metropolis m

Blinde bij reliëfschilderij in het Prado

De wereld is er een die meer en meer tot ons komt via het scherm, aan te sturen via het touchscreen met name en wii. Het heeft de nodige consequenties voor ons waarnemingsapparaat, dat in korte tijd zich begeven heeft van oor tot oog tot hand. Aanraken is wat we willen en waar we bang voor zijn.

Elk nieuw medium brengt z’n eigen environment voort: een nieuwe manier van in-de-wereld-staan, van sommige dingen heel belangrijk vinden en andere – die een voorgaande mediageneratie nog uiterst urgent vond – onbeduidend of iets voor ouwe koeien in de sloot. Bij elk nieuw medium hoort een eigen manier van landschappelijke inrichting, stedelijke cultuur, gevoelsleven en intermenselijk verkeer. Keer op keer grijpen de nieuwste media diep in op alle drie de ecologieën die Felix Guattari onderscheidde: de natuurlijke, de sociale en de mentale ecologie waarin zich ons menselijk leven voltrekt.

Elektrische communicatiemiddelen en gemotoriseerd verkeer waren de twee media die de environment van de twintigste eeuw bepaalden, van het modernisme in de kunsten en stedenbouw, tot de grootschalige landbouw wereldwijd met monoculturen van slechts een handvol gewassen. ‘Het leven van de huidige, gecultiveerde mens wordt al meer en meer een abstract leven,’ constateerde Mondriaan al aan het begin van de vorige eeuw. Alles wat niet modern was maar natuurlijk en concreet bleef, werd als onkruid geclassificeerd en met artistieke, literaire, architectonische en chemische middelen bestreden. En met pesticiden, insecticiden, genociden; alles wat een andere logica volgt dan de onze dient te worden uitgeroeid.

Tussen 1990 en 2000 zijn de modernistische media voorbijgestreefd door de digitale media. Computers, netwerken, servers, smartphones, ze maken wel gebruik van elektronische dragers, maar voeren een compleet nieuw programma uit. Alles kan worden gedigitaliseerd en gelinkt: niet alleen stedelingen maar ook boeren kijken voortdurend naar schermen om te zien hoe de achterliggende processen verlopen die ze wel kunnen sturen maar niet kunnen begrijpen. Bij digitale media draait alles om de interface, daar vindt de uitwisseling en wederzijdse herprogrammatie plaats tussen menselijke gebruiker en programmatuur. Daar ontstaan de metaforen waarmee we de wereld en elkaar voortaan begrijpen, de nieuwe gebaren die onze relatie tot de omgeving bepalen.

Ik wil hier herinneren aan een min of meer vergeten concept van Marshall McLuhan, naast dat environment uit de eerst zin. Elk nieuw medium veroorzaakt een verschuiving in de sense ratio, de verhouding tussen de bijdrage die onze zintuigen leveren aan wat wij van de wereld en onszelf ervaren en doorzien. McLuhan vatte de westerse cultuurgeschiedenis samen als: an eye for an ear. De meer dan honderdduizend jaar durende orale fase van het menselijk bewustzijn waarin de eerste mens zich op z’n oren oriënteerde in zijn veranderende milieu, ging met de ontwikkeling van het alfabet geleidelijk over in een visueel ingestelde wereld. Vanaf 1500 geloofde men alleen nog zijn ogen.

McLuhans begrip sense ratio kan – net als environment – ook minder grootschalig worden gezien en veel preciezer gebruikt. Wat de snelle opeenvolging van nieuwe generaties digitale media zo interessant houdt, is hoe per apparaat de sense ratio varieert. Soms iets meer vingers of ogen, dan weer meer oren en proprioceptische organen. Het heerlijke strijken over het scherm van je tablet, het tokkelend bespelen van je smartphone. De sense ratio is wat Roland Barthes het plezier van de tekst noemde: het modulerende, instruerende, kwetterende, glisanderende, ingetogene, verlegen, supergeile en orgastische genot dat de hardware biedt die je in handen hebt, die je stuurt. De twee dominante vormen van digitale interfaces zijn het touchscreen (vinger-oog) en 3D visuele media, waaronder Oculus Rift (oog-proprioceptie). Geluid dient alleen nog ter afscherming van de omgeving.

De swipe-factor

Paniek in de peuterspeelzaal. De kleintjes prikken in elkaars oog en kijken raar op als de ander dan gaat brullen in plaats van bijvoorbeeld gekleurd licht uit te stralen of een vrolijk deuntje te spelen, zoals hun iPad doet als ze daar op drukken. Als ze het gordijn voor de poppenkast open willen schuiven doen ze dat swipend en ze gaan brullen omdat de stugge stof blijft haken in plaats van als vanzelf opzij te glijden, zoals thuis op de tablet. Kinderen die op dit moment worden geboren zullen tegen de tijd dat ze zeven zijn al een compleet jaar aan het scherm vastgeplakt hebben gezeten, berekende de psycholoog dr Aric Sigman. Dat is gemiddeld 3,5 uur per dag….

LEES VERDER IN METROPOLIS M Nr 3-2015 NO LONGER ART & OOG OOR HAND
NU IN DE WINKEL OF BESTEL: [email protected]

Arjen Mulder

Recente artikelen