metropolis m

Selma Selman: Flowers of Life, exhibition view, © Schirn Kunsthalle Frankfurt 2024, Photo: Norbert Miguletz

De Bosnische kunstenaar Selma Selman is bezig met een ware opmars. Ze is pas net afgestudeerd van de Rijksakademie maar heeft al meerdere grote beurzen, biënnales en solotentoonstellingen op haar naam staan. Naar aanleiding van Selmans nieuwe tentoonstelling bij Schirn Kunsthalle in Frankfurt gaat Lena van Tijen met de kunstenaar in gesprek over activisme, schoonheid en hoe het is om plots beroemd te zijn. 



Wat doet roem met een kunstenaar? David Bowie zong de fameuze zin: ‘Fame (fame) puts you there where things are hollow…’ En inderdaad, bekendheid opent deuren die eerder gesloten leken. Maar wat doet roem nog meer? Het versterkt de stem van minderheden tot je er niet langer omheen kunt. Tot een minderheid in de meerderheid lijkt te zijn. 

De Balkan is van oudsher een gebied dat bevolkt wordt door minderheden. De groep die binnen deze smeltkroes vaak het onderspit delft zijn Roma. Naast de vooroordelen die in de landen zelf heersen, worden zij ook uitgedragen in de culturele export, zoals in de films van de Servische regisseur Emir Kusturica, bekend van onder meer Time of the Gypsies (1988) en Underground (1995) – waarvoor hij een Palme d’Or won op het filmfestival van Cannes. Roma worden in deze film afgeschilderd als malafide zwendelaars en oplichters. Vrouwen komen er het meest bekaaid vanaf. Voor hen zijn de rollen weggelegd van angstaanjagende waarzegster, gewillige jonge maagd of boos dik moeke. 

Dat het moeilijk is aan zulke stereotypen te ontkomen, weet ook de Bosnische Selma Selman (1991). Ik ontmoette de kunstenaar voor het eerst in 2023 voor een interview in haar studio bij de Rijksakademie in Amsterdam. Terwijl we praten lopen we van de keramiekwerkplaats, waar zij computerchips aan het versmelten is tot goud, naar het verflab, waar ze de glanzend opgepoetste deuren, het dak en de zijpanelen van een zwarte Mercedes aan het beschilderen is met monsterlijke figuren. We eindigen in haar ruime studio die vol staat met pallets met daarop kapotgeslagen computers. Wanneer Kusturica ter sprake komt, laait het vuur op in haar ogen. Door hem, legt ze uit, bestaat er een bepaald idee over mensen zoals zij. Een idee waar ze zich al van kinds af aan niet naar wil schikken en waar ze zich, ook als kunstenaar, kritisch toe verhoudt. 

Verteller, performer, aanjager


Selman begon haar carrière op haar zeventiende, toen ze als commerciële schilder werkte met haar vader als manager. In die tijd produceerde ze maar liefst tien schilderijen per dag. Het was fabriekswerk met haar familie als tandwielen in de schakels. Ze studeerde af aan de kunstacademie van Banja Luka, waar ze een onderscheiding ontving voor Best Intermedia Artist¸ en vertrok vervolgens naar de Verenigde Staten om de master Transmedia, Visual, and Performing Arts te volgen aan de Universiteit van Syracuse.

Inmiddels is Selman uitgegroeid tot een ware superster, zowel binnen de kunstwereld als daarbuiten, wier gloed allang niet meer enkel Bosnië en Nederland beschijnt. Ze heeft ruim veertienduizend volgers op Instagram, haar werk is opgenomen in de collectie van het Berlijnse Hamburger Bahnhof, en ze is veelgevraagd deelnemer aan internationale kunstbeurzen en festivals, zoals Art Basel en documenta fifteen. Daarnaast had Selman recentelijk meerdere solotentoonstellingen: een bij de Gropius Bau in Berlijn (11.11.23 t/m 14.1.24), de ander bij Röda Sten Konsthall in Gothenburg (10.2 t/m 21.4.24). Deze zomer volgt een solo bij Schirn Kunsthalle in Frankfurt getiteld The Flowers of Life, die wordt gecureerd door Matthias Ulrich. In het kader van deze tentoonstelling zal de drieëndertigjarige kunstenaar ook haar eerste catalogus uitbrengen.

In de aanloop naar deze tentoonstelling spreek ik Selman op Zoom omdat zij op dat moment bij haar familie in Bosnië verblijft. ‘Hoe is het je de afgelopen tijd vergaan?’, vraag ik. De kunstenaar op het scherm steekt een sigaret op en vertelt: ‘Ik heb de Rijksakademie afgerond. Ik heb nu geen grote studio meer tot mijn beschikking. De afgelopen twee jaar behoorden tot de mooiste jaren van mijn leven. Dat gezegd hebbende, ben ik, na het verlaten van de Rijks, volwassener geworden als kunstenaar. Ik ben gegroeid en heb ondervonden hoe het is om volledig onafhankelijk te zijn zonder een instelling om je rugdekking te geven.’


Ons gesprek komt op Selmans nieuwe film, Crossing the Blue Bridge (2024). In dit werk legt de kunstenaar, zoals zij wel vaker doet, verbanden tussen haar eigen persoonlijke leven en dat van haar familie, en een grotere sociaal-politieke discussie. Selman is de enige protagonist in de film en vertolkt alle drie de rollen: verteller, performer en aanjager. Samen met de kijker loopt ze over een brug in haar geboortedorp Bihać. Deze oversteek, vertelt ze, is gebaseerd op een gebeurtenis die echt heeft plaatsgevonden. Van 1992 tot 1995 woedde er oorlog in Bosnië. De familie Selman woonde aan de ene kant van de brug. Om goederen op de markt te kunnen ruilen, moest de moeder van het gezin dagelijks met de bus de oversteek wagen. Op een dag in de winter van 1994 zei de buschauffeur dat hij niet verder kon rijden door een bomaanslag. Selmans moeder en zusje – die uitgerekend die dag mee was naar de markt – moesten uitstappen en lopend verder. De moeder droeg in één hand de boodschappenmand en probeerde met haar andere hand de ogen van haar kind af te schermen. Haar lange zwarte haar raakte los en wikkelde zich als een blinddoek voor haar ogen. De wandeling, die normaal niet meer dan drie minuten in beslag nam, duurde voor haar gevoel een half uur – zo had Selmans moeder bij thuiskomst verteld.

De film waarin Selman deze gebeurtenis recreëert duurt grofweg even lang. Voor haar is het project niet alleen erg persoonlijk maar ook politiek. Het is, naar haar weten, de eerste film waarin de oorlogservaring van de Roma in Bosnië aan bod komt. ‘Niemand heeft ooit over ons gesproken’, vertelt ze. ‘Dit werk komt uit mijn onderbuik. Daarom is het zo politiek.’ Het kunstwerk is tot stand gekomen met steun van drie instellingen, twee waarbij Selman het afgelopen jaar solotentoonstellingen had: Schirn Kunsthalle, Röda Sten Konsthall en Bad Ischl, de Oostenrijkse stad die dit jaar culturele hoofdstad is van Europa en waar Selmans film in september 2024 ook te zien zal zijn.

‘Dit werk komt uit mijn onderbuik. Daarom is het zo politiek.’

Crossing the Blue Bridge is de enige gemene deler tussen haar tentoonstellingen in de drie steden. Haar solo’s in Gothenburg en Frankfurt zijn zelfs compleet verschillend. Wanneer ik de kunstenaar vraag waarin de twee shows zich van elkaar onderscheiden, antwoordt ze nuchter: ‘Oh, ze zijn heel anders.’ Haar sigaret is intussen opgebrand. Ze steekt een nieuwe op en vervolgt: ‘De tentoonstelling in Gothenburg, die dezelfde titel draagt als de film, was erg mooi. Het was feminien, eerlijk en puur. Bij The Flowers of Life, mijn aankomende tentoonstelling in Frankfurt, denken mensen niet gelijk aan mij omdat de titels van mijn performances en tentoonstellingen meestal nogal cyber zijn, zoals Mercedes Matrix (2019) en The Most Dangerous Woman in the World (Kunstraum Innsbruck, 2022). Naast de film laat ik in Frankfurt ook grijpers zien, de stalen ‘handen’ die mensen gebruiken om afval op te pakken. De performance rond deze tentoonstelling heeft in feite al plaatsgevonden omdat ik deze roestige, kapotte ‘bloemen’ gekocht heb in Bosnië en ze naar Duitsland heb getransporteerd om ze te repareren en ze weer mobiel te maken. Voor mij zijn deze machines een soort bloemen, maar ook aanvallers. Het zijn een soort vleesetende planten.’

'Voor mij zijn deze machines een soort bloemen, maar ook aanvallers. Het zijn een soort vleesetende planten.’

Hoewel de kunstenaar de antithese is van fragiel, komt een vergelijking tussen haar en iets lieflijks als bloemen niet uit het niets. Selman: ‘Wanneer ik nieuwe mensen ontmoet, is vaak het eerste wat ze tegen me zeggen dat ik mooi ben. Wat hadden ze dan verwacht? Dat ik vanwege mijn achtergrond niet mooi kan zijn? Deze schoonheid is iets waar ik in geïnteresseerd ben, de relatie tussen bloemen en “exotische” mensen zoals Roma, maar ook andere minderheden. Mag ik als kunstenaar niet van bloemen houden? Ik heb mijn hele leven een hekel aan bloemen gehad. Ze deden me denken aan het stereotiepe beeld van de Romavrouw. Maar nu stijg ik daar bovenuit. Ik ben het idee van bloemen opnieuw aan het vormgeven.’

Schrootmetaal


Selmans projecten, waarbij ze vaak gebruikmaakt van schrootmetaal, afgedankte auto’s en elektronica, kunnen soms op kritiek rekenen. Zo vergeleek de Zweedse pers, in het kader van haar tentoonstelling in Gothenburg, Selman en haar familie met de lokale Roma bevolking, een groep die in verband wordt gebracht met het stelen van katalysatoren. De kunstenaar probeert zich weinig van zulk commentaar aan te trekken, het zijn immers dit soort opmerkingen die de heersende stereotypes bevestigen waar zij zich met haar werk juist tegen uitspreekt.

Met het herdefiniëren van haar eigen positie, die van haar familie en van de Roma in het algemeen, lijkt Selman gehoor te geven aan de gevleugelde uitspraak ‘We need less artists and more heroes’ van de Servische kunstenaar Marina Abramović. Deze vergelijking tussen de jonge Selman en de peetmoeder van de performance is niet uit de lucht gegrepen. De poster van Abramović’ grote retrospectief, nu te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam, is namelijk vrijwel identiek aan het promotiebeeld dat Selman eerder dit jaar gebruikte voor haar solo bij de Röda Sten Konsthall. Wanneer ik deze gelijkenis opmerk, reageert Selman gelaten: ‘Sinds mijn geboorte probeer ik al een verschil te maken. Op de plek waar ik vandaan kom is alles zo ingericht dat ik niet kan zijn wie ik echt ben. Daarom hou ik er niet van om mezelf te verbinden met welke kunstenaar dan ook, of met uitspraken van wie dan ook. Ik wil mijn trauma’s en mijn successen niet delen met anderen. Toen ik de poster voor de tentoonstelling in het Stedelijk zag dacht ik: holy shit, nu gaat iedereen denken dat ik haar gekopieerd heb. Maar mijn show was er eerder.’

Wanneer ik in diezelfde periode het retrospectief van Abramović bezoek bij het Stedelijk, moet ik aansluiten bij de gigantische rij voor de ingang. Ik loop de trap naar de eerste verdieping op en zie tussen de traptreden door hoe een uitzinnige mensenmassa aan de tentoonstelling begint. Iedereen maakt selfies. Er worden foto’s gemaakt met de zaaltekst, met de posters van de schreeuwde Abramović, zelfs met de bewegwijzering waarop haar naam staat. Ik betrap mezelf op de gedachte dat het met niets zou verbazen als Selman hier ook ooit zo’n retrospectief zal openen, waar een even enthousiaste menigte op af zou komen.

Wanneer ik Selman vraag hoe zij haar succes en de daarbij horende roem ervaart, antwoordt ze: ‘David Bowie verwoordde het goed: roem heeft niet alleen te maken met beroemd zijn. Het gaat erom wat je wil overbrengen, om wat je doet met je bekendheid.’ Ze is even stil voordat ze verder vertelt. ‘Als ik dit nog even met je mag delen: mijn vader is ziek, hij heeft kanker. Toen hij zijn diagnose kreeg, kwam ik terecht in een positie waardoor ik iedereen begon te haten. De manier waarop ze zich gedroegen tegenover hem, tegenover mij. Toen ik hem een ​​keer naar het ziekenhuis in Bosnië bracht, heb ik mijn naam moeten noemen om ze zover te krijgen mijn vader op te nemen. Dat is waar ik mijn bekendheid voor gebruik. Het is leuk om op de cover van tijdschriften te staan. Ik ben jong, dus waarom niet? Maar tegelijkertijd heb ik nog een missie in mijn leven. Het maakt mij niet uit of mensen zeggen dat ik mooi of lelijk ben. Ik ken mezelf het beste.’

Selma Selman: Flowers of Life
Shirn Kunsthalle, Frankfurt
20.6 t/m 15.9.24

Until we are more than gold: a triptych
(video performance, installatie en film Crossing the Blue Bridge)
ehem. Stallungen in Kaiserpark, Bad Ischl
27.9 t/m 31.10.24

Marina Abramovic: retrospectief
Stedelijk Museum Amsterdam
16.3 t/m 14.7.24



Lena van Tijen

is schrijver

Recente artikelen