ShiiiieeeeWhoeeeeaaahhhhhh
De kassajongen drukt me twee oordopjes in de hand. Die zal ik nodig hebben, zegt hij en kijkt me wat bezorgd aan omdat ik ze in eerste instantie weiger. Ik ben toch niet op een woensdagavond door donker en winderig Scheveningen gefietst, langs plaatmetalen loodsen, lege parkeerterreinen en piepende hekken om niet of minder naar een als monumentaal aangeprezen geluidsinstallatie te luisteren?
Ik had beter moeten weten.
Konrad Smole?ski, wiens One Mind in a Million Heads ofwel O.M.I.A.M.H. ik op het punt stond te betreden, toonde op de Biënnale van Venetië van vorig jaar in het Poolse Paviljoen de installatie Everything Was Forever, Until It Was No More waarin eens per twee uur twee in ijzeren frames gehangen klokken luidden, waarvan het geluid vervormd en vertraagd werd gedupliceerd door een muur van speakers. Romantisch verleidelijk en vol symboliek als beeld, absoluut, maar als geluid zo oorverdovend en fysiek angstaanjagend dat toeschouwers met vingers in de oren vluchtten, en zelfs het gerucht ging dat de omwonenden van de Biënnale –die toch wat gewend zijn- een petitie hadden getekend om Smole?ski’s installatie minder luidruchtig te maken.
Dus daar ging ik dan, door het zwarte gordijn in het nu in het Zuiderstrandtheater gehuisveste Volkspaleis, de grote theaterzaal in. Niet zoals gebruikelijk de tribune op, met uitzicht op het grote podium, maar via naar vers hout ruikende, deur-brede, met tientallen luidsprekers bekleedde ongeverfde triplex schachten en trappen direct het podium op. Om daar oog in oog te staan met de achterkant van een zwarte houten muur vol speakers, zo hoog en breed dat het aan een gebouw doet denken. Eenmaal om de muur heen gelopen, leek het me dat er een gigantisch duel gaande was tussen deze met spots verlichte muur en een even zo grote filmprojectie in de verder donkere zaal. Doordat de donkere, lege stoelen in de zaal nog net te zien zijn, en ik op het podium sta, voelt het alsof ik bekeken wordt.
Elke zeventien minuten is er rust en anticiperende spanning voor de daarop volgende zeventien minuten waarin de giganten tot leven komen: in de geprojecteerd film –een samenwerking tussen Smole?ski en choreograaf Noa Shadur- klemmen stille, sombere mensen elkaar op donkere, vochtige industrieterreinen vast in slow-motion worstelingen die tussen gevecht en spel balanceren, en de aan de voorkant constructivistisch aandoende muur van speakers vult de zaal met lome, soms pijnlijk krachtige, langgerekte tonen.
De hele schouwburg is een klankkast geworden, en als toeschouwer kan je niet anders dan Smole?ski’s geweld ondergaan, afzijdig kijkend naar de opstelling op het podium, ingeklemd tussen de projectie en dreunende geluidsmuur, of vluchtend door de houten gangen om daar twee kleinere projecties te ontdekken. Dat alles maakt nietig, en bevestigd in zekere zin het op Smole?ski’s website genoemde doel van veel van zijn werken, namelijk “de toeschouwer te vernietigen”, al zou je dat beter kunnen lezen als het de toeschouwer ontdoen van alle rationele bagage totdat alleen nog voelen of vluchten mogelijk is.
Bombastisch? Misschien wel, maar het feit dat Smole?ski niks verhult, openlijk voor theatraal effect kiest in een schouwburg, en dat de fysieke materialen, vooral de eerder genoemde houten schachten zo huiselijk en met Praxis-achtige zorg zijn gemaakt, temperen de grootsheidswaan van deze bewonderenswaardige schaalvergroting gelukkig.
O.M.I.A.M.H. doet bijna vergeten dat het onderdeel en –het kan niet anders- middelpunt is van een door het Volkspaleis en de Poolse curator Micha? Libera georganiseerd film-, lezingen- en muziekprogramma met als centraal thema de luidspreker. Al ontdoet dat programma Smole?ski’s werk iets van zijn kracht door het een onderdeel te maken van een verzameling, er ontstaan interessante, soms platte, wisselwerkingen. Zo zien we in het in een andere zaal vertoonde filmprogramma Bruce Nauman zich met de kont wiegend door een houten gangenstelsel wurmen, als ware het in Smole?ski’s installatie, en rijmt het onderwater gefilmde familiediner in Reynold Reynolds’ en Patrick Jolley’s Drowning Room met de benauwende fysieke ervaring die Smole?ski met zijn oproept. Op de laatste dag van het programma zullen in de performance Blackout alle sonische elementen in het theater stuk voor stuk worden uitgeschakeld.
Wegfietsend besef ik me dat ik even deel ben geweest van een andere wereld, een wereld waarin ik als zogenaamd pro-actieve, denkende toeschouwer op mijn plek ben gezet. Ik heb me bekeken gevoeld en aangevallen, maar ik heb het ook willen ondergaan. Misschien wel om aan andere stortvloeden van beeld en geluid te ontkomen.
Marek van de Watering is stagiair bij Metropolis M
Het Volkspaleis, met daarin One Mind in a Million Heads, is nog tot en met zondag 16 november te bezoeken in het Zuiderstrandtheater in Den Haag/Scheveningen. Zie voor het volledige programma en andere informatie http://www.volkspaleis.org/2014/.
Marek van de Watering
is kunstenaar, schrijver, educator, organisator en onderzoeker