De toekomst voorbij
De toekomst voorbij
Franco Berardi alias Bifo
Franco Berardi is een van de spraakmakende Italiaanse denkers die een uitweg zoeken uit het langzaam ineenstortende kapitalistische systeem. Het verzet tegen de misstanden van nu ziet hij het beste bewapend op onverwachte manier, via de liefde. Alleen zo kan het gekwelde sociale lichaam zich na jaren van afbeulen herstellen.
In je werk ontwikkel je een analyse van het kapitalisme die uitgaat van de nauwe verwevenheid van economie, taal en psychologie. Wat is je visie op de economische crisis, gezien vanuit dit oogpunt?
Daarvoor moeten we terug naar het einde van de jaren negentig en de lente van het jaar 2000. Na een decennium van ontwikkeling, met het geloof in de mogelijkheid van een oneindige groei van een kapitalisme geschraagd op nieuwe technologieën, stortte alles in. De financiële luchtbel van de dotcom-bedrijven spatte uiteen. Het was een zeer belangrijk moment. Op een bepaalde manier kan wat er gebeurde in september 2008 in de Verenigde Staten en wat er nu plaatsvindt in Europa gezien worden als de nasleep van de crisis uit 2000, omdat in die crisis alle nieuwe elementen van de vorm van kapitalisme die ik ‘semiokapitalisme’ noem zich openbaarden.
Het begrip semiokapitalisme gaat ervan uit dat we informatietechnologie en de productie van economische waarde niet meer los van elkaar kunnen zien. Tegelijkertijd is er sprake van een diepgaande betrokkenheid van de menselijke geest en het gevoelsleven bij het economische proces. De hoogconjunctuur van de jaren negentig was gebaseerd op de exploitatie van het menselijke brein, gezien vanuit het perspectief van immateriële arbeid en vanuit de aandachtseconomie, ofwel de invasie en bezetting van onze aandacht door nieuwe technologieën. Tegelijkertijd waren er schrijvers als Kevin Kelly, Peter Schwartz, Nicholas Negroponte; allemaal mensen die over de mogelijkheid van een langdurige boom aan het theoretiseren waren. Ze speculeerden over oneindige groei. Er mankeerde iets aan hun theorieën. Ze begrepen niet dat de capaciteiten van het menselijke brein niet onbegrensd waren. Het menselijke brein is beperkt, wat betreft fysieke energie, wat betreft affectie, of verlangen, wat betreft het verdragen van pijn en depressie. De periode van die voortdurende boom, het decennium van de jaren negentig, was ook het hoogtepunt van prozac. Het waren jaren van grote opwinding, gecreëerd door de hyperexploitatie van de menselijke geest en het intensieve gebruik van stimulerende drugs.
Nu is de crisis van 2000 vergeten, omdat deze direct gevolgd werd door de shock van 11 september, het begin van de oorlog die gelanceerd werd door de regering Bush. Het was een gestoorde uitvlucht uit de crisis, een poging om weer over te schakelen op militaire productie. Maar oorlog is geen goed geneesmiddel. Je kunt het vergelijken met een diep gedeprimeerd persoon die amfetamines neemt. Het is niet de juiste therapie voor depressie.
Jaar na jaar heeft de mondiale schizo-economie – een concept dat ik gebruik om economische productie en geestelijke exploitatie bij elkaar te brengen – toegewerkt naar een nieuwe en, naar ik denk, finale ineenstorting. Wat we beleven is een oude voorspelling die bewaarheid wordt: ik bedoel de Club van Rome, die in 1972 het rapport Grenzen aan de groei publiceerde. Economische groei kan niet oneindig zijn, om een zeer simpele reden, namelijk dat fysieke grondstoffen beperkt zijn, net als de menselijke grondstof die is gelegen in het psychische en mentale. Het netwerk heeft de productiemogelijkheden enorm uitgebreid, maar als menselijke wezens zijn we beperkt.
Je zou kunnen zeggen dat politiek voorheen draaide om de belofte van groei, gekenmerkt door win-win. Tegenwoordig is politiek een strijd geworden om de verdeling van steeds meer beperkte middelen: een zero-sum-game. Om je een voorbeeld te geven, in Nederland heeft de regering geld om banken te redden, om huiseigenaren te subsidiëren en om nieuwe wegen te bouwen, maar om dat te doen, wordt er geld onttrokken aan onderwijs, cultuur, gehandicapten, zorg, sociale huisvesting en zo verder. Vergelijkbare ontwikkelingen doen zich vast voor in Italië, met het bezuinigingspakket van Berlusconi. Hoe kijk jij hier tegenaan?
Ik ben net terug van een demonstratie in Bologna. Studenten waren aan het protesteren voor de Banca d’Italia. Zij riepen slogans als “meer geld voor onderwijs, minder voor de banken”. Dit type protesten vind je vandaag de dag in heel Europa. Iedereen begrijpt dat als je het onderwijssysteem ontmantelt, of zoiets simpels als het rioolsysteem – met andere woorden de basale infrastructuur voor productie – dat het de toekomstige economie niet vooruit helpt. Maar dit is wel het beleid van de Europese Centrale Bank, dit is het beleid van de financiële crisis op Europees niveau. Kijk naar wat er gebeurt in Griekenland. In april 2010 is daar het probleem van de torenhoge publieke schulden tot een uitbarsting gekomen. De Griekse regering is gedwongen een beleid te voeren dat zich erop richt middelen uit de economie te onttrekken, om Duitse en Franse banken te betalen. Nu, anderhalf jaar na die beslissing, is het bruto nationaal product met zeven procent gekrompen. Het logische gevolg is dat de productie in elkaar stort, en de schuld onvermijdelijk omhoog schiet. Je vraagt je af, zijn die mensen bij de Centrale Bank gestoord? Begrijpen ze wel wat ze doen, namelijk het totaal kreupel slaan van de basis van een gezonde economie? Je kan niet op grote schaal middelen onttrekken aan de samenleving, en tegelijkertijd vragen om de aflossing van de schulden. Dat is onmogelijk. Mijn vermoeden is dat ze helemaal niet bezig zijn met het redden van de Europese economie. Zij weten misschien dat het einde van een periode in zicht is, en zijn bezig met een soort diefstal, een overval; een enorme verschuiving van welvaart van werknemers, van de samenleving, van de publieke sector, naar de banken en de financiële elite.
Ik weet het, dat klinkt paranoïde en ik houd er niet van paranoïde over te komen. Maar waar ik het over heb is niet het gevolg van een menselijke samenzwering. Ik denk niet dat Angela Merkel, Jean-Claude Trichet of Nicolas Sarkozy de kwade genii zijn die deze duistere toekomst hebben uitgebroed. Ik denk dat het diep ingebakken zit in de software van de financiële architectuur. We hebben een machine geproduceerd die alleen in staat is om te denken in termen van inflatiebestrijding, winstgevendheid en het afdwingen van concurrentie. Dit volledig geautomatiseerde systeem is opgezet op een manier die zich nu destructief toont ten opzichte van de maatschappelijke welvaart.
Om nog kort iets te zeggen over Italië. In de laatste twee jaar is acht miljard euro onttrokken aan het onderwijs; 130.000 leraren zijn ontslagen bij Italiaanse scholen. Wat denk je, is dit de manier om de groei te hervatten in Italië? Stellen we op deze wijze de toekomst van Italië zeker? Duidelijk niet.
Je hebt net een nieuw boek gepubliceerd, After the Future. Kun je er iets over vertellen?
Ik begon met het schrijven van het boek in februari 2009. Het was het honderdjarig jubileum van de publicatie van het Futuristische Manifest. Het futurisme, voor degenen die er onbekend mee zijn, is een literaire en artistieke stroming die van enorm belang is geweest, op zowel cultureel als politiek vlak. Het kan gezien worden als de eerste avant-garde beweging die daadwerkelijk uit was op een maatschappelijke omwerping. De essentie van het Manifest en de futuristische cultuur ligt in de verheerlijking van de potentie van de toekomst. De futuristische beweging is daarmee een extreme variant van de moderne verering van de toekomst als vooruitgang, als ontwikkeling, als groei. Maar ons idee van de toekomst is geen natuurlijk gegeven. Denk alleen al aan de theologische mens uit de middeleeuwen. Voor hem lag perfectie niet in de toekomst, maar in het verleden; de tijd van het verloren paradijs, waarin God de wereld heeft geschapen. Dan is er de renaissance, waarin het idee opkomt van een toekomst die door de mens gemaakt wordt, op een doelbewuste en moedwillige wijze, politiek en economisch. Dit idee van de toekomst als vooruitgang zette zich in de negentiende eeuw vast in de menselijke psyche. Aan het einde van de twintigste eeuw komt deze mythologie ten einde. Allereerst door de crisis op het gebied van de energievoorraden, vanwege de bewustwording dat groei niet oneindig is.
Het begin van dat bewustzijn was al aanwezig in de jaren zeventig en in het bijzonder 1977. Het jaar waarin Sid Vicious en Johnny Rotten van de Sex Pistols in de straten van Londen riepen: NO FUTURE, een leus die als een schokgolf natrilde in de jeugdcultuur van de daarop volgende decennia. After the Future is een poging om het huidige moment te overdenken. We leven in een tijd waarin de verwachting van een zich voortschrijdende en uitdijende toekomst een illusie blijkt. Ook omdat de wereld ouder wordt. De bevolking is aan het vergrijzen, niet alleen in Europa, maar ook in China en India en in Latijns-Amerika, met als uitzondering de Arabische wereld. Mensen leven langer, en het geboortecijfer gaat omlaag. Daarnaast raken de fysieke brandstoffen van de planeet op. We moeten dus leren leven met uitputting, wat een interessante ervaring kan zijn als we die uitputting op een niet-agressieve en niet-competitieve manier tegemoet kunnen komen. Wat we in ieder geval niet nodig hebben, zijn meer spullen. We hebben al te veel spullen in onze huizen. Wat we nodig hebben is meer tijd, meer affectie, meer solidariteit. Als we dat niet leren te begrijpen, dan zal oorlog de enige taal tussen mensen zijn.
Om af te sluiten, laat me kort iets zeggen over een tekst die ik samen met Geert Lovink heb geschreven. We hebben een oproep gedaan aan het grote leger van minnaars, en het kleine leger van softwareprogrammeurs. Het is een oproep tot verzet, en ons belangrijkste punt is dat de beweging die de straat opgaat in New York en in Europa dit gevecht niet gaat winnen, omdat dit gevecht niet op straat gewonnen kan worden. De straat opgaan is belangrijk en absoluut noodzakelijk. Het is de manier om het echte gevecht te beginnen dat daarna plaatsvindt. Wat is dat echte gevecht? Het is het gevecht van liefde. Het vermogen om de lichamen te reactiveren, het sociale en erotische lichaam, dat verlamd is door dertig jaar van groeiende bestaansonzekerheid, twintig jaar van groeiende verarming. Ten tweede is het echte gevecht de strijd van softwareontwikkelaars. De mensen die de software van ons financiële systeem hebben geschreven. We roepen hen op hetzelfde te doen als wat Wikileaks heeft gedaan op het gebied van informatie. Ontmantel, herschrijf, en verander de loop van de toekomst.
Merijn Oudenampsen is onderzoeker en publicist, Amsterdam
Merijn Oudenampsen is onderzoeker en publicist, Amsterdam
Franco Berardi (1949), beter bekend als Bifo, is een Italiaanse filosoof en media-activist. Hij is een van de oprichters van de fameuze radiopiraat Radio Alice, de stem van de politieke jeugdbeweging Autonomia in Bologna uit de jaren zeventig. Hoewel hij in het Italiaans schrijft, verschijnen regelmatig Engelse vertalingen, waaronder The Soul at Work (MIT, 2009) en het recent gepubliceerde After the Future (AKPress, 2011). De laatste jaren schrijft hij steeds vaker voor een kunstpubliek. Onlangs publiceerde hij in Texte zur Kunst en het online kunsttijdschrift e-flux journal. Hij neemt volgend jaar deel aan dOCUMENTA(13), waarvoor hij een van de notitieboekjes verzorgde (zie Metropolis M No.5-2011).
Franco Berardi (1949), beter bekend als Bifo, is een Italiaanse filosoof en media-activist. Hij is een van de oprichters van de fameuze radiopiraat Radio Alice, de stem van de politieke jeugdbeweging Autonomia in Bologna uit de jaren zeventig. Hoewel hij in het Italiaans schrijft, verschijnen regelmatig Engelse vertalingen, waaronder The Soul at Work (MIT, 2009) en het recent gepubliceerde After the Future (AKPress, 2011). De laatste jaren schrijft hij steeds vaker voor een kunstpubliek. Onlangs publiceerde hij in Texte zur Kunst en het online kunsttijdschrift e-flux journal. Hij neemt volgend jaar deel aan dOCUMENTA(13), waarvoor hij een van de notitieboekjes verzorgde (zie Metropolis M No.5-2011).
Merijn Oudenampsen