Met de wormen en de sterren praten – over heksen en kunst
Hoezeer critici en theoretici ook spreken over het dematerialiseren van de kunst, de musea en kunstinstellingen hangen doorgaans vol met opgeladen objecten, als batterijen waaraan het publiek energie kan ontlenen. Dit blijvende succes van het begeesterde object biedt slechts een van de verklaringen voor de blijvende interesse in de koppeling van het kunstenaarschap aan hekserij. Alix de Massiac geeft een typologie van een controversieel en veelvuldig bediscussieerd cultureel karakter.
In 2016 toonde het Rubin Museum in New York werk van de performancekunstenaar Genesis P-Orridge. In de catalogus bij de tentoonstelling beschreef P-Orridge hun praktijk in spirituele termen: ‘It has always been my belief that Creation, the making of “art” in any medium or combination of mediums, is a holy act. To be an “artist” is as much a calling from and to a divine service as becoming a physician, nurse, priest, shaman or healer’. Het is een statement dat in meer of mindere mate een terugkerend fenomeen in menig kunstenaarspraktijk en de beschrijving ervan is.
Ofschoon kunstenaars de laatste decennia hard hebben gewerkt om het idee te weerleggen dat zij dingen kunnen zien en verbanden kunnen leggen die voor gewone mensen niet zijn weggelegd kleven restanten van die beeldvorming nog steeds aan de kunstenaarspraktijk, mede door statements zoals van P-Orridge. De uitgave van (publiek) geld wordt nog steeds uitgelegd aan de hand van het idee dat het werk of de kunstenaar iets betekent, doet of aankaart. Ik hoorde het verhaal van een verzamelaar wiens vrouw een schilderij terugstuurde naar de kunstenaar omdat het als wit doek met een paar vegen die nauwelijks te zien waren te weinig ‘deed’, of er in ieder geval door de kunstenaar te weinig met het doek zelf was gedaan om de aankoop te rechtvaardigen. Of het nu in puur fysieke of conceptuele zin het geval is, kunst heeft nog steeds de naam de welbekende spiegel te zijn die ons wordt voorgehouden, of de drager van losse onderdelen die door interactie met een kunstenaar onderdeel van een groter geheel blijken te zijn. Wie zegt dat kunst en in het verlengde daarvan de kunstenaar kan reflecteren of verbinden veronderstelt nog steeds dat de kunstenaar iets extra’s zou moeten kunnen of doen.
Ook het idee dat een echte kunstenaar ‘s ochtends met een onverzadigbare drang tot creatie opstaat, dag in dag uit haar of zijn kunst ademt om aan de hand van een gedegen praktijk objecten te maken die dankzij een bepaalde handeling of denken tot kunstwerk wordt verheven, raakt maar niet uit het collectieve bewustzijn. In die zin is het geen verrassing dat er steeds meer kunstenaars (en ook curatoren) zijn die de heks omarmen en zich binnen hun praktijk eigen maken – zoals de Amerikaanse Rafa Esparza (1981) die in zijn performances in rituelen wegen zoekt naar spiritualiteit, of de kunstenaars Lucy Stein en France-Lise McGurn die bij Evelyn Yard in Londen de tentoonstelling NEO-PAGAN-BITCH-WITCH! (2015) samenstelden. Het bestaan en de drijfveren van heksen zoals die in de literatuur, cinema en populaire cultuur van afgelopen eeuw tot aan nu wordt beschreven en gezien vertonen vrij veel overeenkomsten met dat van een kunstenaar, alleen heeft de heks nog wel dat subversieve en politieke randje wat bij vrijwel elk kunstenaarsschap door commodificatie tot spontane combustie lijkt te leiden.
De heks is een vrouw
Hier moeten verschillende aspecten van de herleving worden ontleed. De heks is in de eerste plaats een vrouw. Ten tijde van de Europese heksenvervolging was immers het gros van de verdachten vrouw, en het grootste deel van hen is geëxecuteerd of dit nu op de brandstapel of door verdrinkingsdood gebeurde. De beschuldigingen troffen ook mannen, maar zij kwamen er meestal met de schrik vanaf. In de jaren zestig en zeventig werden de vervolgingen niet meer door historici als een zwarte komma in het grote geschiedenisboek gebagatelliseerd en onderzoek gedaan naar het aantal slachtoffers én de beeldvorming die het mogelijk maakte zoveel vrouwen te vernietigen. Het dominante genderaspect en de bijbehorende kwaadaardige mythevorming rondom het gevaar van vrouwelijke seksualiteit en voortplantingsmogelijkheden zijn sturend geweest in de hedendaagse feministische perceptie van de heks als oermoeder van al wat krachtig is. Overigens stierven met name vrouwen uit de lagere milieus en waren de speciaal in leven geroepen gerechtshoven een stuk minder happig op het veroordelen van meer gefortuneerde vrouwen, wat ook in grote mate heeft bijgedragen aan het geleidelijk verdwijnen van het fenomeen. Dat er in het zuiden van Duitsland in sommige dorpen bijkans geen vrouw – ook geen zuigeling- meer te vinden was, zal ongetwijfeld ook hebben bijgedragen.
De ideale heks woont nog steeds aan de rand van het dorp, het liefst in de buurt van een bos zodat zij als brug tussen mens en de natuur kan blijven fungeren. Als er geen bos in de buurt te vinden is, woont zij liefst in een grensgebied. In de gelijknamige remake van de Italiaanse horrorfilm Suspiria (2018) wonen de heksen in het Berlijn uit de jaren zeventig, pal achter de muur die Oost van West scheidt. Tussen wildernis en beschaving in waarborgen zij de harmonie of in ieder geval het contact tussen de twee. Oost en West, boven- en onderwereld. In het utopische Witchcraft and the Gay Counterculture stelt Arthur Evans het belang van inclusieve narratieven vast waarin de mensheid bij monde van de heks het zichzelf opnieuw aanleert te praten met zowel de wormen als de sterren. De heks beschermt dit vermogen, maar garandeert tegelijkertijd dat de waardering van de wormen plaats blijft vinden door dringend te wijzen op de connectie met de sterren, hetgeen wat ver ons staat en van volledig vreemde materie is gemaakt.
De performancekunstenaar Sophie Jung (1982) verzet zich in de performance I Wuz Born This Way! What’s Your Excuse? (2016) als Miss Spell tegen de onderdrukking van haar baas met een toverspreuk genaamd A Miss Spell to Free Yourself From the Bonds of Patriarchal Undermining in the Workplace. Met veel humor maakt ze korte metten met het zwakke vrouwtje die zich al piepend van de patriarchale ketens wil bevrijden. In een interview met Izabella Scott zegt ze de titel heks of magie niet nodig te hebben binnen haar praktijk, omdat ze het idee heeft dat het haar als vrouw in de rol van onlogische sirene cast. Jung neemt wat dat betreft een vrij uitzonderlijke positie aan. Aan de andere kant van het spectrum staan namelijk de meeste kunstenaars die zich met overgave aan de heks en haar praktijk spiegelen. Een kunstenaar als Juliana Huxtable (1987) is niet vies van wat occulte esthetiek waarmee zonder ironie haar boodschap kracht bij kan worden gezet.
Tussen dat wat we kunnen weten en willen weten laveert de kunstenaar. Camiel van Winkel stelt in De mythe van het kunstenaarschap dat ‘de kunst geldt als het domein van de impliciete, belichaamde kennis. Met zijn tastende handelen legt de kunstenaar intuïtief bepaalde kenmomenten vast waar de wetenschap gevangen in een protocollaire systematiek per definitie aan voorbijgaat.’ Met diezelfde intuïtie is de heks geboren. Zij heeft talent en aanleg voor hekserij, maar dient deze wel te ontwikkelen door in te leer te gaan bij een ervaren heks. Het oefenen van spreuken en rituelen is hierbij van groot belang, en de oude heks geniet dan ook een hogere status dan een jonge heks. Het belang van een mentor wordt in de kunst niet onderschat, docenten en ‘adviseurs’ van kunstacademies en postacademische instellingen die allen hun eigen praktijk in stand houden zijn daar ook grotendeels voor aangenomen. Over hun lesvaardigheden wordt in eerste instantie pas aan de hand van de potentie van hun eigen werk geoordeeld. Oefening baart kunst, zeggen ze.
Charlatans
De onlangs overleden modeontwerper Karl Lagerfeld stelde ‘I am down to earth. Just not this earth’. Magie komt van het Griekse woord magoi en refereert naar de Medische en Perzische wijzen. Naar elders, de mensen en gebruiken die daar leefden. In tweede instantie stond het woord ook voor pseudogeleerden die zich ‘magoi’ noemden maar dat niet waren. Charlatans, die onder het mom van de ander opereerden. Als magie refereert aan al wat buiten het heersende lichaam opereert, legitiem of niet, en de heks en kunstenaar die liaison verzorgen, waar zijn zij dan precies de ambassadeurs van en hoe gemakkelijk kunnen ze worden onthoofd?
De methodes van hedendaagse hekserij vertoont sterke overeenkomsten met de oude afspraken die zijn gemaakt rondom het maakproces van de kunstenaar. Hoezeer critici en theoretici ook spreken over het dematerialiseren van de kunst en haar status, in werkelijkheid hangen de musea, presentatie-instellingen en galeries vol met opgeladen objecten, als batterijen die geen aansluiting met hun apparaat meer kunnen vinden. Die objecten zijn weliswaar met dank aan Marcel Duchamp (of is het Elsa von Freytag-Loringhoven?) niet meer inherent kostbaar, maar zijn dit gaandeweg wel geworden. De heks verbindt door middel van rituelen betekenissen aan een object met de bedoeling het op te laden. Ze schrijft er iets over of op, doopt het ergens in, doorboort het of bindt het ergens aan vast. Het maken van een talisman of amulet herbergt het verlangen iets te vervaardigen wat als drager en boodschapper fungeert van liefde, rijkdom of bescherming. Vervang liefde, rijkdom of bescherming door een willekeurige modegevoelige kunstterm. Het werk van de kunstenaar is in hoge mate toegespitst op het maken van objecten of assembleren van concepten die de fysieke werkelijkheid van een ruimte of de manifestatie ervan manipuleren. Toegegeven, de heks heeft meer vertrouwen in haar invloed op de werkelijkheid voorbij de ruimte waarin zij haar praktijk uitoefent. Ze is erop gericht dat er van een mug een olifant kan worden gemaakt en andersom. Wellicht kent zij de wereld van het grote geld en de kleine mensen nog niet.
Alix de Massiac
is criticus
Alix de Massiac
is redacteur bij Metropolis M en maakt podcasts