Leigh Ledare
Leigh Ledare
Ongepast verontrustend onheilspellend
Als je denkt dat in de fotografie inmiddels wel elke ethische grens geslecht is, heb je het werk van de Amerikaanse fotograaf Leigh Ledare (1976) nog niet gezien. Zijn werk bevindt zich op de grens van het toelaatbare, en volgens velen net er overheen. Dit najaar exposeert hij bij Wiels in Brussel.
Je moeder is duidelijk aanwezig in je werk, maar je vader lijkt amper een rol te spelen. Wat mij trof was een citaat, ofwel een opdracht die bij Something Might Have Been Better Than Nothing [tentoonstelling met Per Billgren, Berlijn, 2011 – red.] staat: ‘Voor onze vaders, zachtaardige mannen.’ Kun je daar iets over zeggen?
‘Veel in mijn werk krijgt lading door afwezigheid, dus in zekere zin verwees dat daarnaar. Ik noem mijn vader misschien twee keer in het boek Pretend You’re Actually Alive. Dat boek is alleen ogenschijnlijk een portret van mijn moeder, maar gaat in feite over sociale dynamiek en alle onderlinge verhoudingen tussen de verschillende partners en de verschillende driehoeken binnen relaties.’
Kun je iets zeggen over de ontstaansgeschiedenis van het boek? Waarom ben je eraan begonnen?
‘Het kende veel verschillende stadia, want het beslaat acht jaar waarin ik reageer op allerlei emoties. Op een bepaald moment is er sprake van een soort boosheid van waaruit de beelden worden gemaakt, een besef van de absurditeit van de situatie waarin ik zat, het feit dat mijn moeder haar seksualiteit aan mij opdrong.’
Je was toch ook medeplichtig?
‘Nou, zoals ik altijd gezegd heb en zoals het ook is gebeurd, is dat ik haar opzocht nadat ik haar een jaar niet had gezien, en dat ze spiernaakt de deur opende, met een zelfvoldaan lachje. Ze had een jongere vriend met wie ze toevallig net in bed bezig was. Ik begon foto’s te maken, maar ik was verbijsterd: het was ongepast, verontrustend, onheilspellend.’
En toch ging je erin mee?
‘Ik reageerde gewoon op de situatie. De helft van die beelden gaan er volgens mij over dat zij een soort uitdagende confrontatie projecteert op een toeschouwer.’
Op jou persoonlijk als toeschouwer?
‘Op mij als bediener van een instrument dat informatie naar buiten brengt. Ik heb een fototoestel; zij staat voor me; zij ziet zichzelf als een beeld dat via mij naar een toeschouwer wordt geprojecteerd.’
Goed, maar dan had je elke willekeurige fotograaf kunnen zijn en dat ben je niet. We hebben het hier over je moeder en dat jij foto’s maakt terwijl zij seks heeft met andere mannen.
‘Natuurlijk. Dat is ook de negatieve kant ervan. Op de omslag van het boek staat een letterlijke weergave van wat ze zegt over de relatie tussen mij en haar, als fotograaf en muze. Ze heeft het nooit over ons als moeder en zoon. Het was een wederzijds geschenk: ik bood haar een podium en zij gaf mij daar iets voor terug. Daarom beschouw ik het boek ook als een plek waar al die verschillende, strijdige impulsen bij elkaar komen en worden verwerkt. Het werd een plek om te experimenteren, een knooppunt van ruimhartigheid, liefde, betrokkenheid en bevestiging, maar ook van erg tweeslachtige, gecompliceerde gevoelens.’
Daarover wilde ik het ook hebben, over die geschenkeneconomie in je werk. Kun je daar iets over zeggen met betrekking tot die graven van je opa en het testament van je moeder? In hoeverre zijn die geschenken een gifbeker?
‘Die graven van mijn opa zijn als het ware een enorm belastend geschenk. Het was zijn dichterlijke uitdrukking van zijn bezorgdheid over hoe mijn moeder en mijn broer destijds leefden en over het uiteenvallen van het gezin als kerneenheid. Alle familieleden kregen als kerstcadeau een graf. Door dat graf aan het MoMA te schenken, probeerde ik er een monument van te maken. Het museum werd eigenaar van de grond en zou ervoor zorgen dat er niemand werd begraven, waardoor het in feite een negatief monument werd: de kloof tussen de andere graven als commentaar op datgene wat in eerste instantie tot het geschenk had geleid. Het was ook een manier om te zeggen dat mijn opa niet het einde van mijn verhaal kon schrijven.’
Dan de geschenken van je moeder aan jou. Haar testament bevat bijvoorbeeld een lijst van heel persoonlijke bezittingen, zoals lingerie, en dingen waarvan ze dacht dat vooral jij er iets aan zou hebben en ze kon waarderen.
‘Maar het waren altijd dingen die ze ook voor zichzelf heeft gewild. De aard van het geschenk kwam op mij altijd enigszins gestoord over. Het was geen echt geschenk.’
Gestoord?
‘Misschien niet gestoord, maar er zat een zeker eigenbelang in het schenken van bepaalde dingen die in feite voor haar bedoeld waren. Het waren geen dingen die ons verbonden. Ik beschouwde ze als beeltenissen van haar, als uitingen van haar smaak. Het ging om het uitdrukken van een verschil en dat kon ze doen via die dingen.’
Over wat voor dingen hebben we het? Op de foto’s zien we haar met bont.
‘Bont, haute-couturejurken, sieraden.’
Gaat het om glamour?
‘Ja, maar het heeft ook iets literairs. Een beetje Emma Bovary-achtig. Per Billgren en ik hadden dan ook Flaubert in gedachten toen we de tentoonstelling bij Reception in Berlijn gingen inrichten. Wie schrijft smaak voor? Wie verschaft smaak?’
Vind je zelf je werk altijd smaakvol?
‘Nee.’
Is het bewust niet smaakvol?
‘In zeker opzicht. Er is sprake van een spanning tussen de presentatie, de structurele aspecten van het werk en wat erin te vinden is. Het is moeilijk om met die spanning om te gaan en hem onder ogen te zien.’
Ik wil je een uitspraak van Nan Goldin voorleggen: ‘Toen ik foto’s ging maken van Brian, mijn vriendje van jaren terug, besefte ik dat ik niet het recht had om andere mensen te fotograferen tijdens seks, als ik niet bereid was om dat soort foto’s ook van mezelf te maken.’ Je hebt het over de zeer geseksualiseerde persoonlijkheid van je moeder, maar dat kun je van jou ook zeggen, bijvoorbeeld in de fotoreeks Personal Commissions.
‘Zeker. Die beelden keren het mechanisme van de camera om. Door de vrouwen die ik via advertenties ontmoette de camera te geven om mij te fotograferen, ontstaat er een omkering, een tegenbeeld van de blik van de man. Het is net zoiets als wanneer mijn moeder mij fotografeert. Wat is vrouwelijke begeerte en hoe ziet die eruit? Dat is voor mij ook interessant, omdat het mannelijk naakt zo lang het domein is geweest van homoseksuele begeerte. Het is dus iets wat niet…’
…voldoende onderzocht is, misschien. Voelde je je kwetsbaar onder hun blik?
‘Ja, en eigenlijk in de hele situatie. Ik had geen idee bij wie ik binnenliep. Dus ik belde iedere keer van tevoren iemand op om te zeggen: “Daar en daar ga ik heen en als je binnen anderhalf of twee uur niks van me hoort, moet je maar actie ondernemen.”’
En heb je je ooit echt ongemakkelijk of overrompeld gevoeld door wat ze wilden?
‘Sommige vrouwen waren agressief. Waar het om gaat, is dat het een gesprek was. Het was voor beide partijen een uiterst open, kwetsbare aangelegenheid. Dan is er ook nog het beeld dat zij van mij hebben gemaakt waaruit je kunt afleiden hoe ze het hebben opgezet, wat hun verlangens zijn en hoe zij mijn verwachtingen inschatten. Hoe ze wonen, wat hun stijl is, en je hebt ook nog eens het geschreven zelfportret in de vorm van de contactadvertentie, wat een begrensd kader verschaft.’
Iets anders wat ik je wilde vragen, gaat over de humor in je werk. In Double Bind plaats je foto’s die je hebt gemaakt van je ex-vrouw Meghan Ledare-Fedderly naast foto’s van haar die door haar huidige echtgenoot zijn gemaakt, die toevallig ook fotograaf is. Over dat werk zeg je dat er een bittere humor in zit, en ook speelsheid. Welke rol speelt humor in je werk in meer algemene zin?
‘Humor maakt dingen waarover je normaal gesproken heel moeilijk kunt praten bespreekbaar. Of neemt dingen op de hak die anders misschien belerend kunnen overkomen. Het is een soort uitlaatklep, humor haalt de druk van de ketel. Het gaat ook over een gevoel voor het absurde van de dingen. Double Bind gaat uit van een mislukking.’
Het heeft ook iets nederigs dat je bereid bent om jezelf zo op te stellen.
‘De hele opzet van dat werk heeft iets gespeelds. In zekere zin plaats ik haar huidige echtgenoot in de rol die ik tien jaar eerder vervulde, en mijn rol nu kan in aanleg een voorbode van die van hem zijn. Er spelen ook allerlei tijdelijke relaties in mee die een beetje ondeugend zijn, maar die tot doel hebben om een vraag te stellen die ik echt belangrijk vind.’
En die is?
‘De vraag hoe we met verlies omgaan.’
Agnieszka Gratza is schrijver en criticus, New York
Agnieszka Gratza is schrijver en criticus, New York
Agnieszka Gratza