Tony & friends
Waar de politiek het laat afweten, moet de kunstwereld het zelf doen. In Wuppertal laat Tony Cragg zien dat sommige vermogende kunstenaars graag bereid zijn iets aan de gemeenschap terug te geven.
Tony Cragg woont er al sinds 1979: Wuppertal, 30 km ten oosten van Düsseldorf, langs de oevers van de Wupper ingeklemd tussen de heuvels. De beroemde Brit heeft er zijn eigen Foundation opgericht, in Park Waldfrieden, een bosachtig gebied aan de rand van de binnenstad dat ooit eigendom was van de lokale verffabrikant, Dr. Kurt Herberts.
Ik ben er naartoe gelokt vanwege een tentoonstelling van Didier Vermeiren, in het paviljoen van het park – waar ik een andere keer nog iets over ga zeggen -, maar de door Cragg eigenhandig ingerichte sculptuurtuin is op zichzelf ook een bezoek waard.
Als beeldhouwer is Cragg kind van de jaren tachtig, toen hij zijn meest invloedrijke werk maakte en ook veelvuldig in Nederlandse musea te zien was. Cragg is zich blijven vernieuwen en maakt nu complexe organische sculpturen die soms een direct citaat lijken van beroemde futuristische klassiekers. Er spreekt een vergelijkbare hekel aan stilstand uit.
De formele complexiteit van de beelden is groot, zo groot dat lijkt dat de beelden op de computer zijn gemaakt en vervolgens ‘op z’n Iris van Herpens’ met 3-d-printer gerealiseerd. Wat niet het geval is. Cragg houdt er in Wuppertal een studio op na van liefst dertig man die zijn beelden maken. De BV Cragg.
Cragg en zijn park, waar hij in 2008 is neergestreken, nadat hij de vervallen villa eerst had gerestaureerd, lijken flink op elkaar te hebben ingewerkt. Is zijn werk van begin deze eeuw nog nadrukkelijk industrieel van karakter, groot, log en machinaal van uitstraling in soms opvallende tinten, daar is het meer recente werk opvallend dynamisch van aard, en extreem elegant, op het lyrische af. Net als door de bomen in het bos wordt door Cragg veelvuldig de hoogte gezocht.
Cragg heeft ook bezit genomen van het Von der Heydt Museum in Wuppertal, waar momenteel een grote Rubens-tentoonstelling loopt. In het trappenhuis sta ik oog in oog met een oud werk van hem, een vorm opgebouwd uit gevonden voorwerpen. Bepaalde sculpturale thema’s die hem nu nog steeds bezighouden waren toen al zichtbaar. Maar de in mijn ogen revolutionaire zelfrelativering van destijds, die te herkennen is in bijvoorbeeld het gebruik van gevonden spullen en de lulligheid van de eindvorm, heeft plaatsgemaakt voor een barokke exuberantie en luxe, en een enorm vertoon van kunnen dat de neiging heeft door te slaan naar pronkzucht – zie mij hier eens complex bezig zijn.
De Cragg van nu is geen twijfelaar meer, hij weet heel goed hoe het moet. Zelfs de natuur is hij met gemak de baas, zo lijkt. Geef mij liever de Cragg die zich al puzzelend, heel simpel en bescheiden tot de armetierigheid van de aanrommelende mens verhoudt en diens incidentele momenten van inzicht.
Didier Vermeiren
Paviljoen Park Waldfrieden, Wuppertal
27 oktober 2012 – 17 februari 2013
www.skulpturenpark-waldfrieden.de
In het park is naast een vijftiental beelden van Cragg zelf uit de laatste tien jaar ook werk te zien van Richard Deacon, Thomas Schütte, Wilhelm Mundt en Bogomir Ecker. Alles is privébezit van Tony Cragg. Hij is ook de curator van de tentoonstellingen in het paviljoen.
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M