metropolis m

Wassink/Lundgren
Melanie Bonajo

Waarom een quickscan? Waarom niet een meer grondige diagnose gesteld van de stand van de fotografie, vraag ik me af bij een bezoek aan de gelijknamige tentoonstelling het Nederlands Fotomuseum.

Een quickscan is een snel onderzoek, uitgevoerd omdat er een probleem is, waar snel een diagnose van gesteld moet worden.

WassinkLundgren
Katja Mater
Jaap Scheeren

Het is het soort onderzoek waar de verantwoordelijken uiteindelijk niet echt verantwoordelijkheid voor nemen, want snel uitgevoerd en dus is een foutje snel gemaakt.

Zo ook bij Quickscan in het Nederlands Fotomuseum. In de publiciteit om de tentoonstelling haast verantwoordelijk curator Frits Gierstberg zich te zeggen dat het een voorlopige diagnose is, verre van compleet, met ernstige lacunes.

De tentoonstelling oogt chaotisch, de begeleidende catalogus is een krant. Opdat de bezoeker maar niet denkt dat hier een nieuwe norm wordt gesteld.

Een twintigtal jonge fotografen wordt getoond, verspreid door de grote zaal. De suggestie is dat er een nieuwe generatie fotografen is opgestaan. Een die breekt met het realisme waar Nederlandse fotografie tien jaar geleden wereldfaam mee verkreeg, onder aanvoering van Rineke Dijkstra.

Er wordt gesproken van een beeldproductie van na de fotografie, waarin het digitale medium het van de lens heeft gewonnen. De foto’s bieden een constructie, een concept van de werkelijkheid, in plaats van een natuurgetrouwe weergave ervan.

Daarom dit keer in het museum geen sneu kijkende kindertjes op het strand, maar veel geknutsel en gedoe, geknip en geplak uit de krant, het landschap en het oude fotoalbum. De getoonde werkelijkheid is een geënsceneerde werkelijkheid, die volkomen is gemanipuleerd door de fotograaf. Soms sprookjesachtig, soms wreed, soms melancholisch, soms vijandig.

De mensen die op de foto’s voorkomen staan er over het algemeen ongemakkelijk bij. Met als iconisch hoogtepunt de vrouwen van Melanie Bonajo, die opgesloten zitten in een grote reeks huishoudelijke apparaten.

Door Gierstberg en sommige critici in recensies van de tentoonstelling wordt er nogal dik gedaan over deze nieuwe ontwikkeling. Ik begrijp niet helemaal waarom. Er wordt gesuggereerd dat er iets heel nieuws aan de gang is, een breuk met de traditie, maar ik zie alleen maar continuïteit.

Akkoord, we zijn doodgegooid met realisme à la Dijkstra, waar een hele generatie epigonen succes mee heeft gehad. maar tegelijkertijd was er ook al direct de constructieve fotografie van Inez van Lamsweerde, Gerald van der Kaap, Elspeth Diederix en Vivianne Sassen, om er enkelen te noemen. What’s new? Misschien is de esthetiek nu wat meer bescheiden, wat meer houtje touwtje, maar in inhoudelijk opzicht zie ik geen breuk.

Als je deze grote namen uit de Nederlandse fotografie van afgelopen vijftien jaar in gedachten hebt, kun je zelfs niet anders dan teleurgesteld zijn over deze nieuwe lichting. Er is talent, dat zeker (Katja Mater, WassinkLundgren, Paulien Oltheten), maar een fotograaf die Dijkstra gaat opvolgen in het MoMA zie ik er zo snel niet tussen zitten.

Lees meer over Vivianne Sassen en Paulien Oltheten in:

METROPOLIS M 2008, nr. 6: Viviane Sassen, Nelson & Nolitha
METROPOLIS M 2008, nr. 1: Nele Wynants, Wachten op schaduw. De stad als tableaux vivant

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen