Douglas Huebler
Douglas Huebler
Waar of niet waar
In de huidige trend om alles wat conceptueel is te rehabiliteren, focust het Camden Arts Centre zich op kunstenaars die daarbij over het hoofd zijn gezien. Vorig jaar winter was er een tentoonstelling van de Chinese kunstenaar Li Yuan-Chia (1929-1994) die de helft van zijn leven in Engeland heeft gewoond en wiens werk pas sinds kort bredere erkenning begint te krijgen. Afgelopen herfst kreeg de Zwitserse kunstenaar Roman Signer (1938) hier zijn eerste solotentoonstelling op Engelse bodem. Nu is het dan de beurt aan Douglas Huebler (1924-1997) die in Engeland wordt gezien als een van de oprichters van de Amerikaanse conceptuele kunst.
De werken die worden getoond zijn voornamelijk afkomstig uit de series Duration, Location en Variable uit de late jaren zestig en begin jaren zeventig. Het zijn series bestaande uit foto’s en tekst. Soms is de tekst een aanwijzing die de betekenis van de foto duidelijk maakt, andere keren geven juist de foto’s betekenis aan de begeleidende tekst. Maar vaker nog lijken geen van beide ergens op te slaan. Een voorbeeld is Duration Piece #14, Bradford, Massachusetts, May 1 1970. Huebler beweert het groepje mensen te hebben gefotografeerd in een identieke opstelling, gedurende zeven opeenvolgende avonden. Voordat de foto werd gemaakt, hield zijn assistent een bord omhoog met daarop twee woorden, bijvoorbeeld ‘screwing’ en ‘eating’. De groep werd gevraagd om, ieder voor zich, te denken aan een van deze twee woorden, maar in geen geval mocht deze gedachte van hun gezicht af te lezen zijn. Toen Huebler het werk uiteindelijk wilde installeren – zo wordt ons verteld – wist hij niet meer welke woorden met welke foto correspondeerden, en dus voegde hij de tekst willekeurig aan het beeld toe. Geen enkele indicatie op de gezichten verraadt welk bord werd opgehouden. Het is niet eens zeker of er wel borden werden getoond en of de foto’s inderdaad gedurende zeven dagen werden genomen in plaats alle op hetzelfde moment. Mike Kelley, een van zijn beroemdste studenten, heeft over dit werk ooit gezegd: ‘wat er vertrouwd uitziet, wordt ongrijpbaar. Het resultaat is niet zozeer “uncanny” alswel irritant’.
Volgens zijn vriend en handelaar Seth Siegelaub leefde en werkte Huebler als een soort outsider in de kunstwereld, al exposeerde en werkte hij wel samen met andere conceptuele kunstenaars als Joseph Kosuth en Lawrence Weiner. Afkerig als Huebler was om deel te nemen aan de ‘schouderklopjes’ binnen het galeriecircuit, ontwikkelde hij zijn kunst in zijn eigen tijd en ruimte. Zijn werk is kritisch tegenover het commerciële karakter van het kunstinstituut, en heeft tegelijkertijd een speelsheid en een soort droge humor. In enkele vroege werken speelde hij bijvoorbeeld met de psychologische drijfveren van het verzamelen van limited editions. Zo werd de koper van Duration Piece #16, Global, 1969 het eeuwige leven beloofd, als hij het werk op de juiste manier uitvoerde. De koper/donor van dit werk – noodzakelijkerwijs een man – zou zijn zaad moeten afstaan aan een spermabank. Na zijn dood zouden er ‘tien gewillige jonge vrouwen’ mee worden bevrucht. Het nageslacht zou zich vervolgens weer vermenigvuldigen en de eigenaar zou dus ‘transcenderen in een onsterfelijke fysieke essentie die feitelijk de ware vorm van dit werk bepaalt’. Een ander werk waarbij het aan de kijker of de koper is om het kunstwerk te voltooien, is Location Piece #13 Kern County, California, June 1969. Hierin heeft de kunstenaar zichzelf en een vriend gedocumenteerd terwijl ze drie flessen water in de woestijn begraven. De begeleidende tekst is een uitnodiging aan ‘elke reiziger in het gebied die water nodig heeft en die in staat is om een van de flessen te vinden, om deze te openen en haar inhoud te gebruiken’.
Tijdelijkheid en willekeur zijn cruciale elementen in het getoonde werk. En toch zijn het tegelijkertijd het tijdskader en de toevallige ontmoeting die ervoor zorgen dat beeld en tekst uit elkaar vallen. In Duration Piece #31, Boston, 1974, kun je bijvoorbeeld nauwelijks de tekst bij de foto van een jonge vrouw, naar verluidt zijn eigen vrouw, serieus nemen. Huebler beweert dat de foto is gemaakt op nieuwjaarsavond 1973 en dat de camera zo was ingesteld dat de helft van haar lichaam werd gefotografeerd in het oude jaar en de andere helft in het nieuwe. De naakte vrouw, die nonchalant op bed zit en een sigaret rookt, lacht naar de camera. Het idee dat deze foto is geënsceneerd, dat de apparatuur is klaargezet en het model is voorbereid, komt zeer onwaarschijnlijk over. Het ziet er eerder uit alsof de jonge vrouw nog snel een kledingstuk greep om zichzelf te bedekken, voordat de kunstenaar haar verraste met zijn camera.
Huebler schijnt ooit gezegd te hebben: ‘the statements may be true, they may not be true, anyhow it doesn’t matter. The truthfulness of the work remains the same’. Misschien is het ook niet echt belangrijk waar we precies getuige van zijn. Het is waarschijnlijk in de geest van Huebler zelf dat deze eerste grote tentoonstelling van zijn werk niet een retrospectief is of een poging om een vergeten verleden compleet in beeld te brengen. In plaats daarvan richt de tentoonstelling zich op de, soms over het hoofd geziene, humoristische aspecten van zijn werk, en presenteert een warm, tragikomisch conceptualisme dat de hernieuwde aandacht volledig verdient.
Katarina Wadstein