metropolis m

Museum Kranenburgh bestaat al lang en nog maar zo kort tegelijk. In de negentiende-eeuwse villa en de nieuwbouw uit 2013 (ontworpen door architectenbureau Dirk Jan Postel) komen Bergense school en hedendaagse kunst samen. Sinds afgelopen zomer is het aan Mariette Dölle – voormalig directeur van TENT, Rotterdam – dit alles met elkaar te verbinden. Sanneke Huisman sprak met de directeur vlak voor de opening van maar liefst drie tentoonstellingen.

Dat er in Kranenburgh op zondag 11 december drie tentoonstellingen tegelijk openen is veelzeggend voor het museum en de werkwijze van haar nieuwe directeur. De eerste, kleinste, presentatie is gericht op de bijzondere historische collectie van de Bergense verzamelaar Jaap Hemelrijk, de tweede brengt klassiekers van de Bergense school samen in een nieuwe installatie van Krijn de Koning en in de grootste zaal van het museum wordt overwegend nieuw werk getoond. Hedendaagse en historische makers – en een daaruit voortkomend gevarieerd publiek – vinden elkaar in Bergen via de Bergense school en nu ook via Mariette Dölle.

Afgelopen zomer verliet ze het Rotterdamse TENT en trok naar Bergen, naar de zee, de natuur en de buitenplaats Kranenburgh. Je ontkomt er op deze plek niet aan te praten over de natuur. Vooral het nieuwe gedeelte van het museum heeft zijn blik volledig naar buiten gericht. En dat is ook wat Dölle boeit. ‘Binnen en buiten gaan een dialoog met elkaar aan. Maar juist die blik naar buiten zorgt dat je heel erg in het hier en nu bent. Je staat midden in de natuur – en tegenover het kunstwerk.’ Het in de bossen en bij zee gelegen Kranenburgh is wervelwind en rustpunt tegelijk, als de natuur die haar omringt.

En natuurlijk is er dan de collectie Bergense School. Wat trok Dölle aan in die collectie en wat wil ze ermee, na jarenlange ervaring in de hedendaagse kunst? ‘Het is een heel natuurlijke ontwikkeling’, vertelt ze. ‘Zowel voor mij persoonlijk als in het veld. Er is veel aandacht voor transhistorisch programmeren binnen musea. Ann Demeester koos voor het Frans Hals Museum, Xander Karskens voor het Cobramuseum en ik zit nu hier. En dan is er ook nog Beatrix Ruf, natuurlijk. Allemaal kijken we vanuit het heden, vanuit de hedendaagse kunst alle kanten op, dus ook terug. Het verleden is een van onze kijkrichtingen. We kijken net zo goed naar wat komen gaat.’

Anouk Griffioen 

Voor de nieuwe collectieopstelling – een collectieverkenning, zoals het door het museum wordt genoemd – werd Krijn de Koning (1963) uitgenodigd. Een kunstenaar die bekend staat om zijn kleurrijke installaties op de grens van kunst en architectuur. ‘En weet je wat nu zo ontzettend leuk is?’, roept Dölle ineens uit, ‘de kleur groen die Krijn heeft gebruikt voor de installatie is verkozen tot de kleur van 2017. Tweeduizendzeventien! Wordt mijn punt nu niet prachtig geïllustreerd? Verleden, heden en toekomst komen hier samen.’

De in het oog springende kleurvlakken en de lichte open ruimtes laten de werken inderdaad goed tot hun recht komen. Of meer nog: ze plaatsen het werk in een ander licht. Dit staat in groot contrast met de tentoonstelling ZWART. Van houtskool tot high-res, waarin juist het ontbreken van kleur centraal staat. Zesentwintig recente werken – het oudste werk is uit 2009 – worden in de white cube van het museum gepresenteerd, de benedenruimte zonder ramen naar buiten. De sterk op materiaal gerichte tentoonstelling staat krachtig in het nu en verhoudt zich evengoed tot de kunstgeschiedenis. Tot zover helemaal passend bij Kranenburgh dus. Zwart breng echter je niet zo snel in verband met de Bergense school en de natuur. De impressionisten bijvoorbeeld, natuurschilders bij uitstek, verwijderden zwart zelfs van hun palet. Maar al lopend langs de werken realiseer ik me dat al dat zwart, dat zo industrieel en cultureel aandoet, een natuurlijke oorsprong heeft. Levi van Veluws fascinatie voor kool, het inkt en katoen van Paul Beumer, de krioelende katoenen en wollen draden in een hangende installatie van Karin van Dam en de monumentale houtskooltekening van Anouk Griffioen: de kunstenaars tonen zwart als organisch en eindeloos. Dölle krijgt een twinkeling in haar ogen en zegt me: ‘Precies! Het is net als de collectie. Juist door beperkingen ga je mogelijkheden zien.’

 Awoiska van der Molen

En het vaste Kranenburgh-publiek, hoe reageert dat op deze losse omgang met de Bergense school, en op het werk van jonge makers? ‘Museumpubliek kan echt wel wat hebben’, stelt Dölle me gerust. ‘Sterker nog, ze willen juist verrast worden.’ Dat blijkt, want de opening is erg drukbezocht. Dat is voor de directeur nog de grootste uitdaging: ‘Mensen komen vanuit het hele land naar deze plek. Als je bezoekers anderhalf uur hebben gereisd om hier te komen, heb je wel iets waar te maken. Ik wil ze vol energie weer naar buiten laten gaan.’

De eerste tentoonstellingen weten die ambitie al direct waar te maken.

Alle foto’s courtesy MuseumKranenburgh, fotograaf Erna Faust

Rondom de Bergense School. Een collectieverkenning 11.12.2016 t/m 19.3.2017; ZWART. Van houtskool tot high-res, 11.12. 2016 t/m 19.3.2017, Museum Kranenburgh, Bergen

Sanneke Huisman

Recente artikelen