metropolis m

Sharjah

11th Sharjah Biennial

13/03/2013 t/m 13/05/2013

De Sharjah Biennial 2013 is een overweldigende biënnale met meer dan honderd kunstenaars, van wie de werken prachtig zijn geïnstalleerd, verdeeld over vier hoofdlocaties. Ze zijn geconcentreerd in enkele state-of-the-art museale ruimtes in en om het fraai gerestaureerde ‘Heritage Area’ in het oude Sharjah.

Onder de titel Re:emerge – towards a new cultural geography gaat de Japanse curator Yuko Hasegawa uit van de vrij simpele constatering dat het voorheen koloniale Westen niet meer het centrum van de wereld is. Via referenties naar een veertiende-eeuws reisverslag van de wereldreiziger Ibn Battuta en de geschiedenis van Sharjah als hub tussen Afrika, India en het Verre Oosten, legt Hasegawa de focus op de ‘Global South’. De kunstenaars, en af en toe een architect of collectief, komen vooral uit het Midden- en Verre Oosten en Zuid-Amerika. De aanwezige Europeanen leggen een verbinding met de Global South, zoals Ana Torfs in een serie Jacquard-geweven wandkleden waarop een westerse beeldgeschiedenis is te zien van eeuwenlange globale handels- en migratiestromen.

Hasegawa heeft ook enkele deelthema’s uitgediept. Het traditionele Islamitische binnenhof kent zij haast mythische proporties toe vanwege zijn vermeende sociale bindingsfunctie. Het is een charmante vondst om de pleintjes van het ontvolkte Heritage Area wat leven in te blazen, onder meer met geluidswerken. Gabriel Lester, de enige Nederlander, creëerde een constructie die harpgeluiden produceert op de golven van de wind. Daarnaast is het binnenhof-thema een mooie opmaat voor werken over het speculatieve en commons-vernietigende kapitalisme dat ook de Global South in zijn greep houdt. Ahmet Mater uit Saoedi-Arabië toont een serie monumentale foto’s van bouwspeculatie in het heilige centrum van Mekka, dat inmiddels is getransformeerd van gemeenschappelijk plein rond de Ka’aba tot een hoogbouwresort waar een hotelnacht met uitzicht op de Hadj 3000 dollar kost.

Toch wringt er iets. Wat meteen opvalt, is de braafheid van deze biënnale. De Arabische Lente bestaat hier niet. Tussen de circa veertig video-installaties verwacht je toch ook wel eens een snerpende aanklacht of rechtstreeks politiek pamflet, maar niets van dat alles. Het heeft mogelijk te maken met het abrupte ontslag twee jaar geleden van de vorige curator, Jack Persekian, die niet vies was van wat engagement. De Global South wordt nu wel erg mooi voorgesteld op deze biënnale. In zijn lezing tijdens March Meetings, het discursieve programma van de Sharjah Biennale, maakte Sarat Maharaj het gemis subtiel duidelijk. De migratiestromen op het zuidelijk halfrond vinden een belangrijk convergentiepunt in schier onuitputtelijke reservoirs aan gastarbeiders in de Golfstaten. Dat valt elke bezoeker aan Sharjah meteen op, al was het maar vanwege het personeel in je hotel, de chauffeurs van je taxi naar de Heritage Area of de bouwvakkers aldaar. Maar slechts een enkele kunstenaar op deze biënnale tracht een brug te slaan van Hasegawa’s abstracte thematisering naar de werkelijkheid van de Emiraten, en zelfs dat met bijzonder weinig oog voor de culturele verscheidenheid, het subtiele klassenonderscheid en de rol van mannen en vrouwen daarin. Kortom, de in Sharjah samengebalde rijkdom van de Global South.

Van de enkele werken die hier wel de nadruk legden was de performance Dictums 10:120 van de Egyptische kunstenaar Wael Shawky verreweg het spectaculairst. Hij bracht een dertigtal arbeiders gedurende enkele maanden de techniek van de qawwali-zangkunst bij. Als in een oriëntalistisch tableau liet hij hen vervolgens, gekleed in djelebba’s en in kleermakerszit in een nauwe steeg van de Heritage Area, een prachtig opzwepend lied ten gehore brengen, dat een vertaling was van de curator speak in het Urdi, een veelgebruikte (Indiase) taal onder het migrantenproletariaat van Sharjah.

Met deze performance thematiseerde Shawky het voornaamste gemis van deze biënnale en in feite het euvel van de internationale kunstwereld in het algemeen: de kloof tussen kunst en het echte leven. Het is wel een beetje teleurstellend dat de kunstwereld uit de Global South in dit opzicht uiteindelijk niet zo heel veel verschilt van die van de Global North.

Jelle Bouwhuis

Conservator Stedelijk Museum Bureau Amsterdam

Jelle Bouwhuis

PhD onderzoeker Moderne Kunstmusea, Globalisering en Diversiteit, VU Amsterdam

Recente artikelen