metropolis m

De audiotour is de TomTom in tentoonstellingen. Je zet je eigen oriënteringsvermogen uit om blind te gaan varen op de stem uit een speakertje of oortje. Terwijl jij al snel geen idee meer hebt waar je bent, vertelt de stem heel precies waar je je ophoudt en hoe je verder moet. Persoonlijk vind ik audiotours altijd buitengewoon interessant, omdat ze me in de tentoonstellingen doorgaans volledig andere trajecten laten afleggen dan ik zelf geneigd ben te doen.

Tegenwoordig kom je bij audiotours, net als bij de bekende navigatorsystemen, veel beroemde stemmen tegen. Voor het Kröller-Müller Museum heeft columnist en dichter Nico Dijkshoorn een populaire route ingesproken, zijn eigen route, waarbij hij verhalen over de getoonde kunst vertelt. De 25 verhalen van de tour zijn gebundeld in Dijkshoorn kijkt kunst (Uitgeverij Contact, 2012), aangevuld met 30 andere die hij voor het boekje heeft geschreven.

Dijkshoorn gedraagt zich in de in parlando-stijl geschreven verhaaltjes zoals ongeveer iedereen in Nederland hem wel kent, als die wat lompe, gebogen grijnzende dichter uit De wereld draait door, ingehuurd om te zorgen voor een commentaar of epiloog met een lach en een traan. De emoties liggen er bij hem doorgaans nogal dik bovenop, ook in dit boekje: hij is sentimenteel, recht voor z’n raap, romantisch en nostalgisch. Dat alles gecombineerd met de nodige zelfspot, opdat we zijn tekst maar niet al te serieus gaan nemen.

Dijkshoorn gaat over lijken in zijn columns, en ook in zijn teksten over kunst. Als een olifant in de porseleinkast beweegt hij door de collectie, om net op welgekozen momenten enig gevoel voor verhoudingen te tonen. De kunst bespreekt hij alsof het zijn overbuurvrouw is, waar hij vanachter zijn bureau naar zit te gluren – Dijkshoorn heeft een voorkeur voor de afdeling figuratieve kunst uit de negentiende en vroege twintigste eeuw. Ook abstracte kunst is bij hem figuratief: een pistachenootje (Fontana) of een gekookt ei (Brancusi). Bij alle kunst die hij ziet heeft hij vooral oog voor zichzelf, en dus passeert veel jeugd, frustraties, geiligheid en andere liefhebberijen. Hij heeft, dat moet gezegd, een opvallend oog voor detail. Kijken kan hij wel. Jammer alleen dat het vervolgens enkel over hemzelf gaat en niet meer over de kunst.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen