metropolis m

Anna Gaskell
Rambling Renegade Girls

Als ze op haar best is, doet Anna Gaskell iets wat maar weinig kunstenaars kunnen. Dan weet ze theatrale en hyperemotionele beelden te creëren, zonder het ondraaglijke bekentenissengehalte dat men zou verwachten bij haar onderwerpkeuze. Haar foto’s kunnen formeel en dramatisch zeer krachtig zijn in haar beeldtaal, uitzonderlijk ‘eigen’, maar deze kracht is tegelijkertijd haar zwakte.

De beelden van Gaskell hebben op dit moment een duidelijk herkenbare signatuur binnen het landschap van de hedendaagse fotografie. Gaskell doorliep de kunstacademie van Yale en ze is aantoonbaar van invloed geweest op de jongere generatie fotografen die werkt met ensceneringen en performance, met name in New York. Inmiddels gaat het niet meer zozeer om de erkenning, maar is het de vraag of ze de kracht heeft uit te groeien tot een blijvend talent.

Haar eerste monografische publicatie, vorig jaar december uitgegeven door powerHouse Books, valt alleen al op door het grote aantal luxueuze kleurenreproducties van haar werk van de afgelopen vijf jaar – meer dan zeventig afbeeldingen in totaal. Uit het boek komt het beeld naar voren van een productieve fotografe. Maar het laat ook zien dat haar werk stevig is geworteld in de jaren negentig – een wereld vol verhalende en beeldende referenties, die inmiddels enigszins achterhaald lijkt. Gaskell zou best een belangrijke fotograaf kunnen worden, maar vooralsnog brengt deze uitgebreide collectie vooral haar beperkingen aan het licht.

Elk van de vijf fotografische series die in het boek is gereproduceerd, van de vroege Wonder-serie (1996-97) tot de meer recente ByProxy (1999) , is gebaseerd op een bestaand verhaal dat is teruggebracht tot een reeks handelingen en gebaren die door jonge modellen worden nagespeeld. Er wordt gerefereerd aan sprookjes en kinderverhalen, zoals aan Lewis Carrolls Alice in Wonderland (vooral in Wonder en Override) en aan De Ezel van de gebroeders Grimm (in Hide), maar ook aan hedendaagse nieuwsberichten, zoals het verhaal van de moordende kinderverpleegster Genene Jones (in By Proxy). Omdat Gaskell zich slechts zeer losjes baseert op deze verhaallijnen, creëert ze voor zichzelf een structuur waarbinnen ze ideeën over identiteit, kindertijd, seksualiteit, zelfverwezenlijking en macht kan onderzoeken. Alice wordt, samen met haar ‘looking-glass’ partner, een tweeling, die sereen in het gras liggen, badend in een zacht licht. Een cirkel van jonge meisjes in bijpassende schortjurkjes duwen en trekken aan elkaar, rukken boosaardig aan elkaars lange haar en sleuren aan de uiteinden van elkanders witte maillots.

Is dit nou meisjesgedrag? En is dit weer zo’n sentimentele, jammerende strooptocht in de psyche en seksualiteit van veertienjarige meisjes? Deze reactie is legitiem, maar ook een beetje oppervlakkig. Want deze meisjes zijn ‘rambling renegades’; verwarde, ronddolende afvalligen, die meer gemeen hebben met de minderjarige meisjessoldaten van de outsider kunstenaar Henry Darger dan met de fantasieën van Lewis Carroll. De meisjes hebben een duistere, epische kwaliteit in hun spel, vergelijkbaar met de jongetjes in Goldings Lord of the Flies. Ondanks hun fantastische omgeving geven ze zich met boosaardig plezier over aan het geweld dat onder het kinderlijk oppervlak schuilt.

De seksuele spelletjes die Gaskells protagonisten spelen hebben een relatie met de seksuele spanning die heerst in de sportwereld. Hun spel heeft een wrede romantiek, die je ook ziet bij jongens die voetballen of rugbyen. En de natuurlijke omgeving waarin Gaskell haar scènes situeert, hebben, alhoewel soms idyllisch, meer iets Germaans dan iets sprookjesachtigs. Het zijn wrede, angstaanjagende wouden – en de meisjes hebben een manier gevonden om zich hier thuis te voelen. Uiteindelijk gaan ze zich zelfs te buiten aan de duisternis van hun omgeving.

De beelden van Gaskell zijn vooral formeel aantrekkelijk. In een van de foto’s uit de serie Override (Untitled #29,1997), zien we een jong meisje in een lichtblauw shirt en een geel schortjurkje (een kostuum dat onmiddellijk doet denken aan Alice in Wonderland) dat omhoog kijkt naar een schemerige blauwe hemel, terwijl boven haar donkere bomen opdoemen. Aan weerszijden strekken zich de armen uit van een ander meisje, dat aan haar lange blonde haren trekt. We kunnen haar gezicht niet zien, maar het heeft vast een uitdrukking van zowel pijn als genot. In Hideoihoihin, een beeld uit Hide, zien we de benen van een meisje, met haar maillot half uitgetrokken, zwieberend aan haar voeten, boven aan een trap van een gotisch landhuis, alsof ze bloedeloos is verminkt. Terwijl het werk van een fotografe als bijvoorbeeld Liza May Post eveneens zeer formeel is en gebruik maakt van een vergelijkbare techniek, waarbij kleding en accessoires zodanig worden vervormd dat ze een surreëel effect krijgen, koppelt Gaskell de formele strengheid aan duister, gotisch theater; een theatraliteit die de stoppen laat doorslaan en die iets lijfelijks en fantasievols toevoegt aan haar prikkelende, verwarde wereld.

Ook haar bijzondere gebruik van licht – bepaalde delen van haar scènes worden overladen met een soort licht dat doet denken aan flitslichten of koplampen – en haar keuze voor stemmige locaties geven de beelden een scherpte en een latente gewelddadigheid die men nooit zal vinden in het werk van Liza May Post. Dit is geen Prada-stuff – het is donker theater, barstensvol angst en extase.

Bladerend door het boek, waren er echter meer dan een paar momenten dat ik wenste dat Gaskell een van Liza May Posts Pradapillen zou slikken. Het drama werkt heel goed op formeel niveau, maar de inhoud van het werk is soms, helaas, wat al te voor de hand liggend. Je vraagt je af waarom een kunstenaar die in staat is om beelden te produceren van een minderjarige verpleegster die op haar rug in een etherisch bad vol katoenwol ligt, met puntige pijnbomen boven haar hoofd (By Proxy), niet de wat meer zelfgenoegzame, zelfingenomen elementen heeft weggelaten. De tekeningen in het boek zijn nog zo’n symptoom van deze zwakte. Eigenlijk zijn ze spectaculair slecht: spichtige tekeningen van meisjes die zijn gereduceerd tot ellebogen, knokige armen en benen en ingewikkelde massa’s schaamhaar – in een stijl ergens tussen Edward Gorey en Tim Burton. Gaskell zou toch slimmer moeten zijn.

De beperkte beeldtaal van Gaskell – het exclusieve gebruik van adolescente meisjes, de repeterende kostuums, het motief van de uitgerekte witte maillot, het veelvuldige gebruik van duistere natuurlijke omgevingen – dreigt haar te ondermijnen. Terwijl haar landschap sterk claustrofobisch werkt in zijn herhaling, is ze slechts een paar Mary Janes verwijderd van kitsch. Dit is haar landschap – een wereld uitsluitend bevolkt door meisjes tussen de negen en de veertien – en dat op zich is nog geen zwakte. Het wordt een probleem wanneer deze meisjes steeds maar weer hetzelfde spelletje spelen, serie na serie. Gaskells bewering dat ze op subtiele wijze verschillende narratieven en psyches wil onderzoeken, begint enigszins hol te klinken door de overduidelijke herhaling van hetzelfde, ongeacht het scenario.

Misschien is Gaskell op haar best als ze even de consistentie van haar wereld vergeet. De foto’s in het boek die je het meest blijven achtervolgen, zijn diegene die niet gereduceerd kunnen worden tot hun afzonderlijke onderdelen: de meer raadselachtige beelden. Gaskell is een professional – maar ik hoop wel dat ze haar meisjes wat meer te doen geeft.

Alex Mar

Recente artikelen