metropolis m

Kasper König ten tijde van de manifesta in Sint Petersburg

Kasper König is afgelopen vrijdag overleden, de voormalig directeur van Museum Ludwig in Keulen die een leven lang tentoonstellingsmaker bleef. Hij maakte vooral naam als mede-oprichter en vaste curator van Skulptur Projekte in Münster, de grote buitensculptuurmanifestatie die sinds 1977 elke tien jaar in Münster te zien is en bij de komende editie vijftig jaar bestaat.

Er zit een zekere tragiek in: Kasper König die afgelopen editie afscheid nam van Skulptur Projekte, de tentoonstelling die hij in 1977 begon en die hem wereldberoemd maakte, sterft kort voor de organisatie zijn opvolger voor de editie 2027 bekend wilde maken. De uitnodiging voor de persconferentie was net de deur uit, afgelopen week, toen er weer een nieuw bericht moest volgen over de dood van de man die aan de wieg van de manifestatie heeft gestaan.

Skulptur Projekte Münster is onder Königs hoede en met de hulp van een zich steeds vernieuwend curatorenteam, uitgegroeid tot een van de belangrijkste meerjarige ijkpunten in de hedendaagse kunst. Een must-see voor iedereen die zich met de publieke ruimte bezig houdt. De traagheid van de tentoonstelling gaf König de kans te laten zien hoe de internationale kunst erin slaagt elke tien jaar een andere gedaante aan te nemen en andere actuele kwesties te agenderen, zonder het verleden helemaal los te laten. Als een referentie blijven elke editie een aantal werken achter in de stad; ze vormen zo een publiek archief van vijftig jaar publieke kunst.

König (geboren in Mettingen, niet ver van Enschede), broer van de beroemde boekhandelaar Walther, en vader van de Berlijnse en New Yorkse galeriehouders Johann en Leo, was een kunstpaus van de oude stempel, ondernemend meer dan intellectueel, invloedrijk en gezaghebbend.

Hij was al van jongsaf internationaal actief en liet dat graag merken, wellicht omdat de écht grote erkenning voor zijn verdiensten in het eigen vaderland toch net wat te lang op zich liet wachten. Toen hij op de toppen van zijn roem rond 2010 ergens halfweg in de top 100 van Art Review bivakkeerde, omschreef het tijdschrift hem als iemand die graag liep op te scheppen over ‘zijn catalogus aan tentoonstellingen’. Maar ze noemden hem ook ‘een natuurkracht’, wat iets aangaf over de ‘power’ (om de titel van de lijst aan te halen) van deze Duitse ‘Macher’. Zonder hem had de Duitse kunstwereld er wezenlijk anders uitgezien.

Meebewegen met de kunst

Anders dan veel curatoren die toch wat in de eigen generatie blijven hangen, bewoog König altijd graag met zijn tijd mee. Zijn netwerk omvatte kunstenaars uit meerdere generaties, die hij ook graag om zich heen verzamelde. Eerst in Frankfurt waar hij oprichter was van Portikus, de publieke annex van de academie Städelschule, en later in Keulen, als directeur van Museum Ludwig, waar hij in die jaren onder anderen Erik van Lieshout ervan overtuigde om enige jaren in de stad te komen wonen.

Hoewel hij zijn directeurschap van Museum Ludwig sinds 2010 met verve invulde, was hij toch vooral een tentoonstellingsmaker die zich liet voorstaan op zijn tentoonstellingen en die anderen ook de maat nam, op grond van wat ze hadden gepresteerd. Zijn eerste tentoonstellingen organiseerde hij al tijdens zijn studie. Op 23-jarige leeftijd was hij al curator van de tentoonstelling Claes Oldenburg in Stockholm. Later volgden tal van grote andere, zoals Westkunst in Keulen in 1981. Hij was ook curator van Manifesta in Sint-Petersburg (2014).

König was ‘on-Duits’, gezien de lichtheid die hij aan zijn tentoonstellingen meegaf, bij alle ernst die er ook in zat. Hij was ook een echte kunstenaars curator die de kunstenaars met wie hij werkte altijd veel ruimte gaf. Gevraagd naar zijn benadering van cureren, citeerde König graag de aan Fluxus gelieerde kunstenaar Robert Filliou’s kwinkslag dat kunst te belangrijk is om met belangrijkheid behandeld te worden. ‘Ik hou niet van kunst met een hoofdletter K, als het een soort pompeus wordt’, zei hij een keer.

Tot op hoge leeftijd bleef hij dezelfde kritische volger van de kunst, die zijn mening niet onder stoelen of banken stak, zelfs een naam had vanwege de vele ansichtkaarten die hij rondstuurde met zowel positieve als negatieve commentaren. In een recent interview in Die Zeit zei hij dat hij zich als jonge curator niet meer met kunst bezig zou houden maar met film of muziek: ‘Het gaat tegenwoordig allemaal om te veel geld en ik hou ook niet van de individuele hype onder kunstenaars. Sommige kunstenaars denken dat ze, alleen omdat ze een paar goede schilderijen hebben gemaakt, ook een opera kunnen opvoeren, en dan begrijpen ze niet waarom ze worden uitgejouwd.

Gerelateerd

Recente artikelen