Performatik
Met Martin Creed, Sarah Sze, Orla Barry, Musée de la Danse, Jimmie Robert kiest het Brusselse performancefestival Performatik bij zijn derde editie die dit weekend opent voor kunstenaars van naam. In gesprek met curator Katleen van Langendonck.
Wat is Performatik? Bestaat het al lang?
Performatik is een tweejaarlijks festival rond hedendaagse performance, eerste editie was in 2009. Kaaitheater is initiator en coördinator van het festival maar om niet enkel vanuit de ooghoeken van dans en theater naar performance te kijken, werken we samen met heel wat partners in Brussel die elk hun expertise binnenbrengen. Beursschouwburg is vaste partner, de experimentele muziekwerkplaats Q 0-2. Verder zijn vooral de beeldende kunst-partners belangrijk (Wiels, argos, Bozar, cc Strombeek). Performance vindt er historisch gezien zijn roots, en is er de laatste jaren weer aan een opmars bezig.
Bedoeling is samenwerkingen tussen curatoren uit de wereld van de podiumkunsten en de beeldende kunsten te stimuleren en een kruisbestuiving op gang brengen tussen zowel kunstenaars uit de podiumkunstenwereld en de beeldende kunstwereld, als tussen de verschillende publieken.
Er is nooit één thema maar wel telkens een rode draad. In de eerste editie was dat het futurisme, n.a.v. de 100-jarige verjaardag van wat men de eerste performancekunstbeweging kan noemen. In 2011 stond de positie van het object centraal.
Ik zie enige verwantschap met Playground bij STUK? Althans in de combinatie van disciplines. Of zie ik dat verkeerd? Zittten jullie toch dichter aan tegen bijvoorbeeld Springdance in Nederland?
In deze editie komt inderdaad veel dans en beeldende kunst voor, in die zin is er verwantschap met de laatste editie van Springdance. Maar verder ligt Performatik qua filosofie dichter bij het Leuvense Playground-festival, dat tegelijkertijd met Performatik van start ging, in het seizoen 2008-2009.
Heb je een verklaring voor de populariteit van dit soort festivals? Wat maakt dans zo’n geschikte vorm van expressie voor hedendaagse kunstenaars.
Performance is zeker niet alleen dans, het is vooral multi- of interdisciplinair. Het is wel opvallend dat de laatste jaren vooral dansperformance zijn weg naar de musea vindt. Ik denk dat dat te maken heeft met de grote vrijheid en experimenteerdrift die dans sinds de jaren negentig heeft. De conceptuele dans van Jérome Bel, Xavier Leroy en anderen, die op hun beurt verder ging op de verdiensten van Merce Cunningham en John Cage, Yvonne Rainer, Steve Paxton, Trisha Brown en vele anderen uit de jaren zestig, zorgden ervoor dat dans een containerbegrip werd voor vernieuwing en experiment in de kunst. Een vrijplaats, of nulgraad, waar letterlijk alles in vraag gesteld kon worden; dans werd veel meer dan lichamen in beweging. Een vrijheid die er volgens mij al veel vroeger in de beeldende kunst bestond.
Een tweede reden kan zijn dat dans als meest efemere kunstvorm – er blijft zelfs geen tekst over als in teksttheater, geen partituur als in muziek – enkel het hier en nu van een lichaam dat ‘schrijft’ in een bepaalde tijd en ruimte – een verademing is in een beeldende kunstwereld die gedomineerd wordt door het object. Dans schrijft zich zo in in een nieuwe beweging in de beeldende kunst. In deze editie van Performatik kiezen ook de beeldend kunstenaars die naar de theaterzaal trekken of voor een buitenlocatie kiezen, voor dansers als performers: Martin Creed, Theo Cowley.
Wat zijn de karakteristieken van de editie van dit jaar?
Het vertrekpunt voor deze editie zijn ontmoetingen tussen kunstenaars uit de podiumkunsten en uit de beeldende kunst, waarbij er tijd is om elkaars wereld af te tasten en samen tot iets nieuws te komen in een residentie. Bedoeling is dus niet dat de beeldend kunstenaar de scenografie maakt waarin de choreograaf danst … Berlinde de Bruyckere nodigde de voorbije zomer choreograaf en danser Vincent Dunoyer uit voor performances in haar tentoonstelling in galerie Arter in Istanbul. Nu nodigt Dunoyer haar op zijn beurt uit tijdens Performatik. De Amerikaanse choreografen en dansers Maria Hassabi en Trajal Harrell werkten al eerder samen met respectievelijk Jimmy Robert en Sarah Sze, en werken deze performances verder uit voor Performatik. Het festival bracht ook Meg Stuart en Michael Borremans samen, een ontmoeting die klikte, maar dit festival bleek te kort dag om tot iets te komen, dat is hopelijk voor de editie van 2015!
Zoals in elke editie nodigen we ook kunstenaars uit die hun eigen wereld verlaten: Martin Creed maakte een stuk over het klassiek ballet, Boris Charmatz zoekt de tentoonstellingsruimte op voor een tentoonstelling-in-beweging, waarbij performers kunstwerken elk op hun manier activeren, in een vijf-uur durende performance Brouillon.
Verder komen er steeds thematische lijnen bovendrijven, ook al zijn die niet op voorhand bedacht: een andere verhouding tot het publiek bij onder meer Meggy Rustamova, Ivo Dimchev, Chloé Dierckx of Zhana Ivanova. De act van het tekenen bij Meg Stuart, Philipp Gehmacher, Vladimir Miller, Hyppolyte Hentgen en Bernard Van Eeghem.
Er doen grote namen aan mee, zoals Martin Creed en Sarah Sze die de USA gaat vertegenwoordigen op de komende biënnale. Kun je iets over hun bijdragen vertellen?
Martin Creed vertrekt in Work nr. 1020 ballet van de vijf basisposities van het klassieke ballet. De voorstelling is echter veel meer dan een analyse van het ballet; het is een tegelijkertijd grappige en filosofische lecture-performance van Creed zelf, waarbij hij over cijfers en letters vertelt, over het leven, en tegelijkertijd met zijn band punkrock speelt én video’s toont.
Sarah Sze en Trajal Harrell kennen elkaar al jaren en maakten samen The untitled still life collection voor het ICA in Boston. Een blauwe dunne draad is het vertrekpunt voor een intieme ontmoeting tussen het choreografische en het sculpturale.
Performatik
Kaaitheater en diverse locsaties Brussel
23 februari – 2 maart
Al het beeld is afkomstig van de site van Performatik
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M