Posities
Posities: Het beste van twee werelden
Ahmet Ögüt over The Silent University
In december won Ahmet Ö?üt met zijn geesteskind The Silent University de Visible Award van €25.000 die werd toegekend aan een sociaalbevlogen project van kunstenaars van over de hele wereld. Aanleiding voor een gesprek over een succesvolle kunstpraktijk, die wordt aangewend om de problematische posities van academische geschoolde asielzoekers in westerse steden te verbeteren.
Door Jelle Bouwhuis
The Silent University is een autonoom platform voor kennisuitwisseling, dat is opgericht door de kunstenaar Ahmet Ö?üt. De universiteit werft asielzoekers, vluchtelingen en immigranten met een professionele achtergrond in hun land van herkomst, die als gevolg van systematische sociale uitsluiting en discriminatie niet in staat zijn om hun kennis professioneel aan te wenden. Stilgevallen carrières worden door The Silent University weer in gang gezet, in de vorm van academische opleidingen, lessen, lezingen, seminars, inclusief een eigen website en een studentenpas.
Ik sta sympathiek tegenover Ö?üts initiatief, maar ben ook geïntrigeerd door de plotselinge inzet van succesvolle kunstenaars voor migranten, illegale werknemers en, in dit geval, asielzoekers. Zoals er ook een groeiend aantal kunstinstellingen schijnbaar erg graag gastheer van deze projecten wil zijn. Momenteel wordt er ook veel gezocht naar alternatieve modellen van onderwijs, ook weer vooral op initiatief van kunstenaars. The Silent University belichaamt beide ontwikkelingen. Begonnen in 2012 in Londen in samenwerking met de Delfina Foundation en Tate, en in 2013 door de Showroom Londen voortgezet, is de universiteit intussen actief in Stockholm, in samenwerking met Tensta Konsthall, en Montreuil, een voorstad van Parijs, in samenwerking met Le 116 Centre d’ art contemporain.
Jelle Bouwhuis: Bij wat voor instituten wil The Silent University zijn programma ontwikkelen?
Ahmet Ö?üt: ‘Idealiter zoeken we naar drie soorten instellingen om mee samen te werken: culturele instellingen, academies en andere pedagogische organisaties en maatschappelijke organisaties. Veel van die kunstinstellingen blijken al een partnerschap te hebben met bepaalde sociaal-culturele organisaties, wat wel praktisch is. Bij de keuze om met ons in zee te gaan,moeten ze zich er wel bewust van zijn dat samenwerking met The Silent University een lange termijninvestering is. Het kostte ons een jaar om het project in Londen van de grond te krijgen. Elke gastgevend instituut bindt zich daarom voor minstens twee jaar. En elk instituut moet daarom een eigen coördinator aanstellen. Ik bemoei me gaandeweg steeds minder met de organisatie. Het is ook niet goed als de programma’s van mijn persoonlijke betrokkenheid afhankelijk zouden zijn, zoals het geval in de afgelopen jaren.’
Waar vind je goede docenten?
‘Het vinden van de kandidaten is vooral een kwestie van het ter plekke benaderen van de vele instellingen die zich bezighouden met migranten en asielzoekers. Ook dit is afhankelijk van persoonlijke inzet vanuit de gastinstelling. De universiteit wil de academische kwaliteiten en vaardigheden van asielzoekers beter benutten en ten goede laten komen van de samenleving. Je moet begrijpen dat we daarbij vooral bezig zijn met het definiëren van een gemeenschap die tot nog toe niet in zicht was.’
Zoek je ook al aan een instelling in Nederland? Ik moet denken aan Casco dat al erg met lokale gemeenschappen in de weer is.
‘Casco kan een optie zijn, maar ik ben vooral blij met Wij Xijn Hier, een groep in Amsterdam met wie ik in contact ben gekomen via Jonas Staal . Dit is een groep van zo’n tweehonderd asielzoekers die zich zichtbaar buiten de schimmige structuren van de bureaucratie om bewegen, precies als The Silent University. We delen het doel om de praktijken, het beleid en de politiek van migrantenproblematiek en vooral die rond de vluchtelingen in Europa te veranderen. Want door het ontkennen van een status en een werkvergunning wordt dergelijke vluchtelingen letterlijk het zwijgen opgelegd. Net als The Silent University is het een organisatie van strijd en onderhandeling. Soms helpt het bij het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Er is ten minste een persoon in Londen die bij het verkrijgen van een verblijfsvergunning al heeft geprofiteerd van zijn positie bij The Silent University.’
Wat zijn je inspiratiebronnen bij dit project ?
‘Ik baseer me eigenlijk op allerlei door kunstenaars gerunde organisaties uit de kunstgeschiedenis. Denk aan Thomas Hirschhorn en zijn lezingen en onderwijsprojecten in de buitenwijk van Kassel en Amsterdam (Spinoza Festival). Natuurlijk is de Immigrant Movement International en Museum van Arte Útil, nu gehost door Van Abbemuseum, een initiatief van de Cubaanse kunstenaar Tania Bruguera.’
Hoe positioneer je dit project ten opzichte van je andere activiteiten? Ik kan een duidelijke politiekgeëngageerde route onderscheiden in de meeste van je werken, maar dit lijkt veel verder te gaan.
‘Ik zie The Silent University niet als iets anders dan anders, eerder als een levenslange betrokkenheid parallel aan mijn andere werken. Het is geen project, maar een organisatie. Ook al ben ik de initiator, ik zie mezelf ook gewoon als lid van de gemeenschap. Maar uiteraard heeft dit soort van verbintenissen een diepe impact op mijn andere werk. En het is ook zo dat ik steeds meer langlopende projecten start, zoals binnenkort iets over de kwestie studentenschulden in Verenigde Staten.’
Onlangs kreeg The Silent University de Visible Award toegewezen, een prijs van€25.000,- voor kunstenaars die door interdisciplinaire lagen heen gemeenschappen bereiken en openbreken. Het is een belangrijke erkenning en stimulans voor de maatschappelijke bevlogenheid van een kunstenaar die door buraeucratische lagen heen wil breken om een gemeenschap te bereiken die anders een verborgen bestaan blijft leiden. Ö?üt sluit daarbij aan op een enorme stroom van alternatieve pedagogische modellen, die zijn georganiseerd door kunstenaars. Ik zou kunnen verwijzen naar de New World Academy van Jonas Staal, waarin wordt geprobeerd kunst en politiek te mengen, de School of Missing Studies van Bik van der Pol aan het Sandberg Instituut, en Jonas Staals New World Academy, die een andere poging doet om politiek en kunst structureel te vervlechten. Met al deze alternatieve opleidingen deelt Ö?üt een onvrede over bepaalde aspecten van het ‘pedagogisch establishment’, met zijn eigen reproductieve bureaucratie en bestendiging van klassenverschillen, terwijl aan de andere kant juist in culturele instellingen alternatieve en experimentele kennisprojecten worden aangeboden, echter zonder de nodige lange termijn visie die nu eenmaal nodig is voor het welslagen van onderwijs. In zijn essay The Pitfalls of Institutional Pedagogy, gepubliceerd op de World Policy Blog, pleit Ö?üt ervoor te streven naar het beste van de twee werelden.
Jelle Bouwhuis is curator van SMBA Amsterdam
Vertaald door de redactie
Jelle Bouwhuis
PhD onderzoeker Moderne Kunstmusea, Globalisering en Diversiteit, VU Amsterdam