Alles, ooit, overal
Alles, ooit, overal
Het fenomeen Ryan Trecartin
Voor wie het Amerikaanse tijdschrift Artforum de afgelopen vijf jaar gevolgd heeft, komt het enorme succes van Ryan Trecartin (1981) niet uit de lucht vallen. In het blad werd al in 2006 gewag gemaakt van zijn ‘ontdekking’, en sindsdien blijft hij geen jaar onbesproken. In 2011 is hij uitgegroeid tot een ware hype, dankzij de lyrisch ontvangen tentoonstelling Any Ever die na Toronto, Los Angeles, Miami en New York nu Parijs aandoet. De tentoonstelling bracht recensenten van The New York Times en The New Yorker zelfs tot kwalificaties van Trecartin als respectievelijk ‘op weg naar grootsheid’ en ‘de meest belangwekkende kunstenaar sinds de jaren tachtig’. Ondertussen wordt zijn werk ook op internet (waar, dankzij Vimeo, UbuWeb en YouTube, zijn hele oeuvre te zien is) driftig ge-liked en ge-comment.
Hoe valt die breed gedragen bijval te verklaren? Waarom valt iedereen als een blok voor hem? ‘You creep into weird corners of my brain’, luidt een van de vluchtige commentaren op Vimeo. Dat is een treffende typering van wat het werk met je doet, en ook een goed voorbeeld van hoe de maker alom vereenzelvigd wordt met de films – een gevolg van zijn eigen veelvoudige aanwezigheid erin. De films van Trecartin, die hij sinds jaren in nauwe samenwerking met kunstenaar Lizzie Fitch maakt, zijn een continue stroom van bruusk veranderende personages, settings en verhaallijnen, gebracht in een agressieve in-your-face-esthetiek die we vooral van reality-tv, videoclips en YouTube kennen. Of eigenlijk: denken te kennen. Trecartin intensifieert die beeldtaal met factor tien, voegt er zwevende logo’s, tekstblokken van Twitter-lengte en talloze special effects aan toe, en geeft zijn personages onbegrijpelijke namen (‘JoJo NoBrand’, ‘French Adaptation Korea’, ‘illegal outsider re-usable friend (prop)’), teksten (‘Am I overexisting or am I overexisting? That’s my inner joke’) en bezigheden. Hij kleedt ze in bizarre outfits, voorziet ze van de meest excentrieke make-up en laat ze zonder uitzondering razend snel en met irritant hoge stemmen frontaal in de camera spreken. In al even bizarre decors lijken ze zich te buiten te gaan aan hun eigen driften en ingevingen. Ze zijn allemaal vrouw of hebben overdreven feminiene kenmerken en zijn voornamelijk met zichzelf bezig. Al die overvloedige, overdadige beelden buitelen over elkaar heen en dringen inderdaad rechtstreeks het brein binnen, dat het eigenlijk net niet kan bijbenen.
Je hoeft er niet voor te hebben doorgeleerd om de visuele trip van Trecartin te zien als een uitvergroting van onze gehaaste en zelfzuchtige leefwereld, onze oppervlakkige communicatie en vloeiende identiteiten. Trecartin jaagt de feiten op, stuwt ze naar absurdistische hoogten, maar confronteert ons door die extreme overdrijving wel met onze eigen gedragingen, of onze toekomstige gedragingen, nog verder onderworpen aan technologie, sociale media en corporate culture. Zijn werk getuigt, kortom, van een scherp inzicht in de hedendaagse cultuur, haar eventuele consequenties maar ook haar mogelijkheden, en dat is één reden waarom het zo geliefd is.
Trecartin gebruikt voor de montage van zijn films – onmiskenbaar het meest vernieuwende aspect van de films – relatief eenvoudige software. Filmen doet hij met een camcorder, zonder aparte microfoons en zonder speciale belichting. Hij maakt enthousiast gebruik van het type consumer-friendly media dat het afgelopen decennium de markt overspoeld heeft, en die beschikbaar zijn voor iedereen. Net als jij en ik loopt Trecartin ermee weg. Geregeld haalt de kunstenaar zijn eerste kennismaking, in 2000, met het standaard Apple-programma iMovie aan. Het moet zijn persoonlijke ‘aha-erlebnis’ geweest zijn.
De aansprekende en vast ook aanstekelijke DIY-sfeer die uit zijn film- en montagetechnieken voortkomt, wordt nog eens extra kracht bijgezet door Trecartins keuze voor een bont acteergezelschap, dat, naast hemzelf en Lizzie Fitch, voornamelijk gevormd wordt door zijn eigen vrienden. De paar echte acteurs (ingehuurde tienersterretjes) zijn pas recent aan het collectief toegevoegd. Trecartin vindt het belangrijk dat al die spelers iets inbrengen, zo benadrukt hij in een interview door Cindy Sherman, gepubliceerd in de catalogus bij de tentoonstelling in Musée d’Art Moderne de la Ville de Paris: ‘The way Lizzie Fitch and I work with collaborators has grown out of network culture perspective that sees authorship as a fluid space and collaboration as an inherent, connective reality.’
En passant omzeilt de kunstenaar met zijn verwijzing naar het netwerkdenken de eerdergenoemde neiging van zijn publiek om hem als het onderwerp van zijn films te zien. De keuze voor Sherman als interviewer heeft hier ongetwijfeld mee te maken: niet zelden zijn Trecartins verkleedpartijen met haar gefotografeerde gedaantewisselingen vergeleken. Sherman zaagt in het gesprek flink door over de mate van zelfportrettering bij Trecartin (een typering waar ze zich wat betreft haar eigen werk grondig tegen verzet). Dat is belangrijk, want als je het werk beschouwt als een over-geacteerd zelfportret verliest het aan kracht. Zolang we ook maar iets van de echte wereld herkennen in de weliswaar bizarre, gefragmenteerde en stuurloze werkelijkheid die Trecartin creëert, blijft het werk overeind, ook gewoon op je eigen computerscherm trouwens, anytime, any ever.
Saskia van der Kroef is eindredacteur van Metropolis M
Ryan Trecartin & Lizzie Fitch: Any EverMusée d’Art Moderne de la Ville de Paris/ARC, Parijs
t/m 8 januari 2012
Ryan Trecartin & Lizzie FitchShowroom MAMA, Rotterdam
20 januari t/m 13 maart 2012
Saskia van der Kroef