Het lijkt een transparant grijs Pablo Pijnappel bij Juliètte Jongma
Clare verdwaalt al doelloos zwervend door de straten van Antwerpen. Pas wanneer hij zelf ook zonder plan besluit rond te lopen vindt hij haar. Ze spenderen de avond samen. Clare is dronken. Omdat de laatste trein naar Amsterdam al vertrokken is moeten ze de nacht in een hotel doorbrengen. De volgende ochtend besluiten ze zonder te betalen weg te gaan, maar ze worden betrapt.
Het is min of meer de strekking van een verhaal dat het persbericht vormt van de tentoonstelling Pareciam ser de um cinza translúcido van Pablo Pijnappel. Het is de strekking zoals ik mij het verhaal herinner, maar wellicht dat een ander de nadruk op andere dingen legt. De ik-persoon in het verhaal lijkt Pijnappel zelf te zijn. Maar of het autobiografisch is, is niet duidelijk. Waarschijnlijk een deel wel en een deel niet, zoals Pijnappel bekend is om zijn spel met feiten en fictie. Maar het is hoe dan ook zijn verhaal.
Pijnappel geeft mij persoonlijk toelichting bij de twee werken die hij hier tentoonstelt: Quirijn (2012) en Lucas (2013). Ook het persbericht kan eigenlijk gezien worden als deel van de tentoonstelling. Niet als een soort introductie of proloog, Clare zien we namelijk nergens meer terug, maar als een ander persoonlijk verhaal van Pijnappel gevormd door zijn herinneringen, gedachten en ideeën al dan niet afkomstig uit de wereld die wij kennen.
Staand naast de lawaaierige analoge filmprojector vertelt Pijnappel op een aanstekelijke manier over zijn werk en zijn fascinatie met de geschiedenis, de fragiele lijn tussen feit en fictie, en hoe wij ons de dingen herinneren. In een interview met Metropolis M noemt Ilse van Rijn het werk van Pijnappel filmische collages. Ik zie nu dat niet alleen het resultaat gezien kan worden als een collage, maar het hele proces, zijn hele manier van denken.
Wanneer ik hem vraag hoe hij zichzelf blijft uitdagen in het verbeelden en vertellen van persoonlijke verhalen waarbij de feitelijke geschiedenis en persoonlijke interpretaties in elkaar overlopen, antwoord hij dat het vertellen van een verhaal nooit uitgeput raakt. Er zijn zo veel manieren en perspectieven hoe je een verhaal kan vertellen, en ik onderzoek die verschillende aspecten van een verhaal. “ Elk werk voelt aan als een nieuw spel waarbij ik steeds andere regels opstel.”
De twee films die te zien zijn verschillen dan ook behoorlijk van elkaar, en toch is het handschrift van Pijnappel duidelijk herkenbaar. Quirijn gaat over een man die Pijnappel tijdens zijn studietijd aan de kunstacademie heeft leren kennen. Het is een man die anders is dan de rest. Hij heeft niet dezelfde behoeftes als de doorsnee man; geen ambities, geen werklust, geen seksuele behoeftes, hij is niet op zoek naar een hoger doel in het leven of überhaupt naar een doel. Hij neemt het leven zoals het komt, werkt net genoeg om zichzelf te kunnen onderhouden en lijkt als enige drive te hebben de zoektocht naar een goede espresso. De film, voornamelijk bestaande uit slides, laat de favoriete plekken van Quirijn zien, zijn manier van leven al ronddwalend door de straten van de stad waar hij zich momenteel bevindt. We zien oude zwart-wit foto’s op een boekenkast. “Is dat zijn huis?” Vraag ik Pijnappel. “Eigenlijk is het mijn huis, maar nu lijkt het zijn huis.”
Waar je bij Quirijn op een fragmentarische en poëtische manier een kijkje in het leven van een zeer bijzondere man krijgt, is het boek A certain Lucas van Julio Cortázar de inspiratiebron bij Lucas. "Sommigen noemen het boek een roman, andere noemen het een dagboek, en weer anderen zien het meer als een boek vol short stories." De ondefinieerbaarheid van het boek verklaart meteen waarom het Pijnappel zo gefascineerd heeft. Ook bij Pijnappel is er nooit een duidelijk begin en een eind. De films van Pijnappel hebben daarom voor mij meer gemeen met een boek dan met een film in de manier waarop het verhaal bij de ontvanger tot leven wordt gebracht. Ondanks de beelden en de woorden krijg je nooit het hele verhaal te zien, er blijft altijd nog wel wat over voor de eigen interpretatie.
In Lucas vertelt Pijnappel voor het eerst zelf het verhaal aan de hand van fragmenten uit het boek en plaatjes die hij laat zien. Het lijkt zo simpel, en toch heb ik het gevoel dat ik de film wel tig keer kan bekijken omdat ik steeds nieuwe dingen ontdek. Hoe vaker ik het zie, hoe meer ik het spel tussen woord en beeld ga waarderen. Bij Pijnappel werken die twee samen. Mensen vragen vaak waar hij eerst mee begint, maar zo werkt het voor hem niet. Een tekst roept bij hem een beeld op en andersom. Zo creëert hij gaandeweg een netwerk aan beelden en woorden die samen een geheel vormen.
Pijnappel schrijft graag over zijn werk, het is onderdeel van zijn werk. Maar nooit uitleggend. Het valt misschien ook niet simpel uit te leggen. Op een filosofische manier maakt hij je bewust van de werking van het menselijk brein en hoe zij herinneringen opslaat en verhalen maakt. Wanneer ik de deur achter mij dicht doe vraag ik mij af in hoeverre datgene wat hij mij heeft vertelt ook ‘echt’ is. Maar who cares? het verhaal is prachtig.
Pablo Pijnappel
Pareciam ser de um cinza translúcido
galerie Juliètte Jongma
t/m 22 februari
Op 22 februari geeft Pablo Pijnappel tevens een performance.
Pam Roos ten Barge