Kunstkritiek in Nederland
In april verschijnen de eerste delen uit een 16-delige reeks gewijd aan kunstkritiek in Nederland sinds 1885. Een gesprek met co-samensteller Peter de Ruiter.
De reeks is echt enorm, zoveel delen gewijd aan kunstkritiek van na 1885. Waarom zo groot, zo omvangrijk? Kon het niet in iets minder delen, of één handboek?
‘Elf delen lijkt veel, maar is dat wel zo? Het gaat om bloemlezingen uit de kunstkritiek in Nederland over een lange periode, 1885-2015: korte maar ook langere teksten, soms van wel 3000 woorden of meer. 130 jaar kunstkritiek is een enorme tijdsspanne waarin zich talrijke ontwikkelingen hebben voorgedaan, in de beeldende kunst maar ook in de kritiek. De boeken behandelen stuk voor stuk een deelgebied, een thema, een tijdsperiode. Neem nu de bundel van mijn mederedacteur Jonneke Jobse. Jonneke heeft zich in haar onderzoek uitsluitend beziggehouden met het debat in de kunstkritiek over realisme en abstractie in de jaren veertig en vijftig van de twintigste eeuw, een tijd van wederopbouw en Koude Oorlog. Vijftien jaar kunstkritiek dus, waarin toonaangevende figuren als Cees Doelman, Hans Redeker, Charles Wentinck en de conservatieve J.M. Prange (ja, ook hij!) met ieder vier of meer teksten zijn opgenomen. Als lezer krijg je dan in de bloemlezing van de kritieken een genuanceerd beeld van zo’n criticus, diens kunstopvatting, diens oordelend vermogen.’
Waarom begonnen in 1885 en geëindigd in 2010?
‘Het beginpunt is 1885. De reeks eindigt met het jaar 2015, dus niet 2010. In 2016 zullen de laatste delen verschijnen. Vanaf 1885, het jaar waarin het algemeen culturele tijdschrift De Nieuwe Gids werd opgericht, is er sprake van een zekere mate van vernieuwing in de aanpak, de benaderingswijze van de criticus. Vanaf midden jaren tachtig van de negentiende eeuw gaan meer en meer kunstenaars zich manifesteren als kunstcriticus. Denk aan Jan Veth, die een dominante positie innam in het debat over de kunsten, of aan Willem Witsen.’
Hoe zijn de delen in grote lijnen opgebouwd. Per periode of meer thematisch? Ik zie dat de aftrap is met een deel dat specifiek over schilderkunst gaat.
‘Elk deel van de reeks bestaat uit drie componenten: een inleiding op periode of op de betreffende thematiek van de bundel, een geannoteerde bloemlezing van een dertig- of veertigtal integraal opgenomen en beknopt ingeleide recensies en ten slotte uitvoerige biografieën van de gebloemleesde critici. De reeks is, gelet op de datum van publicatie, niet chronologisch opgezet; het eerste deel gaat over de ontvangst van het ‘nieuwe’ schilderen in de periode 1975-1989, het tweede is het genoemde deel van Jonneke Jobse, dat ingaat op de vraag hoe het naoorlogse debat zich aftekende over de toekomst van de eigentijdse schilderkunst. Uitgangspunt van de reeks als geheel is geweest om de kunstkritiek in Nederland in de schijnwerpers te plaatsen. Wij schrijven niet de geschiedenis van de beeldende kunst vanaf eind negentiende eeuw tot heden; wij concentreren ons op de geschiedschrijving van de kunstkritiek. Dat is wel even iets anders.’
Er wordt de laatste jaren vaak gesproken over een crisis in de kunstkritiek. Ik neem aan dat jij daar gezien deze reeks anders over denkt?
‘Het begrip ‘crisis’ in relatie tot de kunstkritiek duikt sinds jaar en dag, en soms tot vervelens toe, op. Het woord wordt al minstens een eeuw in de mond genomen. Vooral in de jaren tachtig en negentig was het bon ton om van een crisis in de kunstkritiek te spreken, trouwens, ook in de literatuurkritiek kwam je het woord regelmatig tegen. Het is interessant genoeg om het fenomeen goed te onderzoeken, maar het is en blijft een loze kreet als het begrip geen inhoud krijgt. Deze serie beoogt het oordeel als zou kunstkritiek in Nederland weinig voorstellen eens en voor altijd naar het rijk der fabelen te verwijzen. Wij laten zien hoe Nederlandse kunstcritici eigentijdse kunstontwikkelingen hebben gewaardeerd en welke rol zij speelden in de beeldvorming.’
Kunstkritiek in Nederland 1885-2015, redactie: Peter de Ruiter, Jonneke Jobse. Verschijnt vanaf april 2014. Eerste twee delen: De terugkeer van het schilderen. Kunstkritische opvattingen over een ijzersterk medium 1975-1989, auteur: Peter de Ruiter, ISBN 978-94-6208-125-3; De schilderkunst in een kritiek stadium? Critici in debat over realisme en abstractie in een tijd van wederopbouw en Koude Oorlog 1945-1960, auteur: Jonneke Jobse, ISBN 978-94-6208-124-6
Kunstkritiek in Nederland 1885-2015, redactie: Peter de Ruiter, Jonneke Jobse. Verschijnt vanaf april 2014. Eerste twee delen: De terugkeer van het schilderen. Kunstkritische opvattingen over een ijzersterk medium 1975-1989, auteur: Peter de Ruiter, ISBN 978-94-6208-125-3; De schilderkunst in een kritiek stadium? Critici in debat over realisme en abstractie in een tijd van wederopbouw en Koude Oorlog 1945-1960, auteur: Jonneke Jobse, ISBN 978-94-6208-124-6
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M