Boekenblog: Binnen was buiten. De Sandbergvleugel
De timing was perfect, althans bijna perfect, als het Stedelijk Museum begin dit jaar daadwerkelijk was geopend. Nu is het boekje Binnen was buiten. De Sandbergvleugel van kunstpublicist Paul Kempers eigenlijk net iets te vroeg uitgekomen. Het is nog even wachten op de opening van Nederlands belangrijkste museum voor hedendaagse kunst en de hoos aan publiciteit die dat ongetwijfeld gaat opleveren.
Het boekje, gepubliceerd in de aan Amsterdam gewijde nieuwe reeks Al Amsterdam van Valiz, beschrijft de opkomst en ondergang van de Sandbergvleugel, – voor de jongere lezers: dit is de glazen doos naar een ontwerp van de Dienst Publieke Werken Amsterdam (gemeentearchitect Sargentini, Jan Leupen) en F.A. Eschauzier (binnenwerk) die in de vroege jaren vijftig als Nieuwe Vleugel aan het Stedelijk Museum in Amsterdam is vastgeplakt.
Hoewel het in architectonisch opzicht weinig opmerkelijke gebouw als tentoonstellingsruimte maar matig functioneerde en een groot deel van de tijd gevuld was met erbarmelijke kunst van lokale kunstenaarsverenigingen, heeft het een grote symbolische lading gekregen. Het wordt volgens Kempers in internationale museumkringen gezien als een van de belangrijkste innovaties uit de geschiedenis van het twintigste-eeuwse museum en staat symbool voor Willem Sandbergs opvatting van een vrije, democratische museumpraktijk, die van invloed was op het twintig jaar later opgeleverde Centre Pompidou in Parijs.
Sandbergs monument voor een flexibele museumpraktijk heeft niet helemaal het succes gebracht waar de beroemde naoorlogse Stedelijk-directeur bij de oprichting ervan op hoopte. Het gebouw vormde weliswaar een perfecte etalage voor het museum, die geheel in de geest van Sandberg flexibel inzetbaar was, maar door de harde lichtinval aan de zuidkant was het gebouw tentoonstellingstechnisch gezien redelijk onbruikbaar. Er moesten gordijnen voor het glas om wat zachter licht te krijgen. Bovendien zaten het gros van de tijd die vermaledijde Amsterdamse kunstenaarsverenigingen in het gebouw met afgrijselijke kunst.
Mijn eigen herinnering aan het gebouw is weinig positief. Gordijnen, schotten, onoverzichtelijke presentaties, veel slechte kunst. Voor menig directeur na Sandberg was de vleugel niet meer dan de locatie van hun B-keuze uit de collectie.
Erg weemoedig kan ik niet worden van de sloop. Maar wie ben ik. Kempers voert een heel leger superfans van de Sandbergvleugel op (de meesten 65+) die de sloop ervan in felle bewoordingen verwerpen. Voor sommigen was de afbraak een regelrechte vorm van cultureel barbarisme. Over hun ideeën waar de door ieder gewenste uitbreiding van het Stedelijk dan gerealiseerd had moeten worden, lees je echter niets. Ik denk dat men net zo min gelukkig was geweest met een uitbreiding bovenop de oudbouw, die ongetwijfeld ten koste was gegaan van het beroemde bovenlicht van het museum.
Binnen was buiten is een luchtig, onderhoudend verhaal waarin de mythe Sandberg eerst wordt opgetuigd, om vervolgens in kleine stapjes om zeep te worden geholpen. Aan het eind van het verhaal is de sloop van het ideologisch uitgeklede bouwsel vrijwel onvermijdelijk. Kempers betoogt dat Sandbergs idealen al kort na opening van Centre Pompidou midden jaren zeventig geschiedenis zijn geworden. En dat democratie en museum sowieso moeilijk te rijmen zijn – zoals de in huis weinig inschikkelijke ‘opperbaas’ Sandberg zelf ook wel wist.
De enige discussie die rest is of dit bouwsel nu wel of niet een monument voor de grootsheid van Sandberg had kunnen zijn. Kempers laat doorschemeren dat hij denkt van niet. Het beleid van Sandberg omvatte aanzienlijk meer dan het idee van het democratisch flexibele museum, zoals uitgedrukt in de glazen vleugel. Bovendien is Kempers te veel historicus om niet heel erg te genieten van de controverses rond de sloop ervan. Geschiedschrijvers houden nu eenmaal van een beetje drama.
In de plaats van de Nieuwe Vleugel komt een nog Nieuwere Vleugel – een badkuip op hoge poten dit keer. Niks inkijk vanaf de straat, niks staaltje van democratische museumpolitiek – we mogen ons verheugen op een zwevend bolwerk dat de kunst laat baden in mensenzweet, als ik de verhalen over de extreem opgevoerde klimaatbeheersing moet geloven.
Wat zou de ideologische gedachte achter dit zwevende bolwerk zijn, vraag ik me na lezing van Binnen was buiten af? Zou de badkuip net zo beladen kunnen worden als die ijle Nieuwe Vleugel van Sandberg?
Ik denk van niet. Van disfunctioneel symbool is de Nieuwe Vleugel van het Stedelijk een lekker praktische ingangspartij geworden, met trap en roltrap en hightech tentoonstellingszaal. De directeur die zich er ooit sterk voor maakte is alweer lang geleden vertrokken.
Paul Kempers, Binnen was buiten. De Sandbergvleugel, Valiz Amsterdam, 2010, ISBN 978-90-78088-44-8
NU TE KOOP IN DE WEBWINKEL VAN METROPOLIS M VOOR € 19,50
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M