Zelfgids
Het zelfportret beleeft een grondige herwaardering in de kunst als gevolg van de populariteit van de selfie. Museum Arnhem neemt het genre onder de loep in een overzicht van zelfportretten van honderd jaar geleden tot nu.
De eerste paar zalen van de tentoonstelling Spiegeloog zijn vooral gevuld met twintigste-eeuwse werken uit de collectie van het museum. We zien zelfportretten van onder anderen Charley Toorop, Carel Willink en Jan Mankes. Af en toe wordt er een hedendaags werk aan toegevoegd, dat in zijn houding zinspeelt op de traditie. Zoals de foto Zelfportret Marnixbad van Rineke Dijkstra, het sculptuur Frauenkopf van Elisabet Stienstra of de video New Self van Serge Onnen.
Na deze wat verplicht aanvoelende zalen komen we uit in de ruimtes met alleen hedendaags werk. Ze zijn met meer dan honderd werken in totaal propvol. Thema’s zijn identiteit, rollenspel, maatschappijkritiek; brede kapstokken die weliswaar enige geleding aanbrengen binnen het geheel maar toch posities niet echt verduidelijken, anders dan dat de kunstenaars in dit genre in meerderheid niet zozeer bezig zijn met hun zielenroerselen, de innerlijke blik, maar juist met hun sociale positie. Op grond van het geheel kun je concluderen dat in het zelfportret dezelfde kunsthistorische ontwikkelingen hebben plaatsgevonden als in de rest van de kunst.
Dat is ook direct mijn grootste kritiek: ‘het zelfportret’ als onderwerp is breed. Te breed om er echt iets substantieels over te kunnen zeggen blijkbaar. In Arnhem leidt het tot een opeenstapeling van moderne en hedendaagse zelfportretten die bij elkaar niet veel zeggen over de betekenis ervan binnen het oeuvre (en het leven) van de kunstenaar en diens plek in de wereld. Noch wordt duidelijk hoe ze zich verhouden met de hedendaagse populariteit van de selfie, en de functie daarvan.
Het werk Do-It-Yourselfie Guide van Willem Popelier heeft als een van de weinige werken wel een directe link met de selfiecultuur en doet daar ook wat mee. Met 149 verschillende foto’s van de kunstenaar geeft Popelier tips voor het maken van selfies. Het maakt de selfie die over het algemeen volgens een vast stramien gemaakt wordt, een beetje belachelijk.
Ook de foto-installatie Crying van Melanie Bonajo stelt de selfie ter discussie. In de serie foto’s is Bonajo enkel huilend te zien. Dit natuurlijk in contrast met de selfie waarbij men er juist zo vrolijk en mooi mogelijk uit wil zien. Crying is daarmee een anti-selfie statement, een reactie op de tirannie van de schoonheid.
Er zijn veel werken die ingaan op de algemene beeldcultuur; de weergave van de vrouw in reclame-uitingen. Zoals we dat van Museum Arnhem gewend zijn gaat daarbij veel aandacht naar de feministische visie. Voorbeelden hiervan zijn de series Aanpassingen van Marieken Verheyen en O Mode, Stockholm van Klaar van der Lippe. Leuk is dat ook de weergave van de stereotype man aan bod komt met het Affiche-project van Hans Eijkelboom.
Geestig is de fotoserie Reflections – an unfinished collection van Lotte Reimann. Zij maakte foto’s van alledaagse objecten waarbij ze ‘per ongeluk’ zelf gereflecteerd wordt in het glanzende oppervlak, mits je goed kijkt. Een onopzettelijk zelfportret. En ook nog eens (deels) ontbloot. De serie is geïnspireerd op internetfoto’s van voorwerpen die mensen te koop aanbieden en waarin ze onbedoeld zelf te zien zijn.
Levi van Veluw gebruikt zijn eigen lichaam niet als onderwerp op zichzelf, maar als drager. Het gezicht als tabula rasa waar Van Veluw allerlei objecten opplakt of tekeningen op maakt. In de video Landscapes is het portret tegelijkertijd landschap. Een driedimensionaal landschap met hobbytreintje dat rond het hoofd van de kunstenaar rijdt.
Het zijn de meer opvallende werken binnen een tentoonstelling die misschien te veel wil laten zien. Het onderwerp is interessant en actueel, maar een meer thematische concentratie was wellicht beter geweest. Nu lijkt het iets te veel een collectiepresentatie, aangevuld met enkele bruiklenen.
Spiegeloog
Het zelfportret in de Nederlandse kunst
Museum Arnhem
3.10.2015 t/m 24.1.2016
Loes van Beuningen
is kunsthistoricus