In Memoriam: Sturtevant
Sturtevant, de artiste provocateur, wereldberoemd vanwege haar kopieën van werk van bekende kunstenaars, presenteert tijdens een grote solo in Musée d’Art Moderne de la Ville de Paris, haar nieuwste werk: Elastic Tango en House of Horrors.
Deel 1: Sturtevant – Binnenste Buiten
Kennis is macht. De kracht om voorbij het oppervlak te kijken. Hoe dit wordt gedaan, blijft een interessante vraag. Sturtevant vertelt ons in haar verzamelde teksten, The Razzle Dazzle of Thinking, uitgegeven ter gelegenheid van haar tentoonstellingoor in Musée d’Art moderne de la Ville de Paris, een heleboel over deze macht van de kunst, of de virtuele kracht die in sommige werken besloten ligt en erop wacht om geactualiseerd te worden.[1] Pas met haar teksten in het achterhoofd, wordt duidelijk hoezeer haar werk een manifestatie van het denken is, of zoals zij zelf schrijft, ‘denken door het maken van objecten, denken door het schrijven.’[2] Dit vereist vervolgens weer van de toeschouwer/lezer dat hij/zij extra aandacht besteedt aan het conceptuele niveau van haar gebruik van beeld en taal.
De onzichtbare kracht van kunst is dat zij niet representeert, imiteert of reflecteert, dat zij nergens op lijkt, geen verhalen herhaalt: het is denken en kennis, maar altijd in beweging, in wording. Sturtevants werk is ‘een verzameling noodzakelijke omwegen die men elke keer opnieuw in het leven roept om de kracht van de dingen te kunnen blootleggen.’[3] Deze kracht ligt verscholen in een wereld die eerder gebaseerd is op verschillen dan op gelijkheid. Deze visie op de wereld, vertellen de filosofen Gilles Deleuze en Henri Bergson, kan ons alleen bereikt worden door het intellectuele proces te plaatsen tegenover de illusie van de ervaring. En hierin herkennen we Sturtevants idee van ‘de harde waarheid’: haar werk is geen kopie, ook al ziet het er misschien op het niveau van het visuele wel zo uit, maar juist de belichaming van het idee van een verschil.
In het werk van Sturtevant staat voortdurend de relatie tussen het innerlijk en het uiterlijk, en tussen de binnenkant en de buitenkant centraal. In de vroege jaren zestig begon Sturtevant met het kopiëren van werken van kunstenaars als Andy Warhol, Claes Oldenberg of Roy Lichtenstein, nog voordat deze kunstenaars echt bekendheid verwierven. In de decennia daarna bleef ze het concept van originaliteit ter discussie stellen en kopieerde werken van Marcel Duchamp, Jasper Johns, Joseph Beuys, Frank Stella en Felix Gonzalez-Torres. De tentoonstelling in Parijs toont een selectie van deze werken, waaronder Gonzalez-Torres Untitled (America) (2004) en Stella Union Pacific (1989). Volgens Sturtevant wordt het denken gestimuleerd door voorbij te gaan aan dat wat aan het oppervlak van het ‘zien’ ligt en door stil te staan bij de onderliggende structuren van deze vormen van zichtbaarheid.
In haar huidige werk probeert ze nog steeds de sprong van beeld naar concept te maken, alleen doet ze dat niet meer met het kopiëren als strategie, maar door het gebruik van video in werken als Dillinger Running Series (2000) en Infinite Exhaustion (2007). Volgens Deleuze gaat filosofie over het creëren van concepten en over de reflectie daarop. In het verlengde hiervan bestaat er voor Sturtevant geen retrospectieve tentoonstelling; elke tentoonstelling is een creatie van nieuwe gedachten, zo uniek als de toeschouwers die zich inlaten met haar radicale kunst.
‘Repetition is a breath-taking
conceptual idea that has greatly
pushed the limitation of resemblance;
holding the higher powers of
non-identity and difference.
Its presence has narrowed the gap
between visibilities and articulation.’[4]
Voor haar huidige tentoonstelling in Parijs heeft Sturtevant een groot, nieuw werk gemaakt getiteld House of Horrors. Het heeft de vorm aangenomen van een traditionele kermisattractie, het spookhuis, en deed me daarom denken aan de volgende passage uit een tekst van Sturtevant:
‘Spectators, which brings to mind
gladiators being eaten alive by lions,
only demand entertainment.
Thus, seeing is only perception
and hearing is only a distraction.’[5]
Terwijl ik nadacht over Sturtevants griezelhuis – een artistieke reis langs de filmiconen van het horror-genre, zoals Frankenstein – ontdekte ik dat Hollywood ook haar eigen spookhuis heeft die je langs de engste personages van de geschiedenis van de Amerikaanse horrorfilm voert. ‘Als je hier niet bang van wordt, ben je misschien zelf al meer dood dan levend’, aldus een trailer op internet. Als ik aan een spookhuis denk, moet ik ook aan de humor ervan denken, de lach die volgt op het verwachte schrikeffect. Maar wat gebeurt er met de angst en de lach in het werk van Sturtevant? Gaat het hier om de satire, de overdrijving van een karikatuur? Of gaat dit het om het verlangen de toeschouwer de ware lach te laten beleven, zoals de Franse filosoof Jean-Luc Nancy deze beschrijft: ‘Lachen is het genieten van kunst en taal in de meest extreme zin – van kunst als de begrenzing van taal, van taal als de begrenzing van kunst.’[6]
In november 2008 ensceneerde Sturtevant in de Tate Modern een kort theaterstuk getiteld Spinoza in Las Vegas. Deze performance voor theater ontspon zich rondom een dialoog tussen Sturtevant en Spinoza, en een mannelijk personage die de Ventriloquist (buikspreker) heette. De dialoog, tegelijkertijd zowel opvoering als repetitie, werd gecombineerd met videobeelden op een scherm (een tweedimensionaal decor aangepast op ons cybernetische tijdperk) en onderbroken door verschillende komische acts (een rapper die Ludacris’ Money Maker playbackt; een travestiet die op een roze maan danst en Frank Sinatra’s Fly me to the Moon zingt en dansende teeny boppers). Door middel van een gedurfd en humoristisch intellectueel rollenspel plaatst Sturtevant Spinoza’s filosofische uitgangspunten binnen onze eigen hedendaagse, ideologische en culturele context.
S (Sturtevant/Spinoza):
I’m not picking on Spinoza, I’m putting him on the line
V (Ventriloquist):
You are hanging him up in Las Vegas?
S: Very dangerous.
V: Poor Spinoza. Why are you doing this?
S: if you want to slice open the head, take on Spinoza.
Infinite space for thinking
Don’t worry, he has the time of his life…[7]
In het script wijst de Ventriloquist erop dat Sturtevant niet op Spinoza lijkt. Maar ze antwoordt dat dit meer een zaak is van het innerlijk en de geest, dan van het uiterlijk. Het feit dat Sturtevant gebruik maakt van het rollenspel heeft niets te maken met ‘de identiteit’ als onderwerp en we moeten er ook geen opzettelijk verschil van de geslachten in zien: Sturtevant als vrouw, Spinoza als man. De wijze waarop Sturtevant zich het spektakel en de performance toe-eigent gaat over iets heel anders.
Giorgio Agamben beweerde dat het kapitalisme door het gebruik van het spektakel het vermogen bij mensen heeft weggehaald, zich door hun eigen spreken te laten leiden bij het maken van een eigen ‘sociale geschiedenis’. Hij spreekt over de een extreme vorm van onteigening van het Alledaagse is het spektakel, die de huidige, politieke situatie waarin we leven tekent.’ Maar het spektakel bevat tegelijkertijd een positieve kracht die tegen zichzelf gebruikt kan worden, aldus Agamben.[8]
Spinoza in Las Vegas gebruikt het spektakel ook tegen zichzelf als instrument om zijn eigen effectbejag om te zetten in iets anders. Dit wordt niet door de vorm bewerkstelligt – Spinoza in Las Vegas omarmt de vorm van het spektakel – maar door het intellectuele proces: ‘probeer te onthouden dat dit een spel van de geest is’ zegt Sturtevant tegen de Ventriloquist. Sturtevant excentrieke fabel biedt de toeschouwer een inkijkje in wat Jean Baudrillard ‘het coole universum van de digitale werkelijkheid’ noemt.[9] Uit haar theaterstuk blijkt echter dat Sturtevant een hele andere conclusie trekt dan Baudrillard. Ze mag dan met Baudrillard de opvatting delen dat wereld wordt beheerst door simulacra en het oppervlak van beelden, Sturtevant gelooft wel degelijk in het vermogen van kunst om de toeschouwer macht te geven over zijn subjectiviteit en ‘een grote nieuwe ruimte voor het denken’ te creëren. [10]
In het begin van het stuk verwijst Sturtevant naar Michel Foucault in een dialoog tussen de Ventriloquist en ‘the Dummy’:
D: Knowledge is to cut.
V: To cut?
D: You know, knowledge is not for understanding but for cutting.
(…)
D: Listen smarty, Foucault, Michel Foucault.
He’s the “to cut”, not the cutting.
V: And the “cutting”?
D: Do you know that “très fuck you artist” Sturtevant?
V: For sure…
D: She’s the cutting
‘Cutting’ oftewel ‘knippen’ is een begrip dat verbonden lijkt met de breuk en Sturtevants idee van beweging in ‘sprongen en hobbels’. Ze volgt hierbij Foucault in zijn oproep tot een herdefiniëring van de taal van de historicus voor het hedendaagse denken: ‘Het lijkt met name moeilijk om voor de geschiedenis, waarin de mens haar eigen ideeën en haar eigen kennis probeert te traceren, een algemene theorie van discontinuïteit te formuleren van grenzen, eenheden, opeenvolgingen, specifieke volgorden en gedifferentieerde onafhankelijkheden en afhankelijkheden.’[11] Foucault beschrijft ‘een zekere afkeer voor een begrip in termen van verschil, voor het beschrijven van scheidingen en verstrooiingen, voor het afwijken van de geruststellende vorm van de gelijkwaardigheid.’[12] Door Spinoza mee naar Las Vegas te nemen, voert Sturtevant deze verplaatsing op een extreme manier op. In dat opzicht houdt Sturtevant niet op de toeschouwer te verbazen, ze verkent steeds nieuwe terreinen en vindt nieuwe condities uit voor de ervaring van kunst. Haar kunstwereld kent geen grenzen en is net zo excessief en veranderlijk als de echte wereld. Soms vertraagt ze haar bewegingen even, verandert haar pas en ritme, om weer een nieuwe ruimte te openen. Vertical Monad (2008), een recent werk dat ook in Parijs te zien is, bestaat uit een ruimte met grijze muren en een grijze vloer, waarin een plasmascherm op een sokkel staat. Op het scherm is dezelfde grijze monochrome kleur te zien als in de rest van de kamer. Op de achtergrond is de stem van een man te horen, die in het Latijn Spinoza’s volledige Esthetica (1677) reciteert. De Spinoza van Vertical Monad en die van Spinoza in Las Vegas suggereren twee totaal verschillende bewegingen en ritmen, maar ze behoren desalniettemin hetzelfde denken toe, een denken dat het verschil, de tegenstelling, de omkering en de verplaatsing centraal stelt, en dat is nu juist zo karakteristiek voor Sturtevants uitdagende praktijk.
Vanessa Desclaux is onafhankelijk curator en schrijver, Londen
The Razzle Dazzle of Thinking
ARC/ Musée d’Art moderne de la Ville de Paris, Parijs
5 februari t/m 25 april
2. Gesprek met de kunstenaar via e-mail, november 2009.
3. Gilles Deleuze, ‘Literature and Life’, Critical Inquiry 23, winter 1997.
4. In ‘Inherent Vice and vice versa’: www.tate.org.uk/research/tateresearch/tatepapers/07autumn/sturtevant.htm
5. Ibid.
6. Jean-Luc Nancy, Wild laughter in the throat of death, MLN, Vol. 102, n°4, French Issue (september 1987).
7. Fragment uit het scenario van Spinoza in Las Vegas (2008)
8. Giorgio Agamben, The Coming Community (1990), University of Minnesota Press, 1993.
9. ‘The Hyper-realism of simulation’, in Jean Baudrillard: Selected Writings, Stanford, 1988; oorspronkelijk gepubliceerd in Symbolic Exchange and Death (1976).
10. Gesprek met de kunstenaar via e-mail, november 2009.
11. Michel Foucault, The Archaeology of Knowledge (1969), Routledge, 1972.
12. Ibid.
Deel 2: Sturtevant Q & A
Op speciaal verzoek beantwoordt Elaine Sturtevant (1930) enkele vragen over haar tentoonstelling in Parijs.
Uw werken stellen een manier van kijken centraal, die gebaseerd is op duur, herhaling, vertraging en comeback. Toch gaat het werk niet over het begrijpen van het verleden, maar over het projecteren van het denken in de toekomst.
‘Mijn werk gaat zeker niet over het begrijpen van het verleden, of over een herwaardering. Het is volledig gericht op een omkering van de hiërarchieën die ons door de cybernetica zijn opgelegd.’
Het eerst werk dat de bezoeker tegenkomt in uw tentoonstelling in Musée d’Art Moderne de la Ville de Paris is Elastic Tango, een videospel in drie delen. Verwijst het begrip ‘elastic’ naar uw relatie tot tijd?
‘Elastic Tango gaat over verplaatsing, een manier om veranderende mentale structuren te benadrukken.’
U vertelde mij dat uw huidige tentoonstelling gaat over ‘beelden boven objecten’. Volgens u is onze hedendaagse wereld geobsedeerd door systemen en het uitwissen van beelden als een object. Hoe wordt ‘de stille kracht van de kunst’, haar ‘innerlijk’, dat u naar voren wilt brengen, manifest?
‘De tentoonstelling gaat over het articuleren van zichtbaarheden: over het zichtbaar maken van gedachten.’
Wat is zichtbaarheid?
‘Zichtbaarheid staat tegenover “kijken”, dat oppervlakkig is.’
Tempo en ritme zijn belangrijke kenmerken van een aantal van uw werken die in Parijs te zien zijn, zoals de Dillinger Running Series (2001), Infinite Exhoustion (2007) en Vertical Monad (2008). Met hun eindeloze ritmen en gefragmenteerde bewegingen vertraagden deze werken mijn gedachten. Ze schorten de tijd op. Wilt u de toeschouwer fysiek tegemoet treden?
‘De beweging, het geluid en het horizontale licht creëren het tempo en ritme. Het gaat er zeker niet om de toeschouwer op een fysieke manier erbij te betrekken, maar om hen een nieuwe ruimte om te denken te geven.’
Voor wat soort beweging geeft dat?
‘Dat gaat over sprongen en hobbels. Maar daar kan ik nog een hele lezing over geven.’
De tentoonstelling is verdeeld in twee delen; het tweede deel is een ambitieuze nieuwe installatie die u beschrijft als een ‘spookhuis’, het House of Horrors, zoals die ook op de kermis te vinden is. Wat is het verband tussen het spookhuis en onze hippe digitale cyberwereld? Zijn ze een en hetzelfde ding?
‘Het House of Horrors, opgevat als totaalentertainment, onze huidige obsessie, staat lijnrecht tegenover die cyberwereld.’
Wilt u er met House of Horrors op wijzen dat de dood het entertainment binnen is getreden?
‘Nee, House of Horrors gaat over bang zijn.’
In het kader van de tentoonstelling wordt er een selectie van uw essays en lezingen gepubliceerd in het boek The Razzle Dazzle of Thinking. Welke rol speelde het schrijven voor u in relatie tot het maken van kunst? Zijn het twee verschillende manieren van denken?
‘Denken door het maken van objecten. Denken door het schrijven.’
BEELD via galleristny.com
Vanessa Desclaux