metropolis m

Kraftwerk in de karaokebar
Henk Slager over zijn Shanghai Biënnale

Een tentoonstelling maken in China vereist enige diplomatieke gaven en het nodige geduld. Toch verwacht Henk Slager, die samen met Julian Heynen de curator is van het niet-Chinese deel van de Shanghai Biënnale, een tentoonstelling te maken die kunst brengt als nooit vertoond in China.

Domeniek Ruyters

Er zijn mensen die verrast zijn dat jij, die toch vooral bekend staat als dean van het MaHKU (de Utrecht Graduate School of Visual Art and Design) curator geworden bent van een van de belangrijkste biënnales in Azië. Kun je vertellen hoe dat contact tot stand is gekomen?

Henk Slager

‘Ik heb vorig jaar een tentoonstelling gemaakt, getiteld Flash Cube, over het huidige fotografische paradigma in het Samsung Museum of Art in Seoul. Met de Busan Biënnale had ik al langer contacten. In het kader van deze betrokkenheid bij de Aziatische kunstscene werd ik door het Shanghai Art Museum gevraagd om in de zomer van 2007 met een aantal curatoren een week van gedachten te wisselen over het concept en de opzet van de zevende editie van de Shanghai Biënnale.’

In Azië wordt de curator niet gevraagd om een volledig concept te ontwikkelen. Het thema is door een academisch comité al in contouren geschetst. Domeniek Ruyters

In Azië wordt de curator niet gevraagd om een volledig concept te ontwikkelen. Het thema is door een academisch comité al in contouren geschetst.Wat was het doel van die bijeenkomst?

Henk Slager

‘In Azië wordt de curator niet gevraagd om een volledig concept te ontwikkelen, zoals we dat hier gewend zijn in Nederland waar een curator volledig de vrije hand heeft in de ontwikkeling van een tentoonstelling. Het thema is door een academisch comité al in contouren geschetst. Die contouren, zo hoorden wij vorige zomer tijdens onze gesprekken in Shanghai, bleken door de steekwoorden migratie, hogesnelheidstreinen en nieuwe vormen van publieke kunst gedefinieerd te worden. In gesprek met een aantal internationale curatoren wilde men tot een nadere bepaling van de tentoonstelling komen, maar het tegendeel was het geval. De gesprekken leidden tot veel abstracte reflecties en tamelijk wat conceptuele verwarring. Een echt tentoonstellingsconcept rolde er niet uit. Volledig onverwacht werden Julian Heynen, artistiek directeur van K21 in Düsseldorf, en ik, waarschijnlijk op grond van de door ons ingezonden projectvoorstellen, begin oktober uitgenodigd om naar Shanghai te komen. We mochten met artistiek directeur Zhang Qing verder denken over de concrete invulling van het definitieve tentoonstellingsconcept. Na een aantal dagen delibereren, maar vooral ook na een aantal dagen op een subtiele wijze aftasten waar nu precies de grenzen van de artistieke en intellectuele vrijheid lagen, (een voorstel waarin bijvoorbeeld gesproken werd over “de micropolitiek van het verlangen” werd meteen van tafel geveegd vanwege een mogelijke verwijzing naar een politieke werkelijkheid) bleek het nog steeds moeilijk om een gemeenschappelijke noemer te formuleren.’

Domeniek Ruyters

Dat klinkt niet als een gemakkelijk overleg, om niet te zeggen als een moeizame poging tot het overbruggen van een cultuurkloof.

Henk Slager

‘Zo erg was het nu ook weer niet. Over veel dingen waren we het wel snel eens. Zo moest het naar onze overtuiging eindelijk eens afgelopen zijn met biënnales die meer dan 150 kunstenaars tonen, en die in hun verschijningsvorm weinig verschillen van commerciële manifestaties zoals Art Forum Berlin, Frieze Art Fair of Art Basel. In plaats daarvan kozen we expliciet voor het tonen van maximaal vijftig kunstenaars, zodat er ruimte zou ontstaan voor meerdere werken van een kunstenaar, en zodat het ook financieel mogelijk zou zijn om behoorlijk wat nieuwe projecten te realiseren, iets waarvan we ons overigens wel afvragen hoe dat zal uitpakken. De Shanghai Biënnale is gewend om alleen met bestaande kunstwerken te werken, die al twee maanden van tevoren uitgebreid door de Raad voor Censuur worden getoetst. Nu zal dat dus anders zijn. Voor deze editie van de Shanghai Biënnale wordt de helft van de werken een paar weken voor de opening ter plekke gerealiseerd. Dat is voor Chinese begrippen buitengewoon gedurfd en spectaculair. We merken dat dit onze collega’s van het Shanghai Art Museum af en toe behoorlijk nerveus maakt. Verder waren we het erover eens dat naast een traditionele biënnalecatalogus een internationaal gedistribueerde publicatie, The Shanghai Papers, moest verschijnen waarin geen gerenommeerde theoretici of critici, maar juist de kunstenaars zelf, als geëmancipeerde onderzoekers, over de artistieke projecten berichten.’

Domeniek Ruyters

En de contouren, zoals geschetst, zijn die van tafel?

Henk Slager

‘Nee, ondanks in november zaten we nog steeds opgescheept met het thema van snelle treinen, migratie en de publieke ruimte. Op een avond in een karaokebar, waar ik in de geest van het debat van die dag op zoek was naar een nummer van Kraftwerk, Trans Europa Express, kwamen onverwacht de verschillende aspecten van ons overleg samen in een prachtig neologisme “translocalmotion”. Een concept dat het mogelijk maakt om een nieuw begrip, multilayeredness, toe te voegen aan het meestentijds toch wel ietwat eendimensionale vocabulaire van de Chinese kunstbeschouwing en dat de mogelijkheid biedt een directe koppeling te maken met de onmiddellijke omgeving van het Shanghai Art Museum: The People’s Square (Plein van het Volk). The People’s Square, zo was ons vanaf het eerste bezoek duidelijk, zou je kunnen zien als een microkosmos, waarin alle complexe vraagstukken van het hedendaagse China tot uiting komen: migratie, ultramoderne planning en uitingen van het kapitalisme. Het bleek daarom het ideale vertrekpunt te zijn voor een aantal artistieke onderzoeksprojecten. Er werd besloten om een twintigtal kunstenaars uit te nodigen, die vanuit het perspectief van Translocalmotion de condities van de directe omgeving van het museum op een artistieke wijze in kaart gaan brengen.’

Domeniek Ruyters

Hoe moet ik me dat voorstellen?

Henk Slager

‘De uitkomsten van deze onderzoeksprojecten worden op de eerste verdieping van het Shanghai Art Museum gepresenteerd en vinden zo mogelijk een pendant in de vorm van een interventie in de publieke ruimte van The People’s Square. De meeste onderzoeksvragen zijn inmiddels helder geformuleerd. Zo richt Hito Steyerls filmische archief DeriVeD zich op het in kaart brengen van een belangrijke micro-economische activiteit op People’s Square: de verkoop van illegale dvd’s. Jeanne van Heeswijk onderzoekt de mogelijkheid van een individuele topografie, door op de stadskaart van Shanghai ad random een aantal locaties te selecteren. Op deze locaties voert zij gesprekken met de daar werkende mensen over hun idealen en dromen. Deze verhalen worden vervolgens via diverse media (krant, productie van T-shirts) met andere locaties en personen in verband gebracht. Verder zijn er veel projecten die de met de mobiliteit samenhangende stedelijke verandering op een artistieke wijze in kaart proberen te brengen – iets wat Irit Rogoff treffend omschrijft als countergeography: de strategie van un-mapping of re-mapping. Daarbij vertrekt Tiong Ang bijvoorbeeld vanuit de geschiedenis van het gebouw van het Shanghai Art Museum, dat ooit gebouwd iarop het in de twintigste eeuw veranderende stedelijke landschap van Shanghai door classificerende representatiesystemen voortdurend anders in kaart gebracht is.
De volledige tweede verdieping wordt ingeruimd voor drie solotentoonstellingen of keynote presentaties van kunstenaars onder wie Lonnie van Brummelen & Siebren de Haan, wier artistieke onderzoek getuigt van een meer algemene benadering van het centrale concept. Hun verkenning van “de poorten van Shanghai”, haven, station, vliegveld, busstation, kunnen in de ruimere context van hun eerdere werken worden geplaatst zoals Grossraum en Monuments of Sugar, waarin ze zich richten op de poorten van Europa. Bij wijze van slotakkoord besloten we op de derde verdieping van het museum enkele contextualiserende projecten te tonen, die het concept “translocalmotion” op een pluriforme wijze (poëtisch en/of niet Chinees) benaderen. Om een voorbeeld te noemen, het onderzoek van Mieke van de Voort probeert te laten zien hoe het vroeg twintigste-eeuwse ideaal van menselijke verplaatsing als mogelijkheid tot een dynamische uitwisseling van ideeën, nog geen eeuw later uitmondde in haar radicale tegendeel: anonieme statische woningblokken geplaatst in urbane, cartografische zones waar samenscholing verboden is en waar elke burger zich desgevraagd dient te legitimeren. Verder is er op deze verdieping aandacht voor onderzoek naar mobiliteit in Afrika (Ursula Biemann), Duitsland (Harun Farocki), India (Otolith Group) en Korea (Yangah Ham).’

Domeniek Ruyters

Hoe is de keuze van de kunstenaars tot stand gekomen?

Henk Slager

‘In onze selectie van kunstenaars hebben we vooral gelet op een onderzoekende instelling en iets dat we omschreven hebben als “de praktijk van een documenterende esthetica”, artistiek onderzoek dat zich met name richt op de stedelijke randvoorwaarden en de esthetische dimensie van de mobiliteit. Je zou kunnen zeggen dat we kunstenaars gekozen hebben die op een dusdanig kritische en zelfreflectieve wijze deelnemen aan het door de actuele kunst gegenereerde onderzoeksproces en betekenisproces met betrekking tot mobiliteit, dat zij uiteindelijk nieuwe vormen van oriëntatie, beeldtalen, nieuwe vormen van kennis en vooral ook precedentloze ervaringen kunnen bewerkstelligen.’

Domeniek Ruyters

Wat is voor jou de functie van deze biënnale?

Henk Slager

‘Wat ik zonet omschreef als het kunnen aanbieden van andere, met name pluriforme vormen van waarnemen en kennisproductie, is volstrekt nieuw in China. Het is een land waar de esthetische categorieën behoorlijk statisch en eendimensionaal zijn. We proberen dat open te breken en het debat daaromtrent te voeden, in een dialoog van westerse en Chinese kunst. Daarnaast is er ook het Nederlandse perspectief. Omdat de Shanghai Biënnale internationaal gezien wordt als een buitengewoon belangrijk platform, biedt deze context een uitgelezen mogelijkheid om de kracht en betekenis van de actuele Nederlandse kunst, namelijk de eigenzinnige onderzoekende houding, op een strategische wijze te presenteren. Ik denk dat Translocalmotion daar behoorlijk in slaagt.’

Translocalmotion

Translocalmotion

Zevende Shanghai Biënnale

Zevende Shanghai Biënnale

9 september t/m 16 november

9 september t/m 16 november

www.shanghaibiennale.com

www.shanghaibiennale.com

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen