metropolis m

James Iroha Uchechukwu from the series ‘Fire Flesh and Blood’
James Iroha Uchechukwu from the series 'Fire Flesh and Blood'

De Nigeriaanse fotograaf Uchechukwu (ook Uche) James-Iroha is dit jaar een van de winnaars van de Prince Claus Awards. Hij is niet alleen gelauwerd voor zijn fotowerk, maar ook vanwege zijn bijdrage aan de stimulering van jonge fotografen in Nigeria en de impuls die hij geeft aan de waardering van fotografie als kunst.

James Iroha Uchechukwu Selfportrait

Fotografie wordt in Nigeria nauwelijks als kunst beoefend (er zijn bijvoorbeeld geen fotogalerieën) en het is juist die onpopulariteit die Uche James-Iroha (1972), na zijn afstuderen in 1994 als beeldhouwer, prikkelde en naar de fotografie trok.

Maar wat is kunst? Tijdens een openbaar interview in Amsterdam afgenomen door Martijn van Nieuwenhuyzen van het Stedelijk Museum vertelt hij dat hijzelf geen grenzen ziet tussen zijn meer journalistieke en zijn artistieke werk. Het draait in beide gevallen om hetzelfde: ‘The issue is life’. De kunst die James-Iroha wil maken en ook de kunst waar zijn fotografencollectief Depth Of Field (DOF) voor staat, moet in de eerste plaats relevant zijn. James-Iroha vertelt over een jongetje dat hij ooit ontmoette dat prachtige tekeningen maakte. Hij werd enthousiast en zei tegen hem dat hij daar later mee door moest gaan, maar de jongen was niet geïnteresseerd – hij wilde dokter worden, dokters hebben aanzien en zijn nodig. En wie heeft er nu een kunstenaar nodig?

De kunst die James-Iroha wil maken ziet hij allerminst als nutteloos. Lagos bijvoorbeeld, de stad waar hij en de andere vijf fotografen van DOF wonen, heeft door de veelvoorkomende criminaliteit een slecht imago. Maar dat imago is slechter dan het leven in Lagos in werkelijkheid is. In zijn foto’s wil James-Iroha dat laten zien.

Dat er veel agressie in Lagos is, merken de fotografen wel: als je zomaar je lens op iemand richt krijg je al snel een agressieve reactie. Hun oplossing hiervoor is: niet meteen fotograferen maar eerst ‘vrienden worden’. James-Iroha: ‘Dan zie je pas wie iemand echt is en zie je dat ze warm en aardig zijn.’

Als iemand uit het publiek vraagt wat James-Iroha van de foto’s van de Zuid-Afrikaanse fotograaf Pieter Hugo vindt (die nu internationaal furore maakt met een serie foto’s van stoere Nigeriaanse mannen op straat in Lagos met getemde wilde dieren), is hij even stil. ‘Dit is niet de plek en tijd om het daarover te hebben. Maar ik denk dat Nigerianen zelf hun eigen omgeving zouden moeten fotograferen. Mensen in getto’s bijvoorbeeld, die hebben een unieke toegang tot die plekken, die zouden iets kunnen laten zien wat niemand anders zou kunnen laten zien.’

James Iroha Uchechukwu, Butchers, photograph from the series 'Fire Flesh and Blood'.
James Iroha Uchechukwu from the series 'Fire Flesh and Blood'

James-Iroha zelf gaat voor zijn fotografie in Nigeria veel naar plekken die hij niet van binnenuit kent. Zoals in de fotoserie Fire, Flesh and Blood, die hij maakte in de openlucht abattoirs in het zuiden van Nigeria. Op zo’n openlucht abattoir werken wel duizenden mensen tegelijkertijd, vertelt hij tijdens het interview. (Een feit dat helaas niet wordt vermeld in het tekstje bij de tentoonstelling). Er was dus geen tijd om iedereen aan zijn aanwezigheid te laten wennen. En dus kreeg hij wel eens tijdens het fotograferen te horen: waarom maak je foto’s? James-Iroha: ‘Als ik dan zei: dit is geschiedenis, daarom fotografeer ik het, dan snapten ze het.’

James Iroha Uchechukwu from the series 'Fire Flesh and Blood'

In de fotoserie wisselen foto’s van heel dichtbij (een met dikke klodders bloed bedrupte laars bijvoorbeeld) zich af met meer klassiek documentaire foto’s en met enkele door James-Iroha geënsceneerde foto’s van line-ups van werkers uit het abattoir. Deze line-ups zijn een mooie aanvulling op de serie, omdat ze het gevoel van de klassieke documentaire ‘onzichtbare camera’ doorbreken en de invloed van de fotograaf laten zien.

James Iroha Uchechukwu from the series 'Fire Flesh and Blood'

Maar de selectie van vijftien foto’s die nu in Amsterdam te zien is, is niet representatief. De grote visuele chaos waarvan het tekstje bij de tentoonstelling spreekt spat niet van de tentoonstelling af en dat is jammer. De chaos is teruggebracht tot compositorisch goed geordende beelden, die strak naast elkaar hangen. Helaas heeft James-Iroha er niet voor gekozen om veel meer te laten zien, met foto’s naast, onder en boven elkaar, zodat de chaos van de openluchtabattoirs beter op de bezoeker van de tentoonstelling overkomt. Hopelijk krijgen we een volgende keer wat meer van zijn werk te zien.

Liza de Rijk

Recente artikelen