O! Jorinde Seijdel over het vernieuwde Open!
Interview met hoofdredacteur Jorinde Seijdel over de nieuwe website van OPEN!
Het is vrij recent dat Open! als opvolger van Open in een nieuwe online vorm is begonnen, waarom was het nu al(weer) tijd om te veranderen?
Het plan was eind 2012, bij het sluiten van SKOR, al direct om een site te maken als een levend archief, waarvan ook de gehele inhoud van het papieren cahier Open 2004-2012 deel zou uitmaken. Het idee was om een kennisomgeving over kunst, cultuur en het publieke domein te creëren waarop verschillende relaties tussen de teksten onderling zichtbaar kunnen worden gemaakt, en die gebruikers meer mogelijkheden biedt bij het lezen of doen van onderzoek. We hadden echter niet de middelen om zo’n site te bouwen en hebben daar toen een subsidie voor aangevraagd bij het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie. In het najaar van 2013 is die ook toegewezen, in bescheiden vorm, en is ontwerper Niels Schrader van Mind Design begonnen de site te maken die nu online is gegaan. Intussen gingen we in oktober 2013 wel van start met een eenvoudige WordPress-site die mijns inziens fraai is vormgegeven door Thomas Buxó , maar beperkt in haar redactionele mogelijkheden.
Hoe zie je de huidige positie en relevantie van Open!: wat moet het platform bieden op het gebied van thema’s, type stukken, inhoud et cetera, en aan wie?
Ik zie Open! als een kennis- en publicatieplatform dat experimentele en kritische gedachtenvorming over kunst, cultuur en het publieke domein produceert en verspreidt. Het platform verkent de veranderende omstandigheden van het publieke domein en de publieke sfeer en nieuwe visies op gemeenschap en het gemeenschappelijke middels een verscheidenheid aan internationale en interdisciplinaire perspectieven. Open! richt zich op onderwerpen gerelateerd aan het publieke, aan eigendom- en machtsverhoudingen, en onderzoekt de gevolgen van de huidige processen van privatisering, mediatisering en globalisering voor onze sociale en artistieke praktijken. Daarmee is het platform gepositioneerd op het snijvlak van verschillende culturele ‘scènes’, waaronder de kunstscene, de activistische scene en de academische scène die elkaar soms meer en soms minder overlappen. Dat Open! niet exact samenvalt met een zo’n scène is precies haar relevantie, én haar vrijheid. Open! richt zich niet op één type doelgroep maar op een naar verdieping zoekend publiek van theoretici, studenten, kunstenaars en activisten. Lezers en publicisten hebben verschillende achtergronden.
Wat hield de samenwerking met Stroom Den Haag in?
De samenwerking met Stroom die in 2013 van start ging was een pilot. Stroom heeft het op genereuze wijze mogelijk gemaakt dat het cahier Open een doorstart kon maken en kon transformeren in Open!,. Vanaf het begin heeft Stroom benadrukt dat de meerwaarde van Open! juist haar onafhankelijkheid is en dat ze niet zou moeten gaan functioneren als een vehikel van Stroom. In de praktijk hebben we er echter mee geworsteld hiervoor een goede en duurzame vorm te vinden, vandaar uiteindelijk de beslissing om vanaf 2015 op een andere basis samen te gaan werken.
Welke vorm zal de samenwerking vanaf nu hebben?
Vanaf heden is de samenwerking louter op projectbasis. Het huidige plan is om met een kleine redactie gevormd door Open! en een curator van Stroom op Open! over een thema te publiceren dat deel uit maakt van het programma van Stroom én dat binnen de interesse van Open! valt. Een en ander verkeert nog in de beginfase, maar het idee is om aan te sluiten bij Strooms programma-onderdeel Culture of Control. Voor Open! is dit zeer interessant, aangezien het eerste nummer van het cahier Open onder mijn hoofdredactie hierover ging. (Open. Cahier over kunst & het publieke domein, “(On)Veiligheid” (NAi Uitgevers/SKOR), 2004, #6) Wat is er de afgelopen 10 jaar veranderd in het denken over en de ervaring van veiligheid, surveillance en controle, zowel in culturele, als in sociale en politieke zin? Vanuit deze vragen zal er een aantal essays en kunstenaarsbijdragen verschijnen in 2015. Tevens kunnen op de nieuwe site de oude teksten uit 2004 dan hernieuwde relevantie en zichtbaarheid krijgen. Overigens is Open! ook een samenwerking met ondermeer Casco aangegaan voor de onderzoekslijn Commonist Aesthetics. En op dit moment is Open! in een zeer constructief gesprek gewikkeld met meerdere kunstlectoraten met overlappende inhoudelijke interesses over de mogelijkheid dat zij Open! gezamelijk ondersteunen vanuit het oogpunt dat het ook in hun belang is dat er een platform als Open! bestaat. Niettemin zullen de middelen voorlopig beperkt blijven. Daarom blijf ik hopen dat het Mondriaanfonds in de nabije toekomst weer overgaat tot subsidiering van kunst- en cultuurpublicaties, om zo theorievorming, kunstkritiek en reflectie in Nederland niet ten onder te laten gaan. De markt biedt hier echt geen soelaas.
Hoe zou je de nieuwe website beschrijven en wat is diens meerwaarde?
Het is een site met een groot dynamisch tekstarchief (Open vanaf 2004-heden) waarin gebruikers meer dan op de huidige site gericht en vanuit verschillende ingangen kunnen zoeken en waarin relaties tussen teksten onderling, op basis van bijvoorbeeld onderwerp, zichtbaar kunnen worden. Informatie kan door de gebruiker doelgericht worden verzameld of op meer intuitieve wijze kunnen worden ontdekt. De nieuwe site zal ook geoptimaliseerd zijn voor tablets en beeldbijdragen zullen er beter tot hun recht komen. Voor de redactie wordt het ook makkelijker zichtbaarheid te geven aan thema’s. De site kan het lezen of onderzoek doen enigszins verdiepen. De tekst staat centraal en dan zijn er rechts op het scherm extra kolommen met navigeer- en zoekmogelijkheden, zoekresultaten, of aan het onderwerp gerelateerde teksten.. Er zal voorlopig geen mogelijkheid komen voor openbare lezersreacties. Ik geloof ook niet zo in de meerwaarde daarvan op een site als Open!. Verder blijft alles vrij toegankelijk, maar zal er wel een beroep worden gedaan op betrokken lezers om via de ‘donate’ knop een bijdrage te leveren.
Waarom kiezen jullie voor verschillende onderwerpen door elkaar en een doorlopend publicatieritme; waar jullie voortkomen uit een papieren magazine dat steeds een enkel onderwerp had?
Open! kan niet elke maand of elke 3 maanden met een nieuw doorwrocht kant-en-klaar themanummer komen door de gelimiteerde middelen. Ook heeft Open! bepaald geen uitgebreid redactioneel team. Er is een redactieraad, maar die fungeert vooral als klankbord op afstand. Door deze condities is het voor Open! nu meer werkbaar om langere tijd aan meerdere thematische lijnen tegelijk te werken en bijdragen daaraan geleidelijk te publiceren, zoals nu bij de thema’s Commonist Aesthetics en Art Discourse. Daarnaast blijft er ruimte voor losse bijdragen die actueel of relevant zijn. Soms wordt een thema van tevoren bepaald, soms krijgt het al publicerende contouren, zoals nu bij het thema Art Discourse. Verder is het natuurlijk zo dat we voortborduren op thema’s die we met het cahier al hebben uitgezet en die urgent blijven.
In Kunstlicht (Art Criticism in the Networked Age, jaargang 35 #2, oktober 2014) spreek je over fysieke publicaties waarin teksten met hetzelfde onderwerp uiteindelijk toch worden gebundeld op papier – een formule die ook door eflux wordt gebruikt. Wat is daar voor Open! de meerwaarde van – is dit bijvoorbeeld niet een overblijfsel van het idee dat materie meer waard is dan digitaal of de voormalige verschijningsvorm?
Materie is niet meer waard dan digitaal maar biedt wel een andere ervaring en neemt een andere plek in in de wereld, waardoor ook andere relaties kunnen ontstaan. Ik vind dit nog steeds interessant. Tevens biedt de gedrukte publicatie van een selectie teksten aan de redactie de mogelijkheid een visie te onderstrepen en extra te belichten. De toekomstige vorm van Open! ligt niet in of gedrukt of digitaal, wat mij betreft, maar in en-en.
Bezoek de neiuwe site HIER
In Metropolis M No 6-2014 ONZICHTBAAR publiceerde Vincent van Velsen een artikel over nieuwe online art journals
Vincent van Velsen
is redacteur Metropolis M en conservator Stedelijk Museum Amsterdam