Dutch Design Week 2015
De Dutch Design Week sluit naadloos aan bij het verlangen van Eindhoven om zich als design- en technologieregio te profileren. Op tientallen locaties presenteren ontwerpers negen dagen lang hun werk voor een menigte van vakgenoten, familieleden en design-minnende toeschouwers. Door de jaren heen is het voor de alledaagse bezoeker lastig geworden om enigszins grip te krijgen op het machtig spectrum waarin design zich manifesteert. Hieronder een aantal opvallende presentaties.
Momentum
In het Klokgebouw wordt onder meer Momentum getoond; een tentoonstelling in het programma Driving Dutch Design met als doel om startende talentvolle ontwerpers op weg te helpen in de wereld van het ondernemerschap. Onder begeleiding van een personal coach hebben zij afgelopen jaar de kans gehad om deel te nemen aan een traject van sessies om hun onderneming naar een hoger plan te tillen. Het resultaat maakt helaas een vluchtige indruk. De omheining van verticale houten latten en de lichting Drivers die de bezoeker voorziet van toelichting over de werken maken veel goed.
In No Particular Order
Op de negende verdieping van het Veemgebouw biedt de expositie In No Particular Order een feest van herkenning. De door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie georganiseerde tentoonstelling presenteert het werk van 36 veelbelovende ontwerpers uit verschillende disciplines variërend van architectuur, mode, product, grafisch tot e-cultuur. Zij ontvingen in 2014/2015 een jaar lang een werkbeurs van het Stimuleringsfonds om hun carrière verder te ontwikkelen. Bij aankomst verzamelt het publiek zich om te luisteren naar de openingsspeech van Agata Jaworska, curator van de tentoonstelling. Jaworska benadrukt de rijkdom en diversiteit van het werk van de ontwerpers en ons leert dat er geen onbetwiste maatstaf bestaat voor talent.
Dat blijkt bijvoorbeeld in Land of Desire van Donna Verheijden. Het omvat een kleurrijke film die onze consumptiemaatschappij tegen het licht houdt in een dappere weergave van de diepgaande invloed van reclame, pop- en beeldcultuur op ons leven. Verheijden onderzoekt in hoeverre onze verlangens bepaald zijn door wat anderen willen dat we verlangen. Hierbij doelt ze mede op marketeers die uit de metadata van apps, social media en websites gedragsprofielen samenstellen die meer over onszelf prijsgeven dan ons DNA.
Een prachtige constatering van corruptie en kwetsbaarheid van de digitale cultuur is terug te zien in het werk van ontwerper en onderzoeker Henrik van Leeuwen. Zijn project The Treasure Bands gaat in op het feit dat grote multinationals aanzienlijke bedragen investeren in methodes om de enige wereldwijde internetprovider te worden. Een drietal verticale schermen laat in ‘real-time’ de competitie om de meest waardevolle frequenties zien, waarmee de smartphone van de bezoeker verbonden is. Van Leeuwen brengt met zijn project de verscholen wereld van de meest waardevolle radiofrequenties aan het licht. Een interessante benadering en moedige kritiek op de wereldwijde strijd die zich afspeelt rond de toegang, controle en macht bij communicatie, die zo kenmerkend is voor het digitale tijdperk.
Thing Nothing
Een opvallend integere kalmte heerst vervolgens in het Van Abbemuseum. De overzichtelijke expositie Thing Nothing in het oude gedeelte van het museum tracht ons te laten zien hoe design – dat zich doorgaans richt op materialen – ook aan ongrijpbare kwaliteiten in de materiële wereld raakt. De samenwerking tussen het Van Abbemuseum en Design Academy Eindhoven brengt ons parels en ander ongepolijst schoon van ontwerpers en kunstenaars als Dunne & Raby, Ted Noten en Ai Weiwei.
Er is ook de fraaie Random Darknet Shopper die ons de aankopen van een geautomatiseerde online winkelrobot aanbiedt. De robot wordt door het kunstenaars-collectief !Mediengruppe Bitnik van een wekelijks vastgesteld budget aan bitcoins voorzien. Het werk van Carmen Weisskopf and Domagoj Smoljo bestaat uit een serie postpakketten, die de fysieke weergave zijn van de handel op het darknet, de delen van het internet die enkel toegankelijk zijn met specifieke software, waar onder meer wapens, vals geld, verdovende middelen en andere goederen die het daglicht niet kunnen verdragen verhandeld worden. Eens per week gaat de robot ‘uit winkelen’ in het darknet, waar het willekeurig een aankoop kiest en deze laat versturen naar de kunstenaars.
Terug in de hallen van het Klokgebouw waar tientallen designesr zich presenteren wordt ik overvallen door een verloren gevoel. De worsteling door de creatieve jungle, resulteert in de vraag wat Dutch Design eigenlijk nog voorstelt. De Dutch Design Week lijkt te zijn uitgedijd tot een elitaire huishoudbeurs. Door het grootschalige aanbod van driedimensionaal geprinte vazen, gastronomische experimenten en de mengelmoes van commerciële en internationale partijen ontstaat een vertroebelde weergave van de definitie van design en de kwaliteit hiervan.
Pluriformiteit valt of staat bij de inhoudelijke kwaliteit van de getoonde werken. In de afgelopen jaren is reflectie op de maatschappij een steeds nadrukkelijkere activiteit geworden in design. Ontwerpers zijn zich meer reflecterend op gaan stellen over de rol die zij in de samenleving spelen. De aanhoudende reflectie in het hedendaagse design laat zien dat een andere verhouding tussen ontwerper en maatschappij mogelijk is. Achteraf stel ik vast dat die meer inhoudelijke reflectie op design het meest aanwezig was op de expositie In No Particular Order, waar design een diversiteit aan verschijningsvormen aanneemt, maar nadrukkelijk verder reikt dan een oppervlakkige weergave of ijdele perceptie. Met de kanttekening dat ik natuurlijk onmogelijk alles heb kunnen zien op één dag.
Websites:
Noortje van Eekelen
is onderzoeker en ontwerper