metropolis m

In een groot stuk in een kunstblad had ze haar afscheid als galeriehouder al min of meer aangekondigd. En ze hield voet bij stuk. JMG Jongma is nu oud-galeriehouder. Er wacht haar een toekomst als schrijver, misschien.

Ik word van heel erg veel dingen heel erg ongelukkig: van hitte in de zomer, van te veel mensen om me heen, sowieso van mensen om me heen, de hoeveelheid maakt eigenlijk niet eens uit.

Ja, daar ga je dan, met je veel te brede neus en je overschot aan eigenwaarde. Je moet ook niet te snel oplossingen willen hebben. Het proces is van belang. Ze was op weg. Het was een reis. ‘Do not cramp, show stamina’, had ze zichzelf als extern commissielid tegen de eindexamenkandidaten van de kunstacademie horen zeggen.

De stoppende galeriehouder herinnerde zich haar moeder die op een dag ook overal ineens helemaal genoeg van had: het zijn van de eeuwige kartrekker, de pot lijm, het (ver)bindingsmiddel in het gezin tussen alle verschillende partijen. Ze gaf er volkomen onverwachts ineens de brui aan. Een soort Mamma is boos!. Ze dacht aan de titel van de film uit de jaren tachtig.  

En zo geschiedde het. Ze had besloten het bijltje erbij neer te leggen, om niet te zeggen de knuppel in het hoenderhok te gooien. Een zelfgeschreven stuk had ze als aankondiging in het kunstblad geplaatst en een nieuwe ambitie voor het schrijverschap potsierlijk tentoongespreid. Bescheidenheid sierde haar al lang niet meer als mens.

Om te schrijven hoefde je met niemand samen te werken, had ze bedacht. Binnen je eigen geschreven teksten kun je net zo goed situaties scheppen, kaders creëren en evenzoveel creativiteit kwijt, zoals ze in haar tentoonstellingen beoogde te doen. Bovendien scheelde het enorm in productie en dus in tijd en kapitaal. Ze bleef vooral een praktisch mens.

Wat ze gemist had de afgelopen jaren was erkenning van haar eigen creativiteit natuurlijk. Ze ging het nu dus allemaal gewoon lekker zelf doen. Ze had de boel opgezegd. Ze had eerst de kunstenaars en daarna enkele collega-galeriehouders geïnformeerd. Geen idee waarom eigenlijk, maar goed, die begrepen haar motiveringen allemaal heel prima. Blablablablabalala. Binnen enkele uren zou de finale acte zich voltrekken; de opdeling van haar zo zorgvuldig opgebouwde galerie. 

‘Murgers and acquisitions’, was zijn beroep, had een verzamelaar haar ooit verteld. Wat dat inhield? Niet-lopende bedrijven opkopen, deze opsplitsen, weggooien wat niet werkte en doorverkopen wat wel winstgevend was. Hier moest ze nu aan terugdenken. Ze werd opgesplitst en doorverkocht. Dat was heel duidelijk.

Ze vond de kunstwereld zo ongelooflijk, ja, wat is het woord? Menselijk, dacht ze. 

‘Ik ben Natascha en ik wil een beroemde kunstenaar worden’, stond er groot op de foto. Een werk van de gelijknamige jonge kunstenaar hing in onze favoriete bar in de jaren negentig, genaamd De Chinees aan de Vijzelgracht. De foto toonde de kunstenaar zelf in een sexy pose op het strand in spijkerbroek en klein topje verleidelijk voorovergebogen, wat een inkijk in haar decolleté gaf. De Chinees, een daadwerkelijk oud Chinees restaurant, gekraakt in de tijd dat kraken nog heel gewoon was. De foto had een onuitwisbare indruk op haar gemaakt. Nog steeds, twintig jaar later, schoot eens in de zoveel tijd deze tekst door haar hoofd. ‘Ik ben Natascha en ik wil een beroemde kunstenaar worden.’ Dat was namelijk zo, dat had ze ook willen worden. Met de nadruk op had. Ze was natuurlijk overduidelijk wat anders geworden. Zo gaat dat in het leven: je slaat ergens rechtsaf en ineens gaat alles een geheel andere kant op.

Saskia vertelt in een clipje op YouTube over de stemmen in haar hoofd. Ze wil eigenlijk niet vertellen wat ze zeggen, als de interviewer daarnaar vraagt. Ze legt helder uit waarom. Ze begrijpt heel goed dat de stemmen dingen zeggen die voortkomen uit haar eigen hoofd. Dat het haar eigen gedachten zijn. Ze schaamt zich hiervoor. Zadie Smith vertelde in een interview dat iedere schrijver zich schaamt. Schrijven is je schamen. Het is een schaamtevolle praktijk. 

Ze vroeg zich af waarom ze uit twee totaal verschillende interviews bijna hetzelfde element destilleerde. Schaamde ze zich zo erg? Had ze uit schaamte, in navolging van haar vorige stuk, haar galerie gesloten? Had ze zich geschaamd voor haar eigen oprechtheid? Of had ze zich misschien ook nog meer gegeneerd? Was ze gewoon met ongedane zaken verder gegaan? Hoe niet-eenvoudig kunnen eenvoudige dingen zijn, dacht ze. ‘Ik wil iets meer. Ik wil een beetje los’, zong ze in haar hoofd het liedje van Doe Maar.

Zou het echt wat uitmaken?, vroeg ze zich af. Je gaat rechtsaf. Daar is een weg. Of je gaat linksaf en daar is ook een weg. Het is de bedoeling dat je van beide wegen iets maakt. Je kunt ook van beide wegen niks maken. Dan is het brutoresultaat ook hetzelfde.

Kon je zomaar ineens veranderen, van de ene op de andere dag? ‘Het is allemaal maar perceptie’, zei de lange kunstenaar tegen haar, staand tussen de enorme hoeveelheid verhuisdozen en ingepakte kunstwerken die klaarstonden voor transport in de galerieruimte die langzaamaan weer in zijn oorspronkelijke staat van garage begon te veranderen. Ze dacht weer aan Natascha Hagenbeek en hoe zij een beroemde kunstenaar had willen worden. Ze begreep nu veel beter dat het iets willen worden vooral een angst was om niets te worden. De stad voelde op die leeftijd zo groot en ongenadig.

Schrijven is net als nat-in-nat schilderen realiseerde ze zich. Een technische term voor het gebruik van olieverf. Je kon de verf ‘bewegen’ en zo dus de beeltenis veranderen zolang deze nog nat was. Zodra de verf droog was, bevroor zogezegd de dynamiek. Je kon er dan niet meer in of tussen komen. Wel kon je er natuurlijk bovenop werken, wat een evenzo mooi resultaat op kon leveren. Je legde namelijk als het ware een nieuwe tijd op een oude tijd. 

De oude tijd was definitief afgesloten. Zo zag ze het nu.  

JMG Jongma

was galeriehouder, Amsterdam

JMG Jongma

Recente artikelen