De langverwachte lady’s day 3 vrouwen in Van Abbe
Het is lady’s day in het Van Abbemuseum. Drie vrouwen exposeren in de oudbouw (Jo Baer, Linda Benglis, Jutta Koether) en Sanja Ivekovic in en om de toren.
Het is niet zomaar kunst die hier getoond wordt. Het is kunst van vrouwen die zich bewust zijn van hun vrouw-zijn in de kunst en de maatschappij. Het is kortom een feministische tentoonstelling, hoewel dat niet met zoveel woorden gezegd wordt. Gelieve als bezoeker de posities apart en in samenhang te duiden, heet het relatief neutraal in de zaaltekst: ‘Wat hen bindt is hun keuze voor "het schilderen". Niet het pure schilderen, de niet-verhalende en alleen aan zichzelf refererende schilderkunst, maar een kunstkritische evaluatie van het fenomeen schilderen.’
‘Kritisch’ in het van Abbemuseum is vooral gericht tegen de door mannen beheerste kunstgeschiedenis, zijn overlevering en rationaliteit. De drie vrouwen delen een vergelijkbare ‘anti’-strategie. Hun kunst is figuratief, overdadig gulpend, druipend en glimmend, waar de door mannen geschreven geschiedenis van het Van Abbemuseum met een enorm contingent minimal art staat voor beheerst, abstract en onderkoeld. ‘Kritisch’ lijkt daarmee min of meer synoniem aan ‘kitscherig’, alsof de vrouwen de geschiedenis vooral met wansmaak te lijf willen gaan.
De koningin van de kitsch is Linda Benglis. Haar sculpturen bestaan uit enorme druipers die als tongen van de muur afbuigen, likkend naar het bezoek. Voel mij, tast mij, raak mij, spreekt het werk de onderbuik aan. Het lijkt bijna satire, zo over de top als sommige werken zijn.
Jo Baer valt wat tegen. Ze heeft zich op hoge leeftijd ontwikkeld tot figuratief schilder. Maar hoewel ze zelf spreekt van ‘radicale figuratie’ bieden de schilderijen weinig boeiende mythische voorstellingen. Met hun over elkaar buitelende fantastische figuraties in matte tinten contrasteren ze met de koele slimmigheid van haar vroegere minimal art.
Top of the bill is voor mij Jutta Koether, de jongste van het gezelschap, met haar vreemde, duistere bezweringen van haar leven en de kunstgeschiedenis in zwart en rood. Koether, een Duitse die in New York woont, heeft haar schilderijen tot onderdeel gemaakt van een installatie op transparante wanden. De beelden tonen zich ruggelings verbonden, ze nemen elkaar de maat, midden in de ruimte, waar ze als quasi-geestesverschijningen loskomen van de wereld van natuurwet en vaste ordes en toegang krijgen tot een meer virtueel domein, waar talloze letterlijke en figuurlijke reflecties een zuiver zicht op de wereld vertroebelen.
Pièce de resistance is een remake van een schilderij van Poussin, belicht door een theaterspot, waardoor kleur nog net wat glanzender oplicht dan het van zichzelf al doet.
Hoewel de breed uitgemeten wansmaak in Eindhoven karikaturale vormen aanneemt, is het toch een gelukkige keuze van het Van Abbe om deze kunstenaars bij elkaar te tonen. Baer is het ankerpunt met het verleden van het museum via haar minimalistische kunst uit de eigen collectie van het museum; Benglis, inmiddels ook op leeftijd, is de Amerikaanse provocateur en antipode van de collectie van Van Abbe; Koether is de nieuwe generatie die feministische strategieën van de oudere generatie eigentijds inkleurt en opent voor referenties aan onder meer punk en gothic. Ondertussen voel je in de zalen van de oudbouw de aanwezigheid van Serra en Charlton om maar enkele heren te noemen die ooit diezelfde ruimtes tot hun beschikking kregen. Hoewel decennia te laat, komt de feministische tegenstem als geroepen.
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M