metropolis m

The Big Show
Healing

Met The Big Show, een driedelige tentoonstelling, profileert het Antwerpse NICC zich in het globaliseringsdebat dat sinds de benoeming van Okwui Enwezor tot curator van Documenta 11 in een versneld tempo wordt gevoerd. Na het eerste deel van de expositie A Congo Chronicle – A Man of Mercy –een sterk politiek geladen tentoonstelling over onze visie op de kolonialisering en dekolonialisering die ook onze houding op de manier waarop het Westen de Afrikaanse kunstbeleving percipiërt, scherp stelde – is thans het tweede luik in de cyclus te bekijken: Healing.

Reeds in het eerste deel namen curator Wim Peeters en het NICC met een vrij politiek geladen tentoonstelling meteen een afgelijnde positie in binnen het globaliseringsdebat. Peeters is van oordeel dat men kunst alleen maar kan bekijken vanuit een westers perspectief. Daarom bouwde hij de hele expositiecyclus ook zeer uitdrukkelijk op vanuit een westers oogpunt, met dien verstande dan dat hij een zeer kritische blik werpt op de verhalen die het westen zichzelf jarenlang – en nog steeds – heeft wijsgemaakt omtrent haar houding tegenover alles wat niet-westers is. A Congo Chronicle – A Man of Mercy bracht een ander beeld op het Westen en op de demagogische rol die het Westen steeds met glans heeft ingevuld. Peeters heeft met andere woorden met deze tentoonstelling de problematiek van de globalisering vertaald naar wat hier (in het Westen) en nu (2001) zinvol kan zijn. In plaats van Afrika naar ons te brengen (door middel van werken van Afrikaanse kunstenaars), brengt hij ons terug naar Afrika en confronteert ons met onze houding tegenover het continent. De vingerwijzing naar de hypocrisie van de kolonialisering en de dekolonialisering werkte zo fel door dat je je als toeschouwer meteen vragen ging stellen over onze houding van vandaag tegenover dit continent. Het eerste deel was dus een expliciet pleidooi om het debat over de globalisering op een genuanceerde en intelligente manier te voeren en om in een eerste stap afstand –proberen- te nemen van de ingebakken vooroordelen die in het debat schuil gaan.

Het onderzoeksveld dat in het luik Healing aan bod komt is opnieuw dat van de globalisering. Uitgangspunt blijft het feit dat globalisering een westers idee is, dat alleen naar volledige waarde kan worden geschat wanneer men een aantal thema’s –lees trauma’s- van de westerse beschaving belicht, of meer nog, onderschrijft. Op die manier worden in de tentoonstelling een aantal werken getoond die zowel op maatschappelijk vlak, als op de manier waarop zij zich inschrijven in het kunstjargon én de discussie over de kunst zelf, knelpunten of sleutelmomenten uitlichten.

Deze visie op het anders-zijn en op de verschillende wereldbeelden die naast elkaar bestaan worden aan de bezoeker geïntroduceerd, vertrekkende vanuit Guillaume Bijls 12 Historical Objects. De motor van Alain Delon, de vislijn van Hemingway, de voetbal van Pélé, al deze objecten worden keurig in Bijls’ museum van de twintigste eeuw gepresenteerd op sokkels. Ze ondergraven tegelijkertijd het fenomeen van tentoonstellen als westers medium. Bijls’ museum toont immers aan hoe context en authenticiteit begrippen zijn die de betekenis van objecten manipuleren. Bijls’ installatie fungeert hier dus als een soort van kritische introductie die erop wijst hoe sterk ons westers wereldbeeld gebaseerd is op conventies en hoe moeilijk het is om afstand te doen van de contextualisering wanneer wij over onszelf of de ander een uitspraak doen. 12 Historical Objects kan op die manier zelfs gelezen worden als het sleutelidee achter heel het Big Show– concept. Vanuit deze introductie worden vervolgens, aan de hand van werken van minder bekende kunstenaars en grote meesters uit de tweede helft van de twintigste eeuw, een aantal mogelijke wereldbeelden geschetst. Een aantal van de werken die in dit kader worden opgevoerd zijn vrij sterk maar, Guillaume Bijl indachtig, worden ze toch grotendeels door de context waarin ze geplaatst zijn gelezen. En dat werkt als een tweesnijdend zwaard. Concepttentoonstellingen lopen steeds het risico dat ze de betekenis van de getoonde werken verengen, of zelfs veranderen, tegelijkertijd hebben ze wel het voordeel dat –wanneer de werken goed en met voldoende kennis van zaken werden geplaatst en gekozen- ze elkaars betekenis versterken, dat er een zinvolle wisselwerking ontstaat tussen de samengebrachte werken.

Het blijft dus dansen op een slappe koord en hoewel Peeters hier en daar wel eens lijkt te willen uitschuiven, blijft deze expositie toch verrassend goed overeind. In het werk I like America and America and America likes me van Joseph Beuys komen het standpunt over maatschappijvisie, visie op kunst en de manier waarop zij beide beeldvormend zijn, even samen. Dit videowerk van Beuys geeft een lange performance weer die werd opgenomen vanaf het vertrek van Beuys uit Europa naar de Verenigde Staten en stopt een week na zijn terugkeer. De bezwering van een coyote in een commerciële galerie, een in de recente cultuurgeschiedenis overbekend beeld dat een onderdeel van dit werk uitmaakt, brengt twee dingen samen: de idee van het animisme, van cultuur als toe-eigening en de idee van herstel, een trauma dat Beuys meer dan welk ander kunstenaar achtervolgt. Hiertegenover draaien Duchamps’ platenspelers, Rotoreliefs, die de bezoekers op een heel andere manier trachten te hypnotiseren. Hiermee plaatst Peeters twee uitersten van de westerse cultuur tegenover elkaar: ‘de onwaarschijnlijke dramatiek van Europa’s genezer (Beuys) die de nieuwe wereld intrekt om er een nieuw verbond te sluiten als laatste hersteller van de grote orde en Marcel Duchamps als eerste cynicus van die grote orde’. In september wordt het laatste deel van The Big Show gebracht.

Healing, The Big ShowNICC, Antwerpen

Nog tot en met 1 september

Els Roelandt

Recente artikelen