Het resort, finnisage midzomer viering op het eiland ‘De Lange West’ in het Hoornsemeer, 2022
Exposeren in tijden van woningnood – het nomadische Het resort in Groningen
Het resort is een nomadische kunstinstelling in Groningen die uitsluitend op locatie werkt. Maia Paduraru gaat in gesprek met de initiatiefnemers Ellen de Haan en Karina Bakx over de voor en nadelen van het werken in situ. ‘Een vaste locatie zorgt ervoor dat een groot deel van het budget aan de huur van het gebouw opgaat. Wij willen dat het geld vooral naar de kunstenaar en het project gaat.’
Stel je voor dat je exposities kunt houden op de meest onverwachte plekken: een zwembad, benzinestation, schaatsbaan en sauna. Het resort is een kleine, relatief nieuwe instelling die sinds vijf jaar actief is op steeds wisselende locaties in Groningen. Ze hebben met hun projecten veel aandacht op zich gevestigd en staan bekend als een fris, dynamisch, experimenteel kunstinitiatief aan de jeugdige periferie van de grote kunstwereld. Het is een instelling die de rol van een traditionele kunstruimte herdefinieert en hoop brengt voor de toekomst van de kunst tijdens de huidige huisvestingscrisis.
Ellen de Haan en Karina Bakx zijn de oprichters; zij hebben het concept bedacht en ontwikkeld. Ik ontmoet hen op de locatie van hun recente project S05E01 Kamp Gruoninga dat zich deels afspeelt in een oud woonhuis uit de hogere middenklasse. Het woonhuis verschilt van veel eerdere ruimtes van het resort omdat het niet nadrukkelijk wordt gedefinieerd door een functie, zoals een zwembad, sauna of benzinestation, dat wel wordt. Het is meer het pand, met zijn eigen sfeer en geschiedenis dat er karakter aan geeft.
Hun professionele samenwerking gaat terug tot de tijd dat beiden in een anti-kraakpand werkten: De Haan had er een kunstenaarsboekenwinkel en grafische werkplaats en Bakx runde er een cultureel podium. Hun ervaring met het werken in een tijdelijk gebouw stimuleerde hen om de instelling op te zetten als een nomadische kunstruimte. De locatie helpt zo mee aan de definiëring van het thema van de kunsttentoonstelling en vormt de inspiratiebron voor de kunstenaars.
Het resort werkt in seizoenen. Het laatste seizoen (lente-zomer) van dit culturele jaar voltrekt zich op twee locaties op een van de eilanden van het Paterswoldsemeer bij Groningen en in Hooghouse – een oud imposant gebouw, dat hier functioneert als basiskamp. Gedurende de week is de residentie open voor het bezoeken van de installaties, waar je in de kleurrijke tenten kan liggen en met de kunstenaars kunt praten over de kunstwerken. In het weekend worden de gasten meegenomen naar het meer voor workshops zoals breien, kostuums maken, wildplukken, boottochtjes en simpel weg tijd samen doorbrengen. Het seizoen is afgesloten met een parade in de kostuums die tijdens de workshops zijn gemaakt, onder begeleiding van de drie deelnemende kunstenaars: Janneke Raaphorst, Joseph Marzolla en Splitter Splatter. Het geheel oogt als een sprookje, als een surrealistische feestelijke wedergeboorte van het leven na lockdowns en alle beperkingen.
In gesprek met de Haan en Bakx lichten ze hun ideeën toe. ‘Een vaste locatie zorgt ervoor dat een groot deel van het budget aan de huur van het gebouw opgaat. Wij willen dat het geld vooral naar de kunstenaar en het project gaat,’ legt Karina Bakx uit. ‘Het is het probleem van deze generatie, dat je geen controle hebt over de locatie, ook niet als het anti-kraak is. Je bent altijd afhankelijk van een eigenaar, of een bedrijf dat je de huurplek wil bieden. Het is een erg onstabiele manier om kunstprojecten te cureren.’ Ze namen het idee van een kunstinstelling zonder vaste ruimte als een uitdaging om iets op te bouwen dat voorbij gaat aan de vaste locatie en openingstijden. ‘Wij willen zelf kunnen bepalen wat we willen doen’, zegt De Haan. Het is een benadering die het nomadische van de ruimte als een kernconcept van hun activiteit ziet en dus als iets positiefs en inspirerends in plaats van als een probleem.
Het resort vertaalt zich uit het Nederlands als een retraite, wat metaforisch te zien valt als een vrijplaats voor kunstprojecten. Als kunstruimte hanteert het resort een multidisciplinaire aanpak die de terminologie van de film-, vrijetijds- en mode-industrie combineert. De Haan en Bakx kiezen de bijzondere locatie en nodigen daar steeds drie kunstenaars bij uit om kunstwerken te maken, speciaal voor de plek. Gevraagd naar het proces van het selecteren van een plek, zegt Bakx: ‘We lopen er tegenaan of we raken geïnspireerd door dit of dat gebouw. Een keer kregen we het benzinestation aangeboden, en een andere keer moesten we twee jaar lang achter een vergunning voor een voormalige mannensauna aan. De locaties zijn de inspiratie voor alles. Ze zijn niet willekeurig gekozen, ze zijn echt specifiek.’
De voortdurende verandering van ruimtes vereist veel doorzettingsvermogen en toewijding, bovenop de normale werkdruk die hoort bij een kleine kunstorganisatie. Elke ruimte moet worden onderzocht, overdacht en gematcht met de juiste kunstenaars. De Haan legt uit dat kunstenaars open moeten staan voor communicatie met mensen van de locatie en het publiek tijdens de residenties. Het resort wil de kunstwereld direct verbinden met de maatschappij via de kunstenaars en de mensen die op de locatie werken of de locatie bezoeken, communicatie is de kern van elk project. In een zwembad komen mensen om te zwemmen; hun interactie met het kunstwerk is dus toevallig en contextgebonden. In een voormalige mannensauna werden sommige voormalige bezoekers deel van de tentoonstelling door hun ervaringen aan de kunstenaars te vertellen. Kunstwerken komen voort uit sociale interacties en de betekenis van de plek voor mensen.
De voortdurende verandering van ruimtes vereist veel doorzettingsvermogen en toewijding, bovenop de normale werkdruk die hoort bij een kleine kunstorganisatie
Het nieuwe van de locaties geeft energie en houdt de projecten van het resort fris en scherp. De locaties worden omgedraaid, waardoor het publiek zich bewust wordt van verschillende aspecten van hun functie, betekenis of herinnering. ‘Het leuke is dat je de kunst uit het gebouw haalt en in de wereld zet. Het rekt ook de grenzen op waar kunst wel en niet hoort te zijn in de maatschappij en de openbare ruimte’, zegt Bakx. De hier geproduceerde kunst biedt in de beste gevallen een poging om de gedragscodes of ongeschreven morele regels voor een locatie te bevragen.
‘Het is het tegenovergestelde van de veilige white cube. Het tegenovergestelde van een ruisvrije ruimte waar kunst de volle aandacht kan krijgen’
‘Je kunt experimenteren met hoe je kunst kunt presenteren op ongebruikelijke plekken’, legt De Haan uit. ‘Het is het tegenovergestelde van de veilige white cube. Het tegenovergestelde van een ruisvrije ruimte waar kunst de volle aandacht kan krijgen, vult ‘Bakx aan.
Het Resort vertegenwoordigt de definitie van een anti-kunstinstelling. Het bevraagt de rationaliteit van een permanente ruimte voor het maken van kunst en stelt er het nomadische voor in de plaats. Tenslotte bouwt het voort op de sociale factor van samenwerking tussen mensen met verschillende achtergronden en brengt het de kunstwereld in contact met allerlei lagen van de bevolking.
Maia Paduraru
studies journalism at the University of Groningen