Laat, later, laatst
De late Rembrandt, de late Matisse, de late herman de vries, de late David Hockney, de late Sarkis en Joan Jonas. Deze lente is het seizoen van de laatbloeiers.
Afgelopen weekend ben ik het gaan bekijken. Het late werk van David Hockney in het Noord Brabants Museum. Onderdeel van een collectiepresentatie van de firma Würth.
De collectie, gigantisch naar het schijnt en ondergebracht in de bedrijfsgebouwen van de firma en, lees ik op zaal, meerdere eigen musea (!), bestaat in Den Bosch uit wat wordt genoemd ‘minder bekende werken van bekende kunstenaars’. Af te vinken op je persoonlijke lijst gezien zijn namen als Beckman, De Chirico, Ernst Magritte (wie niet van de twintigste-eeuwse klassiekers). Als je van bekende kunstenaars houdt, ga naar Den Bosch.
Er zijn ook twee late Picasso’s te bewonderen. Een late Tingeley, een late Baselitz en een late Kiefer. En, als gezegd, liefst vijf late Hockneys. Voor de laatste is zelfs een aparte zaal ingericht.
Hockney schilderde een bijzonder rijtje bomen, in de omgeving van zijn woonhuis in Yorkshire. De vier seizoenen. Ze hebben wel iets van buitenformaat illustraties uit een middeleeuws getijdenboek, maar Hockney heeft naar eigen zeggen vooral geambieerd de frisheid van de landschappen van Van Gogh te treffen. Wat niet helemaal gelukt is. Op zaal, om de hoek, hangt tussen de rest van de collectie Würth, nog een landschap. Dat werkt beter met Van Gogh-bril op. Knotsgekke kleuren.
Jammer genoeg ontbreken de nog latere iPad-tekeningen van eeuwige experimentator Hockney. Want wat mij betreft kan het vandaag niet laat genoeg.
We beleven in Nederland een lente van late kunst. We kunnen in Amsterdam nu late Rembrandts zien en late Matisses. In De Pont hangen nu een paar late Toon Verhoefs. Vers in mijn geheugen zitten nog de late Rothko (rood), naast een late Mondriaan (gekanteld) in Den Haag. Over een paar weken voegen zich daar bij in Venetië een late herman de vries, een late Joan Jonas en late Sarkis. Onder ongetwijfeld nog veel meer laatbloeiers.
Wat wil de kunstwereld zeggen met deze redelijk massale omarming van de kunst op leeftijd?
Als ik afga op de gemiddelde leeftijd van het publiek afgelopen weekend in Den Bosch is het antwoord simpel: grijs kiest grijs. De gemiddelde leeftijd in Den Bosch was 55plus.
Dan denk je: de museumbezoeker op leeftijd herkent in de kunstenaar op leeftijd een levenskracht die hij ook zelf heeft of zou willen hebben. Maar dat antwoord is wat flauw.
Lees beter het stuk van Antje von Graevenitz in de nieuwe Metropolis M. Er valt veel zinnigs te zeggen over laat werk. Bij Von Graevenitz komen er een heel stel langs: een late Daan van Golden, een late Ger van Elk, een late Armando en Picasso (diens allerlaatste zelfportret – kent u dat?) en niet te vergeten een late Philip Guston. Werkelijk schitterend, met even tragische als treffende (zelf)spot geschilderd.
Over de wraak van de grijsaard, tegen al dat gedweep met jong talent.
Hockney, Tingeley, Picasso en meerSammlung Würth
Noord Brabants Museum, Den Bosch
t/m 17.5.2015
LEES OOK: Het Late Werk door Antje von Graevenitz in:
METROPOLIS M Nr 2-2015 ADVOCACY & LA BIENNALE DI VENEZIA
NU IN DE WINKEL. OF BESTEL: [email protected] (9,95 incl verzending)
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M