metropolis m

Edward Rolf Tufte
Tufte’s orde

Ondanks hun volstrekt specialistische karakter, zijn zijn boeken over informatie design zijn stuk voor stuk bestsellers. Edward Rolf Tufte, uitgever, wetenschapper, groot verzamelaar van bibliografische uitgaven, control freek, is een wereldwijde autoriteit op zijn gebied. Tufte was de grote inspirator van InfoArcadia, de tentoonstelling van de kunstenaars Ronald van Tienhoven en Maarten de Reus. Maar de door hen gewenste samenwerking met de maestro bleek geen haalbare kaart.

‘Het hallucinatoire effect komt voort uit een uitzonderlijke helderheid,

en niet uit mysterie of mist.

Niets is uiteindelijk fantastischer dan precisie.’

(André Robbe-Grillet over het werk van Franz Kafka)

Omstreeks 1613 bestudeerde Gallileo Gallilei de bewegingen van zonnevlekken. Met grote precisie legde hij van dag tot dag hun posities vast; het resultaat was een overzicht van fluctuaties op het oppervlak van de zon die eeuwen later door astronomen met moderne hulpmiddelen werden bevestigd. Gallilei publiceerde zijn onderzoek in een boekwerk dat nu uiterst zeldzaam is en op veilingen voor hoge bedragen van de hand gaat. In de late winter van 1998 hielden wij een origineel exemplaar van dit boek in de hand. Door de bladzijden snel na elkaar om te slaan ontstond een prachtige animatie. Gallilei’s maakte voor zijn onderzoek dagelijks nieuwe diagrammen, waardoor de geregistreerde zonnevlekken van pagina tot pagina verschuiven – een flip-over avant la lettre. De eigenaar van het boek wat wij hebben ingezien is Edward Rolf Tufte. Tijdens zijn lezingen demonstreert een assistent het boek aan het publiek, omdat Tufte overtuigd is van de kracht van ouderwetse high resolution-beelden wier visuele kracht tot op heden niet met analoge of digitale projectietechnieken kan worden bereikt. Daarom moet ook Gallilei’s boek lijfelijk aanwezig zijn.

Gallilei’s boek is niet het enige verbazingwekkende object uit Tuftes bibliotheek in zijn huis in Cheshire, Connecticut. Vele unieke uitgaven worden door hem verzameld. Hij bespreekt ze ook in een serie boeken over de vormgeving van informatie, die in loop van twintig jaar door zijn uitgeverij Graphics Press op de markt worden gebracht.

Visuele poëzie

Tufte is een solist. Hij schrijft zijn boeken en verzamelt de illustraties, is met een uitgelezen team ontwerpers verantwoordelijk voor de vormgeving en runt zelfs zijn eigen drukkerij om de drukkwaliteit te waarborgen. Ook de distributie geschiedt in eigen beheer: in de kelder van zijn huis staan pallets met boeken te wachten om over de gehele wereld te worden verspreid. De drie boeken die hij tot nu toe heeft uitgegeven zijn bestsellers gebleken; in weerwil van hun relatief specialistische inhoud lopen de oplages in de honderdduizenden. Tufte is een ultieme belichaming van de quality control geek in de beste zin van het woord: niets ontsnapt aan zijn kritische blik.

Vorm en inhoud vormen in zijn boeken een onlosmakelijk verband. De lijn van zijn betoog wordt ondersteund door een uitgekiende relatie tussen tekst en beeld die op het eerste gezicht traditioneel overkomt, maar uitermate effectief is. Stap voor stap wordt de lezer ingewijd in de rijke wereld van de visualisatie van informatie met behulp van voorbeelden die Tufte over de gehele wereld heeft verzameld: van het vluchtschema van een Tsjechische luchtvaartmaatschappij uit de dertiger jaren tot Japanse statistische landkaarten. Alles wordt tekstueel ondersteund door Tuftes briljante en vaak humoristische analyses.

Zijn sociaal-politieke stellingname vormt een kwintessens van het oeuvre. Statistiek en het visualiseren van informatie vormen in zijn ogen niet slechts een hulpmiddel, maar een essentieel gereedschap om tot de kern van fenomenen of gebeurtenissen te raken. Een pregnant voorbeeld hiervan staat in zijn laatste publicatie Visual Explanations. Op 28 januari 1985 ontplofte de space shuttle Challenger vlak na de start. Al snel werd bekend dat door de lage temperatuur die ochtend rubberen afsluitingen van de brandstoftanks niet meer goed afsloten, waardoor een lekkage ontstond die leidde tot de fatale explosie. Indien de vluchtleiding de beschikking had gehad over goed gevisualiseerde statistische data, dan hadden zij kunnen zien dat het die ochtend uitzonderlijk koud was voor de tijd van het jaar. De onzorgvuldigheid waarmee deze data in grafieken waren ondergebracht heeft er mede toe geleid dat de vluchtleiding tot het fatale besluit kwam om de Challenger te lanceren.

Stap voor stap analyseert Tufte deze ramp, ondersteund door originele grafieken en foto’s van NASA en grafieken die door Tufte zelf zijn getekend. Zijn analyse is een pregnant voorbeeld van de brutal eloquence (gruwelijke welsprekendheid) van goed gestructureerde en gevisualiseerde data. Hiervan wemelt het in zijn boeken, en het is opvallend dat door de evocatieve rijkdom en welsprekendheid van Tuftes gevalsanalyses een onverwachte visuele poëzie zich openbaart.

Museum for Cognitive Art

Hoe kwamen we nu eigenlijk op die winterdag in 1998 in Cheshire, Connecticut terecht? In de voorgaande jaren waren we beiden als freelance adviseurs verbonden geweest aan Stroom Den Haag. We wilden als afscheid een project initiëren over de vormgeving van informatie. Tufte leek de man om hier gestalte aan te geven. In de inleiding van zijn tweede boek Envisioning Information stelt hij immers: ‘Despite the beauty and utility of the best work, design of information has engaged little critical or aesthetic notice: there is no Museum for Cognitive Art.’ Met deze uitspraak in gedachte, leek het een goed idee om Tufte in de gelegenheid te stellen om een model van dit museum in de expositieruimte van Stroom Den Haag te realiseren. Tufte behandelt in zijn boeken de representatie van de wereld in al haar verschijningsvormen (hoeveelheden, dingen, processen, verhalen); in die geest zou hij een fysieke en conceptuele sprong in de ruimte kunnen maken, zo dachten we, waarbij wij hem inhoudelijk en logistiek terzijde zouden staan.

Het werd tijd om eens met Tufte te gaan praten. Wij reisden af naar Connecticut met een nadrukkelijke aanwijzing van Lily van Ginneken, directeur van Stroom HCBK. ‘In godsnaam geen uitvergrote plaatjes!’, had ze bij ons afscheid geroepen. Ze doelde op een vergadering waarin we hadden besproken hoe zo’n model van een ‘Museum of Cognitive Art’ eruit zou kunnen zien. We waren het met elkaar eens dat een platte tentoonstelling van mooie grafieken, diagrammen en blow-ups van illustraties uit zijn boeken een te vermijden visioen was.

Twee dagen lang logeerden wij in Tuftes huis, maakten we wandelingen in de wetlands van zijn estate, en werden we meegenomen in zijn nieuwste aanwinst, een mosgroene Jaguar XK Convertible en culinair verwend. In de loop van die dagen cirkelden we behoedzaam om elkaar, aftastend of er voldoende persoonlijke affiniteit en gemeenschappelijkheid van ideeën was om tot zaken te komen. In de middag van de tweede dag was het zover. Zijn persoonlijk assistent reikte ons een exemplaar van elk van zijn drie boeken aan als referentiemateriaal en daar gingen we: ‘You know, I really think the exhibition should be gorgeous, I was thinking about making luscious screenprints of the best examples described in my books, and you know what: they should be really big…’ Dat was precies de exacte omschrijving van wat wij niet wilden en dus het begin van een verwijdering tussen Tufte en ons. We hebben gepraat als brugman, eerst charmant en meegaand, later meer en meer beslist, maar het werd steeds duidelijker: Edward Rolf Tufte zou geen model van zijn Museum of Cognitive Art maken in Den Haag. Voor hemzelf werd duidelijk dat hij in termen van tentoonstellingsconcepten een amateur was, en ook dat zijn boeken feitelijk dienen als Museums of Cognitive Art en elke weergave daarvan slechts een afgeleide zou zijn. Voor ons werd duidelijk dat wijzelf de kar moesten trekken als curatoren en ontwerpers van het Stroomproject dat later, in 2000 InfoArcadia is gaan heten.

We waren betoverd geraakt door zijn boeken, we tuurden in die prachtige draaikolken van visuele, tekstuele en historische welsprekendheid, maar daarbij hebben we iets essentieels over het hoofd gezien. Het blijkt namelijk heel goed mogelijk dat iemand met zo’n wijds en soepel begrip van de visuele cultuur waarin wij leven, toch een heel verkokerde notie van kunst kan hebben. Het werd niets tussen Tufte en ons… ‘sadder but wiser’ hebben we de volgende ochtend de tocht naar huis aangevat. In Tufte bleek geen curator en tentoonstellingsontwerper te schuilen, maar zijn volgende boek wordt vast weer uitzonderlijk!

Ronald van Tienhoven en Maarten de Reus

Recente artikelen