patricia kaersenhout, Vlucht en verzet, slavernijmonument Griftpark Utrecht, tijdens de onthulling, 30 juni 2023
‘Ik wil stepping stones creëren voor de volgende generaties’ – in gesprek met patricia kaersenhout
Naar aanleiding van de onthulling het Utrechtse slavernijmonument Vlucht en Verzet onthuld dat patricia kaersenhout ontwierp en haar grote overzichtstentoonstelling in het Bonnefanten en een installatie bij Kunsthal Rotterdam, praat Isabel Ferreira de Sousa met haar over de belangrijke thema’s uit haar werk. ‘Dekolonialiteit is een langzaam, moeizaam en vaak eenzaam en pijnlijk proces. Het is geen jasje dat je aan- en uittrekt.’
Als Portugese weet ik dat het in de vijftiende eeuw de Portugezen waren die de eerste Europese kolonies stichtten, gebaseerd op slavernij. Andere landen volgden, waaronder Nederland. Tijdens mijn bezoek aan het Bonnefanten sta ik stil bij patricia kaersenhouts interactieve werk While we were Kings and Queens (2021), dat de bezoeker uitnodigt een spijker op te pakken en in de tentoongestelde teksten van slavenhouder Willy Lynch uit 1712 te slaan. Als ik de hamer oppak, krijg ik een brok in mijn keel. Mijn hele lijf verstijft. Ondanks het feit dat ik de geschiedenis niet kan veranderen, sta ik er na deze ervaring op een emotioneler niveau bij stil. Ik voel afschuw en pijn. En dat is volgens patricia kaersenhout* (Den Helder, 1966), Nederlandse kunstenares met Surinaamse afkomst, precies de bedoeling.
While we were Kings and Queens (2021) is geïnspireerd door een van de traktaten van Anton Wilhelm Arno, waarin de filosoof pijn voelen beschrijft als een interactie tussen lichaam en geest. Door mensen tijdens hun bezoek lichamelijk te activeren en aan te sporen tijdens die fysieke daad goed naar hun lichaam te luisteren, hoopt kaersenhout dat een andere waarheid boven komt drijven. ‘Mensen worden zo op een andere manier met zichzelf en het werk of het onderwerp geconfronteerd. Als je een lichamelijke relatie aangaat met de geschiedenis, bijvoorbeeld door een spijker te hameren, vergeet je het niet meer.’
In het Bonnefanten waren de spijkers na dag een al op. Er zijn nieuwe besteld, want het publiek mag erop los slaan. ‘Er wordt flink gehamerd in Limburg voor rechtvaardigheid. Hoe mooi is dat?’
Ook in Mea Culpa (2020), het eerste werk dat te zien is in de tentoonstelling, nodigt kaersenhout bezoekers uit om hun mening te uiten. Te zien is een serie van 3D-beelden van kruipende mannen, refererend aan het katholieke gebruik van boetedoening. Op de muur daartegenover staat de vraag: ‘Welke politieke leider of CEO zou er boete moeten doen? En waarom?’ Bezoekers kunnen hun antwoorden in een boek opschrijven. Naast creatieve tekeningen en antwoorden neigt het publiek tot nu toe vooral naar antwoorden als ‘Vladimir Poetin’ en ‘Donald Trump’. Maar ook Jair Bolsonaro, Mark Rutte, Nawaz Shariff en CEO’s van Shell komen aan bod.
Spiritualiteit
De behoefte om met kolonialisme en slavernij te werken ervoer kaersenhout al in haar tijd op de kunstacademie. De witte omgeving en de nadruk op westerse kunst maakten het haar echter moeilijk om haar plek te vinden. Het was pas later, tijdens een dekoloniale zomercursus, dat zij het vocabulaire vond om haar werk goed te kunnen plaatsen. In aanraking met dekoloniale theorie en in gesprek met andere Zwarte makers vond ze een traditie waarmee ze zich kon identificeren.
Een van de conceptuele kenmerken van kaersenhouts werk is de focus op het voorouderlijke en onze relatie daarmee. ‘Dat is heel belangrijk’, zegt kaersenhout. ‘Je bent altijd verantwoordelijk voor wat jouw voorouders hebben gedaan of meegemaakt. Als zij onrecht hebben ervaren, moet je strijden voor rechtvaardigheid. En als je voorouders juist de daders waren van dat onrecht, moet jij die geschiedenis rechtzetten.’
kaersenhout vertelt verhalen die uitgewist of genegeerd zijn door het kolonialisme. Zo probeert ze bewustzijn te creëren bij het publiek en een gevoel van rechtvaardigheid op te roepen. Zoals te zien in het Bonnefanten bouwt ze haar verhalenarchief aan de hand van uiteenlopende mediums, zoals glas, video, mixed media, collages en textiel. Tijdens ons gesprek word ik opnieuw bewust van mijn westerse denkbeeld. Wanneer ik kaersenhout vraag naar de oorsprong van de verhalen die ze deelt, merk ik een rationeel antwoord te verwachten, of een koppeling met intuïtie en orale traditie. kaersenhout doet echter een beroep op spiritualiteit: ‘Ik ga nooit op zoek naar verhalen; verhalen komen naar mij toe. Dat is een heel andere manier van werken. Als je met het voorouderlijke bezig bent, dan gebeurt er iets op spiritueel niveau. Ik krijg dingen binnen en dan weet ik: hier moet ik iets mee doen.’
Deze aanpak is ook beïnvloed door Saidiya Hartmans theorie van critical fabulation, waarmee de schrijver een andere manier van geschiedenis schrijven voorstelt. Vanuit de erkenning dat het archief niet voor Zwarte mensen is gemaakt stelt Hartman voor dat archief anders te lezen. Critical fabulation maakt gebruik van stiltes; van de afwezigheid van slavenstemmen in de trans-Atlantische geschiedenis. Een mooi voorbeeld van hoe kaersenhout de gaten in het archief opvult is Rebelse Trots (2015): een non-lineair audiovisueel werk dat de kracht van Zwarte vrouwen naar boven brengt door verleden en heden met elkaar te vermengen. Het verhaal van Christina, een tot slaaf gemaakte vrouw die in de achttiende eeuw opgesloten werd in het Spinhuis in Amsterdam, is verweven met verhalen van feministische en queer ZMV-vrouwen (Zwart, Migrant en Vluchteling) die actief waren in Nederland in de tweede helft van de twintigste eeuw.
‘Vlucht en Verzet’: van idee tot ontwerp
Voor kaersenhout vraagt een monument om een heldere beeldtaal. Afgelopen december werd er bekend gemaakt dat zij het Utrechtse slavernijmonument zou ontwerpen. Het monument wordt vandaag onthuld in het Griftpark in het kader van Keti Koti, de jaarlijkse herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij in Suriname en het Caraïbisch deel van Nederland. ‘Ik wilde niet het cliché van de gebroken ketting of de lijdende Zwarte mens’, zegt kaersenhout.
Haar monument brengt geschiedenis, het voorouderlijke en spiritualiteit samen. Startpunt voor het ontwerp was de ‘Vrede van Utrecht’ die in 1713 werd gesloten en waarvoor het Asiento de Negros traktaat werd getekend: het contract waarmee handel in Afrikaanse mensen werd gelegitimeerd, waardoor het gigantisch toenam. Het schip verwijst naar de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika en naar de mythe van de Flying Africans, een Caraïbische slavenlegende die symbool staat voor vrijheid en een nieuwe toekomst. De legende gaat over tot slaafgemaakte mensen die stopten met het eten van zout omdat ze dachten dat ze dan lichter werden en terug konden vliegen naar Afrika. ‘Ik ben vaak bezig geweest met deze mythe’, zegt kaersenhout. ‘Ik dacht: hoe ga ik ze laten vliegen? Op palen!’
Het onderwerp bestaat uit twee delen. Aan het water staat een schip met drie Flying Africans op de palen. Iets verderop staat op een heuvel een zuil waar de vierde Flying African boven zweeft en mensen verwelkomt. Alle vier vliegen in verschillende windrichtingen: ‘De bestemmingen waar onze lichamen naartoe verspreid zijn.’ De spirituele dimensie is ook hier sterk aanwezig. Voordat het monument werd geplaatst zijn er twintigduizend kaurischelpen, ooit genoeg om één mens mee te kopen, onder het podium gestrooid als symbolische daad. Een Wintri-priester heeft voorouders in alle vier windrichtingen opgeroepen en na hun toestemming de grond gezegend.
Tijdens een bezoek aan de tentoonstelling The Black Indians of New Orleans in het Parijse Musée du quai Branly (te zien van 4/10/22 tot 5/1/2023) kwam de kunstenares op het idee om aan de zijkanten openingen te maken ter grote van de rustplaatsen van de totslaafgemaakten op de schepen. Zo kunnen bezoekers zich beter voorstellen hoe het was om op zo’n slavenschip vervoerd te worden; hoe weinig ruimte je als tot slaafgemaakte tot je beschikking had. ‘Het slavernijverleden gaat over eeuwenlang leed van miljoenen mensen. Ik wil mensen stimuleren om die geschiedenis emotioneel te ervaren. Toen kwam ik op het idee voor die openingen; je kunt de kleine ruimtes met je handen voelen. Het is heel heftig.’
Elke dag zal het monument dertig minuten lang verlicht zijn met paars licht. De keuze voor deze kleur was geïnspireerd door de film The Colour Purple (1985), gebaseerd op de roman van Alice Walker uit 1982. kaersenhout hoopt er ook een gevoel van magie en healing mee op te roepen: ‘Een magisch moment voelen met elkaar schept verbinding.’
Via een QR-code kunnen bezoekers naar korte verhalen luisteren over zes verzetshelden. Over Toussaint Louverture, bijvoorbeeld: een belangrijke verzetsleider in Haïti die de Curaçaose slavenopstand in 1795 geleid door Toula en andere opstanden heeft geïnspireerd. Maar ook over vrijheidsstrijders Boni van Suriname, Maria van Curaçao, One-Tete Lohkay van Sint-Maarten en Virginia Dementricia van Aruba. kaersenhout spreekt deze verhalen zelf in en stelt ook een aantal vragen waarmee ze mensen aan het denken hoopt te zetten en een dialoog op gang hoopt te brengen.
‘Vaak beseffen mensen in Nederland niet dat er, vanaf het begin, opstand en verzet tegen slavernij was. Vaak wordt vooral gesproken over de witte mensen die abolitionisten werden, maar ook Zwarte mensen droegen met hun verzet bij aan de afschaffing van slavernij. Beide vormen van verzet zijn belangrijk geweest. Ik hoop daarom dat het monument een plek van healing en verbinding wordt. Dat mensen bij elkaar komen om elkaar te inspireren en met elkaar in gesprek gaan. Maar er mogen ook protesten gehouden worden, voor Black Lives Matter, bijvoorbeeld.’
Dekolonialiteit is geen jasje dat je aan- en uittrekt
Dekolonialiteit gaat om het reconstrueren wat vernield is: een heel complex proces, waarschuwt kaersenhout. ‘Iedereen omarmt de term decoloniality maar niemand wil écht het werk doen dat daarvoor nodig is, want dat werk doet pijn. Het is een heel langzaam, moeizaam en vaak eenzaam en pijnlijk proces. Het is geen jasje dat je aan- en uittrekt.’
Een week geleden opende in de Kunsthal in Rotterdam kaersenhouts totaalinstalatie [H]erkennen Herbouwen: Wonderkamers van het Rotterdams Koloniaal Verleden. De installatie staat in directe verbinding met de tentoonstelling in het Bonnefanten. ‘Het enige verschil’, vertelt kaersenhout, ‘is dat in Rotterdam voor de verandering eens alleen witte mensen te zien zijn. Ik wilde laten zien hoe bizar en schizofreen witte cultuur is. Men heeft het systeem van racisme bedacht, heeft eeuwenlang gekoloniseerd en onderdrukt maar wil er vervolgens niet over praten en presenteert zichzelf als de witte onschuld. Racisme is een wit probleem, geen Zwart probleem.’
Wat machtsstructuren betreft ziet kaersenhout voorlopig niets veranderen: ‘Ik zie nog steeds geen Zwarte of mindervalide directeur, maar wel veel mensen van kleur de vloeren schrobben. Enkel middels quota kunnen we deze situatie veranderen.’ Toch is het een grote misvatting, vervolgt kaersenhout, dat je als (witte) organisatie enkel Zwarte mensen en mensen van kleur nodig hebt om inclusief te worden. ‘Heel vaak denkt men alleen in cosmetische oplossingen in plaats van dat er gezocht wordt naar mogelijkheden om zichzelf te veranderen. Terwijl dat besef – het besef van wat het betekent om je als mens inclusief op te stellen in relatie tot “de andere”– eerst moet komen. Dat is waar je in eerste instantie met elkaar aan moet gaan werken. En als er dan toevallig een POC [person of colour, red.] of een mindervalide persoon bij het team komt is dat gewoon fijn. Dan kunnen witte mensen ervoor zorgen dat het veilig is voor hen binnen de organisatie.’
Het is nog niet voorbij
Hoewel slavernij wettelijk afgeschaft is, zijn er volgens de Global Slavery Index ook vandaag de dag nog bijna vijftig miljoen mensen wereldwijd tot slaaf gemaakt. Ook op deze vormen van verkapte slavernij reageert kaersenhout in haar werk. Bijvoorbeeld in Sacred Skin (2023), een werk dat te zien is in het Bonnefanten. Het is gemaakt in samenwerking met de Marokkaanse schrijver Rashid Novaire en vertelt over de hedendaagse onderdrukking van de Haratin in Marokko. Druppels zwarte inkt vallen op de pagina’s van de Bijbel die de zogenaamde ‘vervloeking van Cham’ beschrijven; een verhaal dat werd verteld om de trans-Atlantisch slavernij mee te legitimeren. Uit een luidspreker horen we Novaire het gedicht dat op de muur geschreven is hardop voorlezen; zo ontstaat er spanning tussen de woorden die de bezoeker kan lezen en horen en de meer autonome kracht die de installatie uitstraalt.
kaersenhout adresseert het verleden, het heden en de toekomst. Wanneer ik haar vraag wat ze hoopt dat de impact van haar zal zijn, antwoordt ze: ‘Ik ben heel optimistisch en heb veel ideeën voor toekomstige projecten, maar vijfhonderd jaar van slavernij en racisme heb je niet zomaar veranderd. Ik wil stepping stones creëren voor de volgende generaties. Dekolonisatie heeft die generaties nodig. Ik wil bij kunnen dragen aan positieve verandering.’
*De kunstenares besloot een aantal jaren geleden haar naam in kleine letters te schrijven als verzet tegen hiërarchie. De titels van haar werk worden steeds geschreven met hoofdletters om het belang ervan te benadrukken.
De tentoonstelling Visions of Possibilities in het Bonnefanten loopt tot 05-11-2023. De totaalinstallatie [H]erkennen Herbouwen – Wonderkamers van het Rotterdams koloniaal verleden loopt tot 23-10-2023.
Isabel Ferreira de Sousa
is schrijver en doceert aan Maastricht Institute of the Arts