Een bloemlezing van geo-poëtica Interview met de Otolith Group
Het Londense collectief The Otolith Group, bestaande uit Kodwo Eshun en Anjalika Sagar, maakte afgelopen documenta indruk met hun naar aanleiding van de kernramp op Fukushima gemaakte film The Radiant. Dit aan de menselijke invloed op de aarde gewijde filmessay is inmiddels opgevolgd door een tweede, Medium Earth. Kodwo Eshun over de achtergrond van beide films, die zich het Antropoceen proberen voor te stellen.
Kodwo Eshun: ‘Ik zou niet zo veel om geologie hebben gegeven als ik niet bekend was geweest met het begrip Antropoceen en de argumenten van de filosofen Nick Land en Reza Negarestani over de kwestie van geo-trauma, dat uit het hoofdstuk ‘The Geology of Morals’ in Mille Plateaux (1980) van Gilles Deleuze en Félix Guattari komt. Daar hebben we ook de titel van de installatie in The Anthropocene Project in het Berlijnse Haus der Kulturen der Welt uit 2014 vandaan gehaald: Who Does the Earth Think it is? Nick Land heeft de mensen onderwezen die later de Cybernetic Culture Research Unit hebben gevormd, waar ik lid van was in de jaren negentig. The Otolith Group is doordrenkt met die ideeën, en de film Medium Earth (2013) komt ook uit die ideeën voort. Deze films zijn kleinschalige experimenten in hoe je de grote vragen van onze tijd voor kunt stellen, zoals het concept van het Antropoceen.
‘Het Antropoceen geeft ons een ander tijdsframe om de relaties tussen de wetenschappelijke processen – of deze nou atmosferisch of geologisch zijn – en de menselijke tijd te begrijpen. The Radiant (2012) probeert deze twee te verbinden, maar op een manier die niet illustratief of didactisch is. Het suggereert door middel van montage dat er een groter tijdsframe is. Door een relatie te leggen tussen 2011 enerzijds en anderzijds 1970, 1954 en 1945 met de wederopbouw van Tokyo na de Tweede Wereldoorlog in de openingsscène, proberen we te tonen dat de specifieke Fukushima-ramp van 11 maart verbonden is met de grotere kwestie van nucleaire energie in een antropogene context. In 1954 was er sprake van zwarte regen boven Tokio; toen kwam de antinucleaire beweging op. Niemand zou de term ‘antropogenist’ hebben gebruikt in 1954, maar we kunnen nu zeggen dat daar wel sprake van was: het begin van een bewustwording over klimaatveranderingen en milieugevaren.
1.
‘The Radiant gaat over de onuitgesproken vormen van macht en identificatie met de energie die atomaire kracht geeft. Het hele project van nucleaire energie is een Prometheïsche onderneming waarin wetenschap en technologie de controle krijgen over fundamentele processen als kettingreacties, zogenaamd in het belang van de mens. De laatste persoon die een soort Prometheïsche dimensie toeschreef aan nucleaire kracht was de filosoof Günther Anders, de eerste echtgenoot van Hannah Arendt, die in de jaren vijftig van de vorige eeuw The Antiquatedness of the Human Species schreef. In dit boek wordt gesproken van ‘the Radiant’: mensen die zichzelf super krachtig voelen omdat ze zichzelf identificeren met de nucleaire kracht. ‘The Radiant’, dat is Japan zelf, en daarbinnen Tokio, the City of Light die je ziet aan het begin van de film in een luchtshot vanaf de tweeënvijftigste verdieping van de Mori Tower. Tokio is zoiets als het kwaadaardige broertje van Fukushima, helemaal daar in het noordoosten – een provinciale, ouderwetse stad waarover inwoners van Tokio wat minachtend doen.
Het is een extreem animistische regio. Verschillende bewoners aan de Honshu-kust, waar Fukushima aan ligt, geloven in een onzichtbare laag van lokale goden, huisgoden, zeegoden, regengoden en aardegoden, die zij vereren. De curator, fotograaf en fotografietheoreticus Chihiro Minato – die ook in de essayistische film The Life of Particles (2013) van Angela Melitopoulos en Maurizio Lazzarato voorkomt – zegt dat de straling een tweede laag van onzichtbaarheid toevoegt aan de lokale goden. Dit zorgt voor ‘een dubbel onzichtbaar landschap’, zoals hij het noemt. Als je naar de regio gaat heb je niets aan een camera. Het kan namelijk deze dimensies niet vastleggen. Daarom hebben we die scène waarin de camera gedemonteerd wordt. Het is een demonstratie van zijn beperkingen. De film is een verzameling van verschillende pogingen om iets te vatten dat niet te vatten is, maar wel vastgelegd moet worden, hetzij door middel van beeld, geluid of tastbare middelen.
We realiseerden ons dat de geluiden van de geigerteller, gebruikt om de verschillende niveaus van lokale straling te meten, kunnen samenvallen met vogelgeluiden, een soort van trillend, drievoudig geluid.
LEES VERDER IN METROPOLIS M Nr 1-2015 WORLD OF INTERIORS & ANTROPOCEEN
NU IN DE WINKEL. OF BESTEL [email protected] (€9,95)
Agnieszka Gratza