Wishful Thinking Kunstvereniging Diepenheim
Ik bezoek Kunstvereniging Diepenheim, waar de tentoonstelling Wishful Thinking in opbouw is. Curator Alexandra Landré vroeg me om een tekst voor de opening te schrijven waarin ik, net als de kunstenaars, reflecteer op de thema’s wensen, begeren, verlangen.
Landré is sinds december 2015 curator ruimtelijke kunst bij de Kunstvereniging. Samen met collega-curators, die tekenkunst en landschapskunst behandelen, stelde ze het tweejarige programma ‘Melancholie van het vertrek’ op. Hierin komt naast verlangen ook het thema escapisme naar voren en worden er vragen over de toekomst gesteld. In Wishful Thinking koppelt Landré het verlangen aan onze verbeeldingskracht, die het onmogelijke mogelijk maakt en ons tegelijkertijd altijd een gevoel van gemis bezorgt. Ze vroeg mij om in een essay of verhaal te reflecteren op het onderwerp. In Diepenheim laat ze me een aantal werken van de deelnemende kunstenaars zien.
In één van de ruime expositiezalen in de Kunstvereniging staat een grote plant klaar. Annegret Kellner, die zich fascineert voor herbariums, zal hem tegen de muur persen door middel van een glasplaat en metalen staaf die naar de tegenoverliggende muur loopt. Ook toont ze bloemen in een vaas die gevangen zijn in cement en zo langzaam afsterven. In haar werkwijzen lijkt ze op een agressieve manier de planten te willen conserveren of controleren, waardoor ze misvormen en een langzame dood sterven. Kellner bereikt hiermee eerder het tegenovergestelde van de conservaties in een herbarium.
Ook Karin Arinks monumentale werk Party Animal toont enerzijds deze destructieve kant van verlangen. Een groot ruimtelijk werk van rood textiel dat lijkt op een mensachtig wezen met zes benen. De titel doet vermoeden dat het wezen in elkaar is gestort van het gulzige dansen, drinken, genieten, dat is omgeslagen in uitputting of zelfs verslaving. Tegelijkertijd heeft het werk iets vriendelijks en verleidt het je om ertegen aan te leunen om even uit te rusten.
Als je verlangen in al zijn aspecten probeert te begrijpen, stuit je vooral op zijn paradoxen en tegenstellingen. Verlangen werkt als jacht, het alsmaar verder en meer willen, wat kan eindigen in verslaving. Maar zonder deze motor zouden we niets bereiken in ons leven.
Hilde Onis combineert tactiele materialen als klei en textiel met de hardheid van snoeren en technische constructies. Haar werk I Watch You Secretly From A Dark Hostel Room neigt naar obsessie. Vervormde matrassen creëren een soort hut van waaruit begluurd kan worden. In stroken van LED-lichten lezen we enkele aantekeningen van de gluurder: “01:56 A 12-second talk and you get in a car” en “07:03 I wake up hoping he paid you well enough so you don’t have to do this again tonight”. De begluurde blijkt een prostituee; plotseling krijgen de smoezelige matrassen een dubbele functie.
De omgeving van Diepenheim barst van de romantische velden, rijksmonumenten, bossen en rivieren. In relatie tot dit landschap wordt mijn eigen interesse in verlangen helder: het vinden van een thuis, een bestemming. Ik ben opgegroeid in de buurt van Diepenheim en merk dat dit landschap een aantrekkingskracht op me heeft, alsof het een belofte in zich draagt, een belofte dat dit ‘mijn plek’ is.
Terug in Amsterdam begin ik nog eens in het boek Het leiden van de jonge Werther. Goethe omschrijft het verlangen treffend, ook hij voelt de belofte die in een landschap besloten kan liggen:
“Het is vreemd hoe alles me aanlokte toen ik hier voor het eerste kwam en van de heuvel in het mooie dal keek. – Dat bosje daar! – O, in die schaduw onder te duiken! – Die bergtop! – O, daarvandaan de verre omtrek te overzien! – Die aaneengeregen heuvels en intieme dalen! – O, daarin de verdwalen! – Ik vloog erheen en keerde terug en had niet gevonden wat ik hoopte. O, het is met de verte als met de toekomst! Een wijd, schemerachtig vergezicht ligt voor ons, onze ziel en onze ogen drinken het in, en wij haken ernaar ons er helemaal aan over te geven, om in alle gelukzaligheid van één groot, heerlijk gevoel te zijn vervuld. Maar och, als we erop afvliegen, dan is alles zoals tevoren en staan wij daar in onze armoede, in onze beperktheid, en onze ziel dorst naar ontglipte lafenis.”
We verlangen naar een thuiskomst, een ‘volledige’, utopische wereld, maar weten dat we er nooit zullen arriveren. Ik herken dit aspect in Joep Struyks werk Lacrima #14. Drie dode takken staan in de grond geplant. Op drie knoesten rust een blok marmer met daarop een ei-achtige vorm van brons, het goud reflecteert zonlicht.
Niet alleen is verlangen een drijfveer voor het dagelijks leven, maar ook voor de kunstpraktijk. In een werk liggen zoveel verlangens en beloftes besloten: de wens van de kunstenaar om zijn verhaal te vertellen, een publiek te bereiken, er geld mee te verdienen en tegelijkertijd oprecht blijven naar zijn eigen intenties. Wishful Thinking geeft ons de mogelijkheid het in al zijn vormen te ervaren.
Wishful Thinking
Kunstvereniging Diepenheim
25.06 t/m 28.08.2016
Deelnemende kunstenaars zijn Karin Arink, Annegret Kellner, Anne Marijn Voorhorst, Hilde Onis, Joep Struyk, Thomas Swinkels, Koen Taselaar, Teun Welten
Foto’s courtesy Kunstvereniging Diepenheim, fotograaf Rob Baas
Anne Marijn Voorhorst
is dichter en schrijver