metropolis m

Compromisloos en kritisch
Een interview met Theodor W. Adorno

Met Alain Badiou en Jacques Rancière behoort Adorno momenteel tot de drie invloedrijkste filosofen in de kunstwereld. Die roem heeft hij vooral te danken aan de actualiteit van zijn analyse van de cultuurindustrie. Hoewel hij al in 1969 is overleden, wist René Gabriëls hem te strikken voor een exclusief interview.

René Gabriëls

Uw filosofie mag zich momenteel verheugen in een grote belangstelling. In 2007 verscheen de veel gelezen heruitgave van Dialectiek van de Verlichting, een boek dat u samen met Max Horkheimer schreef. Dit jaar verschijnen maar liefst drie boeken van u in een Nederlandse vertaling. Een ervan is Prisma’s. Cultuurkritiek en Maatschappij, een uitgave van Octavo. In het eerste essay uit deze bundel reflecteert u over de cultuurcriticus. Hoe zou u de cultuurcriticus karakteriseren?

Theodor W. Adorno

‘De cultuurcriticus is ontevreden over de cultuur waaraan hij zijn onbehagen te danken heeft. Hij praat alsof hij de woordvoerder zou zijn van een ongeschonden natuur of een hogere historische waarheid, terwijl hij noodzakelijkerwijs uit hetzelfde hout gesneden is waarover hij denkt verheven te zijn. […] De houding van de cultuurcriticus veroorlooft hem op grond van het verschil met de heersende misstand theoretisch daarvan afstand te nemen, alhoewel hij vaak genoeg daarin vervalt. Hij geeft het verschil een plek in het cultuurbedrijf dat hij de rug wil toekeren, en dat zelf het verschil behoeft om zich als cultuur te wanen. […] De cultuur is alleen waar als ze impliciet kritisch is. En de geest die dat vergeet, wreekt zich in de critici die hij voortbrengt en daardoor aan zichzelf. Kritiek is een absoluut noodzakelijk element van een intrinsiek tegenstrijdige cultuur, en bij alle onwaarheid ook weer zo waar als de cultuur onwaar is.’

René Gabriëls

U staat een radicale kritiek voor die het heersende onrecht bij de wortels aanpakt. Maar u wordt verweten geen alternatief aan te dragen. Kritiek zou niet alleen destructief maar ook constructief moeten zijn.

Theodor W. Adorno

‘Wie kritiek uitoefent zonder de macht te hebben zijn mening door te zetten, en zonder zich zelf te voegen naar de openbare hiërarchie, behoort te zwijgen.’

René Gabriëls

Uw weigering om een alternatief te presenteren of een blauwdruk van de ideale samenleving te leveren, doet inderdaad niets af aan de waarheid van uw compromisloze kritiek op de status-quo. Iemand hoeft niet zelf een schoenmaker te zijn om te beoordelen of een schoen past. In hoeverre geven kunstwerken uitdrukking aan een radicale kritiek?

Theodor W. Adorno

‘In zoverre de maatschappelijke functie van kunstwerken zich laat voorschrijven, zijn ze functieloos. Ze belichamen door hun verschil met de duivelse wereld vanuit het negatieve een toestand waarin iets dat is een juiste en eigen plek zou krijgen. Hun betovering is onttovering. Kunstwerken zijn de stadhouders van de niet langer door ruil misvormde dingen en de niet door een verkeerde behoefte toegetakelde en geschonden menselijkheid. Een bevrijde maatschappij zou zich aan gene zijde van de doel-middel-rationaliteit van het nut bevinden. Dat wordt in de kunst gecodeerd en is haar maatschappelijke springkop. Te midden van het nutsdenken heeft kunst werkelijk iets van een utopie, als het andere dat niet door het realiteitsprincipe onderworpen is, dat een uitzondering vormt op de machinerie van de productie- en reproductieprocessen van de maatschappij. […] Kunst is de maatschappelijke antithese van de maatschappij, die niet direct uit haar valt af te leiden.’

René Gabriëls

In tegenstelling tot de relatief autonome kunst zijn de producten van de cultuurindustrie waren die via reclame aan de man worden gebracht en onderworpen zijn aan de wetten van de markt. Om van kunstwerken winstgevende cultuurgoederen te maken, zet de cultuurindustrie vrijwel alle kaarten op standaardisering, zodat de productiekosten van cultuurgoederen worden gereduceerd. Vanwege de standaardisering gaan de producten van de cultuurindustrie steeds meer op elkaar lijken en wordt de pluraliteit aan vormen sterk gereduceerd. Waarom praten Horkheimer en u in termen van cultuurindustrie en niet in termen van massacultuur?

Theodor W. Adorno

‘Wij vervingen deze uitdrukking door cultuurindustrie, om van meet af aan de betekenis te elimineren die haar woordvoerders welgevallig is: dat het om een spontaan uit de massa’s zelf voortkomende cultuur gaat, om de huidige vorm van volkskunst. Daarvan onderscheidt de cultuurindustrie zich radicaal. Zij voegt hier een reeds bekende met een nieuwe kwaliteit samen. In al haar domeinen worden producten min of meer volgens plan gemaakt die voor de consumptie op de massa’s toegesneden zijn en in grote mate deze consumptie vanuit zichzelf bepalen. De uitdrukking industrie moet daarbij niet letterlijk worden genomen. Zij heeft betrekking op de standaardisering van de zaak zelf […] en op de rationalisering van de verspreidingstechnieken, maar strikt genomen niet op het productieproces. […] Het “succes” van de cultuurindustrie is terug te voeren op de “transpositie van de kunst in de consumptiesfeer”. […] Cultuur werd volledig tot een waar dat via informatiekanalen wordt verspreid. […] Wat men bij de receptie van cultuurgoederen de gebruikswaarde zou kunnen noemen, wordt door de ruilwaarde vervangen. Het genot maakt plaats voor erbij te horen en het op de hoogte te zijn, en deskundigheid ruimt het veld voor toename aan prestige. […] Daarom is het noodzakelijk om de huidige ideologie, die in de verdubbeling van het leven in alle domeinen van de cultuurindustrie te vinden is, onder de aandacht te brengen. Een inenting van de mens tegen de uitgesproken idiotie waar alle films, alle televisieprogramma’s, elk magazine het op heeft gemunt, zou op zichzelf al een veranderende praktijk zijn.’

René Gabriëls is filosoof en sociaal wetenschapper, verbonden aan de Universiteit Maastricht

René Gabriëls is filosoof en sociaal wetenschapper, verbonden aan de Universiteit Maastricht

Dit is een fictief interview. De antwoorden van Adorno zijn afkomstig uit diverse door hem geschreven teksten en door de auteur uit het Duits vertaald.

Dit is een fictief interview. De antwoorden van Adorno zijn afkomstig uit diverse door hem geschreven teksten en door de auteur uit het Duits vertaald.

René Gabriëls

Recente artikelen