GOLD
GOLD
W139, Amsterdam
Bij zijn aantreden in 2010 ging artistiek directeur Tim Voss meteen de strijd aan met de kunstpodia van Amsterdam door een zaalvoetbalcompetitie tussen de instellingen te organiseren. Een klein jaar later reageerde hij op de aankomende bezuinigingen met een ‘big brother’-huis voor kunstenaars en politici. Telkens laat hij zich leiden door een urgentie die voorkomt uit de sociaal-maatschappelijke positie van W139. Hij stelt ter discussie welke vorm en functie het productiehuis moet hebben in een tijd waarin het kunstenaarschap steeds meer een strategische keuze is.
De tentoonstelling GOLD is de laatste onder Voss. Zelf vindt hij dat twee jaar eigenlijk te kort was om W139 een nieuw gezicht te geven. Toch valt er een duidelijke koers te signaleren in zijn programmering. Voss’ visie is gebaseerd op de uitwisseling tussen kunst en leven; een tentoonstelling mag niet worden teruggebracht tot een belangeloze kunstervaring. Hij verlangt van kunstenaars dat ze zich maximaal inzetten, risico’s nemen, maar ook kunnen relativeren.
GOLD is volgens Voss geen afrondende presentatie. Het is geen samenvatting, eerder een zijstap. Met de tijdelijk aangestelde curator Maaike Gouwenberg selecteerde hij kunstenaars uit onder meer Noorwegen, België, Denemarken en Brazilië, die er een camp-achtige stijl of attitude op na houden. GOLD bevindt zich ergens tussen hiphopcultuur en thrash.
Op de muur van W139 staat in knalroze, ‘girly’ letters de tekst ‘Shitti’n all over the place not allowed’. Dit is een van de drie werken van Mom & Jerry uit Kopenhagen. Zij benaderen de ‘hoge kunst’ vanuit de positie van het massapubliek, en negeren of parodiëren de intellectualistische conventies ervan. Ook gaan ze aan de haal met het feit dat ze door de uitnodiging van W139 in een levendige toeristenstad zijn terechtgekomen. De installatie Holiday Inn bestaat uit het interieur van een uitgeleefde logeerkamer met drie kruisjes op de bedden, als kusjes en als variant op het logo van Amsterdam. Op de videoperformance Pump this Party is te zien dat ze vrijpostig gebruik maken van de luxueuze situatie waarin ze zich bevinden (of doen alsof ze buitensporig genieten).
Aan GOLD doen meer gelegenheidscollectieven mee, zoals de video/performancegroep HGich.T (uit te spreken als Heute gehe ich Tot) en de gefingeerde kunstenaar Eddy van het Belgische collectief Mayhem4ever. De Amsterdamse vormgevers Miktor & Molf zijn aanwezig met een wandvullende lappendeken van grote vellen tekenpapier, beschilderd in een op de academie aangeleerde stijl. Het duo heeft zich volledig gestort op het idioom van de autonome kunstenaar. Volgens Voss hebben ze zich deze kunstenaarsrol met passie en overtuiging aangemeten.
Er wordt afgerekend met een traditionele opvatting over de kunstenaar, waaraan begrippen kleven als eigenheid, oorspronkelijkheid en authenticiteit. Is dat een vorm van zelfkritiek van W139, dat eindeloos stoeit met de positie van de kunstenaar binnen haar muren? De uitnodigingsbrief aan de kunstenaars, die ter inzage ligt bij de tentoonstelling, begint met ‘I fink U freeky and I like you a lot’ – een citaat uit een satirische hit van de Zuid-Afrikaanse rap/rave/technogroep Die Antwoord. Met zo’n zin wordt een zekere afstand gesuggereerd tussen afzender W139 en de aangeschreven deelnemers, die worden weggezet als ‘freaks’.
In de tentoonstelling vind je meer citaten uit en verwijzingen naar de straat- en popcultuur. Het staat met opzet ver af van de geijkte, conceptuele en geëngageerde kunstpaden. In bovengenoemde brief, die het midden houdt tussen een songtekst en een kunstenaarsmanifest, staat ook geschreven: ‘GOLD is anti-political, anti-critical and anti-art’. Dat deze bewering evengoed het tegendeel inhoudt, weten de curatoren Voss en Gouwenberg, die zelf een kunstenaarsopleiding hebben gehad, heel goed. GOLD is uiteindelijk toch minder een zijstap, omdat de ‘freaky’ deelnemers het kunstenaarschap vooral pragmatisch inzetten en korte metten maken met slappe politieke correctheid.
Leen Bedaux, kunsthistoricus, Amsterdam
Leen Bedaux