metropolis m

De Appel Amsterdam
De Appel Amsterdam

Presentatie-instellingen
BAK, Marres, Mu, West en Witte de With: dat zijn de vijf presentatie-instellingen die voor de komende vier jaar tot de BIS gerekend mogen worden. Niet De Appel, niet Fotografie Noorderlicht, niet Diepenheim, niet Stroom (dat waren de andere aanvragers). Vooral het feit dat De Appel buiten de BIS valt, dat is nieuws. Al jaren behoren ze tot de gevestigde orde maar nu, na alle tumult rond het vertrek van Lorenzo Benedetti allicht en een negatief rapport over het intern functioneren, niet meer.

De Raad schrijft: "Het plan van de Appel wekt onvoldoende vertrouwen en voldoet op veel punten niet aan de verwachtingen die de raad van presentatie-instellingen heeft. Aspecten als vernieuwing, experiment, kwaliteit en het internationaal belang van de instelling komen nauwelijks uit de verf. Het ontbreekt de instelling niet aan plannen, maar deze zijn generiek. Inhoudelijke onderbouwing en concrete uitwerking ontbreken. De raad betreurt het dat de Appel zijn vooraanstaande positie op het gebied van experiment en signaleren van ontwikkelingen verliest. Het plan reflecteert niet op het conflict van het bestuur en de huidige directie en op de vraag hoe dergelijke conflicten in de toekomst zullen worden voorkomen. de Appel verdient een professionele organisatie die continuïteit biedt en die voldoet aan de Governance Code Cultuur."

De Appel

West in Den Haag is een nieuwkomer in de BIS en mag zich verheugen op een subsidie van 275.000 euro per jaar de komende vier jaren: "West ontwikkelt energieke, multidisciplinaire programma’s, waarmee de instelling het lokale verbindt met het internationale. De instelling heeft een stabiele basis in Den Haag en heeft volgens de raad potentie om verder te groeien. Over de ambitie om een ‘Instituut voor Kunst en Kritiek’ te formeren is de raad positief. De samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen is daarbij een goede keuze. De raad is van mening dat West de komende periode moet benutten om strategisch beleid te ontwikkelen om zijn vleugels internationaal te kunnen uitslaan. Ook verwacht hij dat het educatiebeleid inhoudelijk handen en voeten krijgt. Met het hoge bezoekersaantal van zo’n 20.000 laat West zijn ambitie zien om een groot publiek te bereiken met een gevarieerde programmering.", aldus de Raad.

Verder zijn BAK en MU goed voor 500.000 euro per jaar (het gevraagde bedrag), Marres en Witte de With voor 530.000 (voor MU ook het gevraagde bedrag, voor Witte de With een ruime 50.000 euro minder dan gevraagd).

Post-academische instellingen
Binnen de categorie post-academische instellingen werd voor het eerst door BAK aangevraagd. Daarnaast door de bekendere vier: Rijksakademie van beeldende kunsten, Van Eyck, Ateliers 63 en Europees Keramisch Werkcentrum. Allen zouden volgens dit advies subsidie krijgen. Dat is een ongekende en nieuwe situatie: "De raad heeft alle vijf de aanvragen gehonoreerd. De raad vindt dat de aanvragende instellingen gezamenlijk een divers en aan elkaar complementair aanbod van postacademische opleidingen bieden. In zijn afwegingen heeft de raad verder het belang van continuïteit van de drie bestaande postacademische instellingen laten meespelen. Daarnaast wilde de raad ook ruimte bieden aan innovatie en geografische spreiding."

BAK

Hier lopen de gevraagde en toegekende bedragen verder uit elkaar, met name voor De Ateliers en De Rijks. De Ateliers krijgt net meer dan de helft van wat ze aanvroegen, 400.000 euro in plaats van 700.000, BAK vroeg bijna 3 ton en krijgt 250.000, EKWC vroeg 350.000 en krijgt 50.000 minder, de Rijks vroeg 2.500.000 en krijgt 1.750.000, de Van Eyck tot slot vroeg 1.700.000 en krijgt een ton minder.

De Ateliers

Andere verrassingen
Het Nieuwe Instituut krijgt volgens dit advies geen subsidie: "HNI heeft weliswaar een aansprekende visie geformuleerd, maar de raad vindt dat het instituut deze onvoldoende vertaalt in de programma’s. Dit heeft negatieve gevolgen voor de samenhang en herkenbaarheid van de activiteiten. De raad vindt dat de instelling zijn rol en meerwaarde van zijn activiteiten voor de sector beter dient te beschrijven en uit te voeren."

Ook de Boekmanstichting krijgt nu negatief advies: "Toch ziet de raad de rol van de kennisinstelling, door haar grote focus op de bibliotheekfunctie, te marginaal worden. Om haar missie de komende tijd succesvol in praktijk te kunnen brengen, verwacht de raad dat de instelling transformeert tot een vraaggerichte kennisorganisatie."

Achtergrond
De Raad voor Cultuur adviseert minister Bussemaker (OCW) welke culturele instellingen vanaf 1 januari 2017 in aanmerking kunnen komen voor een vierjarige rijkssubsidie. Het gaat om musea, dansgezelschappen, opera’s, concerten en nog veel meer. Voor de beeldende kunst(enaars) is met name van belang welke musea, post-academische instellingen en presentatie-instellingen er in de Culturele Basisinfrastructuur 2017-2020 (kortweg de BIS) komen of blijven. De beweegruimte is steevast beperkt. Weet een nieuwkomer dit hoogste echelon van subsidies te bereiken, dan moet er een oudgediende uit. Naast deze stoelendans blijft het elke vier jaar spannend welke bedragen er worden toegekend. Hier een kort overzicht van wat er verandert, hetzelfde blijft, opvalt of juist totaal niet verbaast.

Voor de komende vier jaar werden 118 subsidieaanvragen ingediend waarvan 36 door nieuwe aanvragers die nog niet in de BIS zaten. Van die 36 nieuwe aanvragers zijn er vijf nieuwe musea, drie nieuwe presentatie-instellingen en twee nieuwe postacademische instellingen. Onafhankelijke experts, verdeeld over zestien commissies, beoordeelden deze subsidieaanvragen op basis van criteria zoals artistieke en/of inhoudelijke kwaliteit, educatie en participatie en maatschappelijke waarde, soms ook geografische spreiding. Voorop staat dat elke aanvraag steevast moet voldoen aan de criteria vakmanschap, zeggingskracht, vernieuwing en oorspronkelijkheid. Zonder die vier red je het überhaupt niet.

Maaike Lauwaert

Recente artikelen