metropolis m

‘Less oil, more courage’ luidt de boodschap van het schilderij van Rirkrit Tiravanija dat afgelopen Biënnale van Venetië in een hoekje in het Italiaanse paviljoen hing. Het was een simpel schilderijtje, klein, zwart-wit, koeienletters. De boodschap kon niet missen. Hoewel? Het ding zat vol tegenstrijdigheden en venijn. Waar gaat het eigenlijk over? De kunst? Amerika contra Irak? De wereldpolitiek? En als het over kunst gaat, is het dan een oproep om met schilderkunst te kappen? Maar wat betekent zo’n oproep, terwijl het ding zelf een schilderij is? Zelfspot, dat zal het zijn. De relativering van de slogan, van het politieke potentieel van kunst, van de crisis van de schilderkunst, op een manier zoals alleen schilderkunst dat kan. Het is verbazingwekkend hoe zo’n simpel schilderijtje in het hoofd kan nadeinen, met een glimlach op de mond. Als er iemand lef heeft, dan is het Tiravanija wel. Anno 2003 een politiek statement schilderen, hoe haal je het in je hoofd.

Zijn schilderijtje was niet het eerste schilderij dat zichzelf in de ban deed. Het Van Abbemuseum bezit het schilderij Hört auf zu mahlen, van Jörg Immendorf uit 1966. Ook zo’n ding, ook zo’n tijd. ‘Hou er toch mee op’, roept hij conform de tijdgeest van dat moment, om er vervolgens zelf geen streek minder om op doek te zetten. Je kunt het hypocriet noemen, machteloos, halfslachtig, maar ook effectief, grappig en in zijn ambiguïteit heel erg waar. Weg met de schilderkunst roept de schilder, laat me niet lachen. Eind jaren zeventig vormde het schilderij het startschot voor een hele generatie jonge Duitsers om los te gaan en jarenlang wild te gaan schilderen. No fun, no future, no art. Het kunstpubliek heeft jaren plezier beleefd aan deze zichzelf verachtende schilderkunst.

Wat deze politieke schilderijtjes vooral interessant maakt is dat ze aangeven hoe schilderkunst nog altijd in staat is het dominante discours even te doen kantelen. De macht en onmacht van het medium in een notendop. Dat schilderkunst zware tijden beleeft in de huidige postmediale tijden mogen duidelijk zijn. Concepten zijn het onderwerp, en niet een zelfzuchtig medium als de schilderkunst, dat hoe je het wendt of keert vooral goed is in het prediken van de eigen heerlijkheid. In politieke tijden heeft schilderkunst het zwaar. Als het echte leven om de hoek komt kijken, is ze al snel te decadent, te artistiekerig en te omslachtig. Heel veel vorm en weinig ter zake.

Maar dat apolitieke beeld van schilderkunst klopt niet. Juist in utopische tijden als de onze, waarin kunst zich graag voorstaat op zijn vermogen een betere wereld te schetsten, is de schilderkunst niet zo’n slechte partner om zaken mee te doen. Wat dat betreft doen de schilders volop mee aan het discours, in de tentoonstellingen is het alleen nog niet zo goed te merken. Daar blijft het beperkt tot speldenprikjes, zoals van Tiravanija.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen