Verborgen machten
Verborgen machten
Kunst en de geheime dienst
Met de groei van de controlemaatschappij neemt ook de invloed van zijn verborgen metgezel toe: de geheime dienst. Terwijl de samenleving de ogen sluit voor de voortschrijdende beknotting van onze vrijheid, bespeuren kunstenaars de gevolgen. Een beknopt overzicht.
‘Ik ben schuldig’, staat er op een door de Bulgaarse kunstenaar Nedko Solakov geschreven kaartje dat is gestopt in twee met notities, tekeningen en foto’s gevulde lades die samen het dagboek van zijn late pubertijd vormen. Top Secret, momenteel in bezit van het Van Abbemuseum, is Solakovs meest persoonlijke kunstwerk. Toen hij het voor het eerst exposeerde in 1990 in Bulgarije veroorzaakte het direct een rel. Op de enkele kaartjes bekende Solakov als informant actief te zijn geweest voor de Bulgaarse geheime dienst, in de jaren 1976 tot 1983. Een opmerkelijke bekentenis in een tijd die daar nog niet rijp voor was – de archieven van die geheime dienst zijn tot op heden niet vrijgegeven. Hij werd onmiddellijk uit de Bulgaarse kunstenaarsbond gezet. Gestraft voor het maken van een kunstwerk, nota bene door kunstenaars en ná het vallen van de Muur. Het tekent de morele dilemma’s op dit gebied.
Hoewel er een James Bondachtige fascinatie uitgaat naar het in het geniep opererende staatsapparaat, roept het vaker weerstand op en een waslijst aan dilemma’s. Dora Garcia haakte daar enkele jaren geleden op in met een film, die momenteel te zien is in Gemak in Den Haag (nog te zien tot en met 3 januari), en een boek dat ze produceerde na een langdurig verblijf in Leipzig, waar ze de archieven van de plaatselijke afdeling van de Stasi in ongeschonden staat aantrof. In Zimmer, Gespräche, 2006 (Kamer, gesprekken), die zich afspeelt in een Oost-Duits appartement, wordt de ontmoeting van een Stasi-agent met zijn informant nagespeeld, volgens een scenario van Garcia. De film is geen aanklacht tegen het apparaat dat verantwoordelijk was voor de zo ver doorgevoerde controle. Er spreekt eerder verwondering uit, over dat vreemde, geheimzinnige systeem, dat momenteel langzaam onttakeld wordt. Uiteindelijk is de film een filosofische overdenking van de complexe machtsverhoudingen die spelen tussen de staat, zijn systeem en het individu, in dit geval ook nog eens een man en een vrouw, alsof de dilemma’s van toen nog net zo actueel zijn.
Afgelopen jaren zijn de geheime diensten in het zogenaamde ‘Vrije’ Westen steeds verder zijn opgetuigd. Acht jaar na 9/11 is de controle van het individu bijna compleet, met gevolg een toenemend aantal incidenten waarvan ook kunstenaars slachtoffer zijn. METROPOLIS M (Nr 6/2005) berichtte al eens over Alain Declercq die in conflict kwam met Franse antiterrorisme-eenheden, vanwege zijn onderzoek naar vermeende complotten rondom 9/11. Iets dergelijks overkwam Critical Art Ensemble-lid Steve Kurtz, die door de FBI verdacht werd van bioterrorisme, vanwege een tentoonstelling met wat algemeen verkrijgbare bacteriekweekjes. Hij werd korte tijd vastgezet, terwijl de FBI, Joint Terrorism Task Force, Homeland Security, Department of Defense en de ATF zijn huis doorzochten. Pas na een jaren slepende rechtspraak werd hij vrijgesproken.
Op een meer abstracte manier brengt Trevor Paglen deze toenemende controlezucht in het Vrije Westen in beeld. Paglen, van huis uit geograaf, verbonden aan de universiteit van Berkeley, heeft drie boeken gepubliceerd: Torture Taxi: On the Trail of the CIA’s Rendition Flights over het gebruik van commerciële vluchten door de CIA, I Could Tell You But Then You Would Have to be Destroyed by Me over de geheimzinnige wereld van militaire emblemen en hun jargon, en Blank Spots on a Map, dat geheime militaire operaties in kaart brengt. Zoals bleek op de afgelopen Istanbul Biënnale opereert hij bij zijn onderzoek als een astronoom, die zwarte gaten traceert via het effect dat ze hebben op hun omgeving. Hij toonde er grote wonderlijk mooie foto’s van de lijnen die spionagesatellieten trekken aan het firmament.
De recente ruzie tussen de Amerikaanse kunstenaar Jill Magid en de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) over het censureren van een boek lijkt verwant, maar is toch een iets ander geval. Magid werd door de Rijksgebouwendienst uitgenodigd een werk te realiseren in de nieuwbouw van de AIVD in Zoetermeer, en besloot zo goed als mogelijk te ‘infiltreren’ in de dienst, om een ‘collectief portret van een spion’ samen te stellen. Ze bouwde een vertrouwensband op met meerdere medewerkers, legde notitieblokken aan, verzamelde gegevens, die ze uiteindelijk presenteerde in een tentoonstelling bij Stroom, in een poging de dienst ‘een meer menselijk gezicht’ te geven.
Toen Magid vervolgens aankondigde een roman te publiceren over haar bevindingen bij de AIVD, gaf de dienst aan dat dat niet zomaar kon. De dienst eiste inzage in de roman, bang als ze was dat haar belangen geschaad zouden worden. Magid stemde in, waarna de AIVD het manuscript controleerde op gevoelige passages en, volgens de kunstenaar, 45% ervan onleesbaar maakte. Op voorstel van de dienst wordt het nu (tot 3 januari 2010) eenmalig geëxposeerd als object achter glas in Tate Modern, onder de titel Authority to Remove. Na afloop zal het worden opgehaald door de AIVD en veilig opgeborgen.
De AIVD staat er niet zo mooi op, maar evenmin gaat de opportunistische Magid vrijuit. Het roept onwillekeurig de vraag op wie hier nu eigenlijk de beste hoeder van onze vrijheid is: de kunst of de veiligheidsdienst, die namens de staat onze democratie zegt te beschermen?
Domeniek Ruyters is hoofdredacteur van METROPOLIS M
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M