2-2006) waarin je ageerde tegen het idee van de ontwerper als het ‘proletariaat van de creatieve industrie, dat zwijgzaam uitvoert wat opdrachtgevers dicteren’. Je stelde dat grafisch ontwerpers politiek moeten kunnen handelen om zichzelf staande te houden in het spanningsveld tussen communicatiemanagers, marketingdeskundigen en designmanagers, of zich anders beter kunnen terugtrekken uit de wereld van de bedrijven, de logo’s en de huisstijlen, en daarmee ook uit de wereld van de creatieve industrie. Sta je hier nog steeds achter?

Daniël van der Velden

‘Ik ben nog altijd van mening dat de term “creatieve industrie” volstrekte onzin is. Ik snap wel dat culturele productie wordt ingezet als economische motor, maar ik vind dat een ontwerper zich daar niet zomaar voor moet lenen. Als ontwerper moet je politiek kunnen handelen, uitgesproken posities innemen, maar je moet ook kunnen samenwerken. Het gaat erom de juiste balans te vinden.’

LEES VERDER IN NUMMER 5-2010
NU IN DE WINKEL, of bestel: [email protected]

Leen Bedaux

Recente artikelen