Ongehard Engagement
Ongehard Engagement
Leon Golub in Sittard
In samenwerking met The Drawing Center in New York presenteert Het Domein in Sittard de tekeningen die de Amerikaanse politieke kunstenaar Leon Golub (1922-2004) kort voor zijn dood maakte. Conservator Roel Arkesteijn licht de tentoonstelling toe.
Leon Golub in Sittard. Opmerkelijk. Heeft deze Amerikaanse schilder al eerder in Nederland geëxposeerd?
‘Voor zover ik heb kunnen nagaan, is dit zijn eerste museumsolo in Nederland. Wrang genoeg is dat postuum.’
Wanneer ben je zelf met zijn werk in aanraking gekomen? Heeft je interesse te maken met je intensieve onderzoek voor het boek dat je in 2008 maakte over zijn echtgenote, de kunstenaar Nancy Spero?
‘Ik was al lange tijd bewonderaar van zijn werk op het moment dat ik in 2005 Nancy Spero persoonlijk leerde kennen. In haar loft in New York hingen verschillende schilderijen van Leon Golub aan de muur. Voordien kende ik zijn werk vooral uit boeken. Mondjesmaat kwam ik het tegen bij galeries in Duitsland en Oostenrijk, en af en toe was er een schilderij van hem te zien in musea in de Verenigde Staten en in Groot-Brittannië. Het was al een lange tijd een wens van me om Golubs werk in Nederland te tonen. Mede dankzij Nancy Spero hebben wij deze tentoonstelling kunnen coproduceren met The Drawing Center in New York.’
Waarom nu in Sittard, zes jaar na zijn overlijden? Is er een directe aanleiding voor deze tentoonstelling?
‘De laatste twee jaar probeert Het Domein een tentoonstellings- en aankoopbeleid te voeren waarin engagement en een antropologische blik op de samenleving een belangrijke rol spelen, met tentoonstellingen van onder anderen Fernando Bryce, Sarah Vanagt en Mel Chin. Gezien zijn belang als godfather voor jongere generaties geëngageerde kunstenaars en zijn opmerkelijke afwezigheid in Nederland mocht Golub in die rij niet ontbreken.’
Ligt er een bepaald accent in de tentoonstelling of is het een breed overzicht?
‘De krappe behuizing van Het Domein laat geen retrospectief toe, want Golubs schilderijen zijn soms meer dan tien meter breed. De tentoonstelling Live & Die Like a Lion? toont een heel specifieke groep werken: de intieme tekeningen die Golub tussen 1999 en zijn dood in 2004 maakte. Door zijn slechte gezondheid kon hij geen groot formaat werk meer maken. Hij keek de dood in de ogen, en het is waarschijnlijk om die reden dat de werken zo persoonlijk, intens en vrij zijn. Eros en dood, beklemming en humor wisselen elkaar af. Golub wordt altijd opgevoerd als een rasschilder, maar deze tentoonstelling moet juist het belang van het tekenen binnen zijn kunstenaarspraktijk naar voren brengen. Daarom is ook zijn laatste, onvoltooide schilderij in de tentoonstelling opgenomen, dat niet verder is gekomen dan de fase van de ondertekening. Het toont het karakteristieke motief van de leeuw. Dat beest vormde, alleen al door zijn naam, een soort alter ego voor Golub.’
Hoe zou je zijn belang definiëren, in bredere context? Binnen Amerikaanse verhoudingen is hij altijd een tegenstem geweest, maar hoe lag dat in Europa? Ik heb niet de indruk dat hij heel erg goed gekend is hier, of vergis ik me?
‘Ik ben iets optimistischer. In Scandinavië en landen als Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland heeft zijn werk wel degelijk weerklank gevonden, en is hij ook vertegenwoordigd in belangrijke collecties. Het Tate Modern heeft een hoofdwerk: het bijna twaalf meter lange Vietnam II (1973). En het Centre Pompidou bezit het indringende White Squad XI (1987). Het vreemde is dat Golubs werk in Nederland, anders dan in de Verenigde Staten en in andere Europese landen, niet heeft kunnen meeliften op de golf van de terugkeer naar het figuratieve schilderen in de jaren zeventig en tachtig. Golubs werk lijkt, net als dat van Spero, de laatste jaren aan een herwaardering onderhevig, mede vanwege hun belang voor jongere generaties geëngageerde kunstenaars. Thomas Crow bijvoorbeeld besteedt een groot deel van zijn recente nawoord bij zijn in de jaren negentig gepubliceerde The Rise of the Sixties aan Leon Golub, die hij nu als de grootste omissie in zijn studie beschouwt. In Spanje bereiden het MACBA en het Reina Sofia een grote overzichtstentoonstelling van Golub voor, die in de zomer van 2011 zal openen.’
Hoe zou je het werk van Golub typeren, ook in formele zin?
‘Het is een ongemakkelijke, rauwe, moeilijk te classificeren soort kunst die Golub produceerde. Hij verwierf in de jaren vijftig bekendheid met hevig expressieve schilderijen met strijdende figuren, die door de art brut en het existentialisme geïnspireerd waren. Tijdens de hoogtijdagen van de minimal art en de conceptuele kunst bleef Golub stug doorschilderen, en maakte hij sterk politiek georiënteerd werk, onder meer gericht tegen de Vietnamoorlog. Er schuurt altijd iets in zijn werk, ook qua techniek. In zijn schilderijen liet hij het ruwe linnen zichtbaar, vaak met onregelmatig uitgesneden contouren. Golub gebruikte in zijn late werk geen spieramen meer, maar spijkerde zijn schilderijen direct aan de muur, als een soort protestposters. In zijn late schilderijen en tekeningen contrasteert hij een tamelijk verfijnde manier van werken en een zoet palet met vaak bikkelharde onderwerpkeuzen: Amerikaanse militaire interventies in Centraal-Amerika, straatgeweld, hardhandige politieverhoren.’
Wat is de relevantie van zijn kunst voor nu? Wat voor voorbeeld stelt Golub?
‘Golub is net als Spero een artist’s artist bij uitstek. In Nederland hebben kunstenaars als Marlene Dumas en Ronald Ophuis affiniteit met zijn werk. Maar ik zou willen stellen dat Golubs belang veel verder reikt dan alleen zijn eigen kunst. Het unieke aan Golub en Spero was ook hun ongelooflijke loyaliteit tegenover andere kunstenaars – ze waren een soort mentoren, een klankbord en steunpilaar voor andere kunstenaars. En een moreel ijkpunt. De loft aan La Guardia Place die Nancy Spero en Leon Golub als atelier gebruikten en bewoonden, vormde een ontmoetingsplaats voor verwante radicale, geëngageerde kunstenaars. Bovendien heeft Golub als docent een enorme invloed gehad op vele generaties jonge kunstenaars, ook al zie je geen directe stilistische invloed, of maken zij geen regelrecht politieke schilderijen.’
Domeniek Ruyters is hoofdredacteur van METROPOLIS M
Domeniek Ruyters is hoofdredacteur van METROPOLIS M
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M