Edwin Stolk
Bij een studie aan de Haagse kunstacademie kies je voor een afdeling, bijvoorbeeld tweedimensionaal. Vervolgens mag je niet meer switchen. Wat doe je dan als je toch een andere richting op zou willen? Je gooit je complete tekeningenproductie samen met de inhoud van een afvalcontainer in één en dezelfde ruimte en laat het publiek daar doorheen banjeren. Een leuke opsteker voor je tekendocenten!
Sinds zijn Haagse academietijd vecht Edwin Stolk (1974) tegen zulke institutionele structuren. Of liever gezegd, hij treitert ze, probeert ze te omzeilen, eromheen te werken. Hij haalde afgelopen winter de landelijke pers met A life changing experience, een actie waarmee hij via een flashmob een lange rij wachtenden creëerde voor de ingang van kunstcentrum De Appel. Je hoeft immers niet door De Appel te worden uitgenodigd om er iets te kunnen presenteren. Dat de actie ook nog een soort missie had, het aan de kaak stellen van de politieke focus op louter bezoekersaantallen, lijkt achteraf bijzaak. Het is hooguit handig om de rij lang genoeg te kunnen maken.
Een ander voorbeeld. Voor de kunstmanifestatie Schone Schijn in Heemskerk vorig jaar stelde hij voor om, midden in het natuurreservaat waar de tentoonstelling plaatsvond, een rommelig ogende autoshowroom in te richten met behulp van plaatselijke autodealers. Een beetje Guillaume Bijl à la Pavel Büchler. Doel was om ‘materialen’ uit de omgeving van het natuurreservaat naar binnen te halen – de wereld op zijn kop. Ter stimulering van de autoverkoop had Stolk sportwedstrijden bedacht, en een optreden van de plaatselijke fanfare. De sponsor van het evenement, het waterleidingbedrijf, zag er niets in. Auto’s waren immers verboden in het reservaat, dat bovendien ook nog als ‘stiltegebied’ staat aangemerkt (ook al ligt het onder een aanvliegroute van Schiphol). Stolks installatie kwam er toch, maar op een andere plek dan beoogd en met bouwhekken eromheen, en zonder fanfare.
Stolk wil verder dan dat. Hij roept voor zijn werk weliswaar de hulp in van derden, liefst bedrijven, maar toch blijven zijn installaties en acties individualistische gebaren binnen, letterlijk, de omheining van de kunststructuren, en worden daarin geneutraliseerd. Hij is niet de enige die daar tegenaan loopt. Daarom heeft hij onlangs The Organisation opgericht. Het is bedoeld als collectief platform waar medestanders uit alle lagen van de bevolking en uit welke vakgebieden dan ook kunnen participeren. Er is geen duidelijk oogmerk, maar het onderliggende streven is ‘realiteitsstructuren te bevragen’, zoals de website het noemt. Hoe reëel is de wereld (media, politiek, economie) waarin wij leven? Lees Flat Earth, 23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme, Joris Luyendijk, Marx, Chomsky, Stiegler… Ach, het is eigenlijk allemaal al opgeschreven. Nu nog ernaar handelen.
Stolk doet aan veel tentoonstellingen mee. Er zijn immers steeds meer kunstinstellingen die steeds meer evenementen organiseren. Maar wat levert dat de kunstenaar eigenlijk op? Honoraria worden niet of nauwelijks betaald; het is telkens het toenemende aantal kunstinstituten dat uiteindelijk het meest profiteert van de kunst. The Organisation gaat uit van een organizer’s model, waarin een kritische houding collectief van onderaf wordt gevoed in plaats van opgedragen door het kunstinstituut. Lees voor kunstinstituut ook: de media, de overheid, het bankbestuur, de vakbondsbaas, enzovoort. The Organisation zou, bijvoorbeeld, volstrekt nutteloze producties moeten kunnen voortbrengen. Een organizer’s model om het organizer’s model, ofwel de ultieme versie van de l‘art pour l’art.
Bij wijze van reclame presenteerde Stolk in mei The Organisation in Hotel Mariakapel in Hoorn, geheel in stijl mede mogelijk gemaakt door de sponsoring van een tweedehands kantoormeubelbedrijf uit de buurt. Maar het platform zelf moet nog gestalte krijgen. Misschien is het iets voor al die kunstenaars die zich nog wel kunstenaar noemen maar dat eigenlijk niet meer zijn, of liever gezegd, die zich niet meer als kunstenaar weten te manifesteren, omdat er geen markt en aandacht voor hen is. Of voor kunstenaars, zoals Stolk, die zich wel weten te handhaven maar wier bankrekening hardnekkig in het rood blijft staan. Misschien kan The Organisation voor hen een middel zijn om eens uit de kast te komen en zich in te zetten, dit keer niet zozeer voor hun individuele kunstproductie, maar voor een samenleving als een van onderen gedragen collectief.
Jelle Bouwhuis is curator van Stedelijk Museum Bureau Amsterdam
Jelle Bouwhuis
PhD onderzoeker Moderne Kunstmusea, Globalisering en Diversiteit, VU Amsterdam