2 x Amsterdam: tolerantie en ketchuphartjes
Galerie Metis_NL en de kersverse galerie van Jeanine Hofland sluiten het politiek bewogen jaar af met een tegengeluid.
Anderhalve maand geleden opende Jeanine Hofland de deuren van haar galerie. Een gedurfde actie van deze voormalige assistente van Juliette Jongma, zowel qua momentum (economische crisis) als qua locatie (Oud-West). Het was een bewuste keuze van haar om in een stadsdeel dat 177 nationaliteiten herbergt te starten met de expositie Tolerance Time van de Canadees Michael Jones. Het afgelopen decennium sloeg in het moederland van deze kunstenaar een ruimhartige acceptatie van ‘anderen’ om in een schamel gedogen: net als in Nederland lijkt in Canada een ogenschijnlijke tolerante volksaard te zijn verworden tot een flinterdun multicultureel vernislaagje.
Hoofdonderdeel van de tentoonstelling is de film Broken Window, waarin de kijker een politieagent een nachtelijke rondgang ziet maken door het gebouw van de Vancouver Multicultural Society. Deze organisatie gaf in de jaren ’80 en ’90 kunstnijverheidscursussen aan immigranten in afwachting van een verblijfsvergunning. Door kunstobjecten te maken, zo was indertijd de heersende gedachte, konden migranten uiting geven aan hun culturele achtergrond, hetgeen bevorderlijk zou zijn voor integratie in de Canadese maatschappij. Nadat er een ruit is ingegooid, belicht de agent (Jones zelf) gedurende zijn tocht door het pand diverse interculturele parafernalia. Op zolder treft hij grote hoeveelheden posters met antiracismeslogans aan. Het zijn allemaal relieken van een periode die niet eens zo ver achter ons ligt.
In het voorste gedeelte van de galerie bevinden zich een aantal werken die deels als documentatie en deels als persoonlijke interpretatie moeten worden opgevat van de objecten die Jones bij de VMS aantrof: in het raam staat een bord dat je in diverse talen welkom heet, op de vloer ligt een klein mozaïek, aan de muur hangt een tekening met daarop een inheems Canadees symbool. Een foto van een gigantisch mozaïek dat zich in het trappenhuis van de VMS bevindt, wordt gepresenteerd als een tafeltje, achter de desk van de galeriehoudster is de muur volgehangen met de antiracismeposters. De manier waarop Jones film, sculptuur, fotografie en found footage met elkaar vermengt, sluit goed aan bij de multimediale agenda die Hofland zegt te gaan voeren. Haar eerste tentoonstelling is een prikkelend geheel, dat te beschouwen valt als een subtiel monument voor de teloorgang van de tolerante samenleving.
Michael Jones, Tolerance Time
te zien t/m 18 december 2010
Jeanine Hofland Contemporary Art
Bruggenbouwers
Met In the Future Everyone Should Love Everyone van het Israëlisch/Nederlandse kunstenaarsduo Gil & Moti toont galerie Metis_NL een andersoortig multicultureel engagement. Bij binnenkomst stuit je op een tiental krantenpagina’s met artikelen over terrorisme, arbeidsmigratie, de PVV en het Israëlisch – Palestijnse conflict. Op elke krant is met ketchup een tweetal hartjes gespoten en een kadetje bevestigd. Tijdens de opening bakte het duo ter plekke hamburgers (zowel een koosjere als een halal-versie) welke, voorzien van de ketchuphartjes, aangeboden werden aan het publiek. Het tegelijkertijd bereiden van vlees volgens de regels van twee nader tot elkaar te brengen religies, het spelen met de kapitalistische connotatie van de hamburger en het zelf serveren van voedsel; het kan beschouwd worden als een pars pro toto voor de participatieve kunstbenadering van het duo.
Achterin de galerie wordt tegen de achterkant van een kartonnen ‘muur’ – een ietwat flauwe referentie aan de veelbesproken Israëlische Westoeverbarrière – een slideshow geprojecteerd, waarin te zien is hoe Gil & Moti een Zweedse curator op sleeptouw nemen door Israel. Foto’s worden afgewisseld met korte dagboekaantekeningen. Er wordt ondermeer een bezoek gebracht aan een expositie met werk van schilders uit de jaren ’50, die bedreven waren in het afbeelden van stratenmakers, bouwlui en boerenknechten: arbeiders die indertijd onmisbaar waren bij de opbouw van de nieuwe staat Israel. Net voordat je je gaat afvragen of je naar een doorsnee vakantiereportage zit te kijken, verandert de slideshow van toon, met kiekjes van hedendaagse bejaardenverzorgers, tuinmannen en au pairs. Het zijn goedkope werknemers uit China, Pakistan en Soedan, die anno 2010 in welvarende staten de maatschappij draaiende houden. Israëlische kunstgeschiedenis, eenentwintigste-eeuwse arbeidsmigratie en de actuele politiek worden zodoende stilletjes met elkaar verweven. De fotoserie eindigt bijkans surrealistisch wanneer compleet onverwacht aan de overkant van de straat de antipode van het bruggenbouwende duo opduikt: Geert Wilders – inclusief zijn beveiligingsentourage.
De driehoek kunst-arbeid-culturele interactie is eveneens aanwezig in de gepresenteerde schilderijen. Tweemaal is koningin Beatrix geportretteerd, geflankeerd door tolerantiegerelateerde citaten uit twee van haar recente kersttoespraken. In beide gevallen hangt links in beeld een afbeelding van de majesteit die onmiskenbaar het portret van Andy Warhol evoceert. Een ander – op twee paar schoenen steunend – doek met daarop een op de bank uitrustende walkmandrager en een gordijnen stofzuigende zwarte werkster, staat met verwijzingen naar Manet, Van Gogh, Picasso en zelfs Martha Rosler nòg stijver van de kunsthistorische knipogen. Met hun bibberige en naïeve toets doen de schilderijen soms denken aan Erik van Lieshout, waarmee ze ook een interesse in culturele (mis)communicatie delen. Maar waar de laatste op nietsontziende manier een vinger de wond in duwt, pogen Gil & Moti als pleegzuster bloedwijn met een niet aflatende inzet de ellende weg te masseren.
Gil & Moti, In the Future Everyone Should Love Everyone
te zien t/m 24 december 2010
Metis_NL
Jaring Dürst Britt