metropolis m

Art News rapporteert over een actie van 31 mei, waarbij het Brooklyn Museum het toneel werd van een van de meest omvangrijke Gaza solidariteitsacties tot nu toe in een kunstinstelling in New York City. Aan het einde van de middag betrad een groep culturele werkers, kunstenaars en leden van de New York City kunstgemeenschap de hal met spandoeken, trommels en fluitjes en riep het museum op om het doden van Palestijnen in Gaza te veroordelen en zijn financiële banden met Israël bekend te maken en af te stoten. De actie begon nadat een protestmars vanaf het centrum van Brooklyn naar het museum eindigde. Er werd ook een spandoek ontrolt over de neoklassieke kroonlijst van het museum met de tekst ‘Free Palestine From Genocide’.

In een verklaring die voorafgaand aan het protest door het Cultural Front for Free Palestine aan de pers was verstrekt, werd het gebrek aan publieke verklaringen van grote kunstinstellingen over Israëls zeven maanden durende militaire campagne in Gaza betreurd. De verklaring besteedt in het bijzonder aandacht aan Israëls huidige offensief in de zuidelijke Gazastad Rafah, waar ongeveer een miljoen Palestijnen hun toevlucht hadden gezocht.

In de verklaring wordt het museum opgeroepen om de oorlog in Gaza publiekelijk te erkennen als een genocide, waarbij bewijs wordt aangehaald dat is aangedragen door mensenrechtenorganisaties zoals de Internationale Federatie voor Mensenrechten en de Speciale Rapporteur van de VN. Het Cultureel Front zegt dat het ook een volledige openbaarmaking eist van het museum waar he betreft investeringen van bedrijven die ‘profiteren van de bewapening van Israël’. Het wil oo volledige desinvestering van bedrijven die banden hebben met Israël, of ‘wapen- en bewakingsfabrikanten’.

De actiegroep meent dat het museum als publieke instelling zich transparant dient op te stellen. ‘Het museum is sterk afhankelijk van subsidies van de stad New York’… ‘en dus moet zijn financiële doen en laten publiekelijk worden verantwoord. Dit proces van verantwoording zou ook de openbaarmaking moeten inhouden van fondsen van donateurs en trustees die betrokken zijn bij de bezetting.’

Het Brooklyn Museum is al eerder het doelwit geweest van pro-Palestijnse demonstraties. Op 8 december voerden ongeveer 20 demonstranten, aangesloten bij de activistische groepen Decolonize This Place en Within Our Lifetime, een guerrilla-actie uit in de lobby, waarbij ze de oproepen van soortgelijke demonstraties herhaalden.

Pro-Palestina demonstranten hebben ook gedemonstreerd bij het Museum of Modern Art, het Whitney Museum en het Metropolitan Museum of Art. Bekende kunstscholen, zoals Cooper Union in New York en de Rhode Island School of Design, hebben te maken gehad met bezettingen en walkouts door studenten, docenten en alumni die ontevreden waren over de veronderstelde apathie ten opzichte van de oorlog in Gaza.

Afgelopen vrijdag verjoegen de politie en het beveiligingspersoneel van het Brooklyn museum de demonstranten uit de lobby van het museum. Tegen die tijd lag de vloer bezaaid met synthetische rode klaproosblaadjes, die door demonstranten als symbool van verzet is aangenomen vanwege het feit dat de bloem inheems is in Palestina. De demonstranten, met spandoeken waarop onder andere ‘Zwijgen = Dood’ stond, verzetten zich niet. In de lobby waren verschillende tenten opgezet door demonstranten die van plan waren een nachtelijke bezetting te houden.

Het Brooklyn Museum heeft nog niet gereageerd op de actie.