Hans van Bentem
In Kampen is een Stedelijk Museum met een kleine maar krachtige hedendaagse afdeling. Het historisch museum, met als pronkstuk een eeuwenoude schepenzaal (rechtbank), biedt een solide programma hedendaagse kunst, in het kader waarvan momenteel Hans van Bentem exposeert, keramist van het ‘vette’ soort, specialist in luxe goed met het karakter van prullaria. Of prullaria met het karakter van luxe goed.
Een goede Van Bentem doet pijn aan de ogen, tart al je smaakpapillen, en verandert je op slag in een enorme snob die snoeft over zoveel wansmaak bij elkaar.
Van Bentem (hij zal moe worden van de vergelijking) is de Nederlandse Jeff Koons, zij het zonder diens finesse. Waar Koons, die we langzamerhand door en door kennen met zijn spel met de elite en de massa, niet zomaar een kunstenaar is, maar iemand met een plan, een idee, en het vermogen er vorm aan te geven, daar is Van Bentem directer van aard, minder gelaagd, minder planmatig, intuïtiever. Hij is meer van de pop-art dan van de conceptuele kunst.
Ook Van Bentem spreekt graag in superlatieven, net als Koons, maar bij hem raak je niet ver buiten de taal van het stripboek. Hij is een vakman, zonder twijfel, misschien wel iets te veel. Zijn kunst mist een rafelrand, een letterlijk of figuurlijk gebrek waar de blik blijft hangen. Er zitten genoeg grappen en grollen in, meer dan voldoende steken onder water en relativeringen van de macht, van idealen, van normen en waarden, maar ze liggen er nogal dik bovenop.
Het meest eigen is Van Bentem als de overdaad niet groter kan, zoals in een ensemble dat werkelijk pijn aan je ogen doet, zo overdadig als het is. Het is een suikertaart die in de ‘voorkamer’ van het museum het op straat passerende publiek van binnenuit door de ramen al welkom heet. Meer smaakvol oogt het werk op de tweede locatie van de tentoonstelling in de Koornmarktpoort, waar hij zijn hang naar exuberantie aan banden legt in een stemmig ensemble gewijd aan de dood. Er is spookachtige lichtkunst en een hangend skelet, dat er zogenaamd de eeuwen heeft doorstaan. Kenmerkend voor zijn huidige werk zijn enkele sierlijk beschilderde porseleinen oliedrums, volgens oeroud Chinees patroon.
Een stel voor mij loopt door de tentoonstelling zonder enige reserve. Ze bekijken het werk grondig, met het oog van een kenner. Ik hoor ze praten, discussiëren, ze weten van de hoed en de rand. Als ik ze op mijn ronde in het tweede deel van de tentoonstelling op zolder in de Koornmarktpoort opnieuw tegenkom, blijken ze een aankoop te overwegen. De prijzen (dit deel is een verkooptentoonstelling) die oplopen tot enkele tienduizenden euro blijken geen probleem. Dat is wel het formaat. Ze besluiten af te zien van de aankoop van hun favoriete werk. Het is te groot voor de woonkamer: ‘Jammer.’
Hans van Bentem
Stedelijk Museum Kampen/ Koornmarktpoort
12.9 t/m 22.11 (Koornmarktpoort t/m 10.01.2016)
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M